afschrijvingen nemen jaarlijks af met een vast bedrag
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Formuleblad deel 1 & deel 2 | Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties | H1, H2, H3, H4, H5, H6, H8
College aantekeningen Bedrijfseconomie 1 TBEECO11 Of TBEECO10 (TVBEECO11) Bedrijfseconomie voor het besturen van organisaties-opgaven, ISBN: 9789001900069
Tout pour ce livre (4)
École, étude et sujet
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
HBO Bedrijfskunde
Bedrijfseconomie
Tous les documents sur ce sujet (10)
Vendeur
S'abonner
daniquetiemens
Avis reçus
Aperçu du contenu
Bedrijfseconomie
Les 1, afschrijvingen
Hoofdstuk 4, Kostensoorten
Kosten duurzame productiemiddelen
- Afschrijvingskosten
- Vermogenskosten, afschrijvingskosten en rente
- Complementaire kosten, aanvullende kosten/ overige kosten. Alle andere kosten dan de
machinekosten (zoals grondstofkosten, arbeidskosten en overige machinekosten).
Levensduur
- Absoluut technische levensduur, als die stuk is
- Relatieve technische levensduur
- Economische levensduur, moment waarop de kosten hoger worden dan het productiemiddel
oplevert.
Afschrijvingsmethoden
Lineair afschrijven; vast percentage van de aanschafwaarde
Degressief afschrijven
- Vast percentage van de boekwaarde (wordt elk jaar lager door de afschrijvingen)
- Jaarlijks met gelijke bedragen dalend
Annuïteitenmethoden
Stel:
Aanschaf machine €100.000
Restwaarde €20.000
Economische levensduur 4 jaar
Vermogenskosten (gebaseerd op de boekwaarde van het begin van het jaar ) zijn 5%
= 5% x Boekwaarde begin
Gevraagd:
Bepaal de afschrijvingen en boekwaarde per jaar
Bepaal de jaarlijkse vermogenskosten
Bepaling afschrijvingen jaar 1 (de afschrijvingskosten nemen elk jaar met 8.000 toe)
1. X
2. X – 8.000
3. X – 16.000
4. X – 24.000
Dus het totaal van deze afschrijvingen is: 4X – 48.000.
Dit is gelijk aan het totaal af te schrijven bedrag over 4 jaar: €80.000
4X – 48.000 = 80.000
4X: 80.000 + 48.000 =128.000
X: 128.000/4 = €32.000 (is afschrijving jaar 1)
Jaar 2: €32.000 – €8.000 = €24.000
Jaar 3: €24.000 – €8.000 = €16.000
Jaar 4: €16.000 – €8.000 = €8.000
Annuïteitenmethode
jaarlijks is de som van afschrijvingen en rente een gelijk bedrag
Stel: annuïteitenfactor = 0,2820
Annuïteit = 0,2820 x €80.000 (afschrijvingspotentieel) + 5% x €20.000 (restwaarde) = €23.561
, Les 2, Vaste en variabele kosten
4.1 Gelduitgaven en kosten
De wijze waarop de kosten berekend worden, is afhankelijk van de beslissing die moet worden
genomen.
4.4 Kostenindelingen
1. De wijze waarop de hoogte van de kosten reageert op een verandering in de productie- of
verkoopomvang (vaste en variabele kosten).
2. De relatie tussen het ontstaan van de kosten en een bepaald product
(directe en indirecte kosten).
3. De verdeling van de kosten naar de functies binnen de organisatie waarvoor de kosten
worden gemaakt (functionele kostenindeling).
4. De doelmatigheid van de opgeofferde waarde (toegestane- en werkelijke kosten).
5. De aard van de productiemiddelen (categoriale kostenindeling).
H5 Kostprijsberekening
Kosten (eng kostenbegrip)
Aan perioden, producten enzovoort toegerekende (toekomstige) gelduitgaven in verband met
doelmatig opgeofferde productiemiddelen.
Kostprijs en marktvorm
De marktvorm bepaalt de rol van de kostprijs als sturingsinstrument binnen de onderneming.
5.2 Variabele en vaste kosten
Variabele kosten
De omvang van de kosten verandert door een verandering in de bedrijfsdrukte (afzet):
- Proportioneel variabele kosten, blijven hetzelfde
- Progressief stijgend, kosten nemen hard toe, maar de productie niet zo zeer
- Degressief stijgend, goedkoper (doordat je meer afneemt)
Bv. Benzinekosten
Vaste kosten (of Constante kosten)
Deze kosten veranderen niet als de bedrijfsdrukte (afzet) verandert (binnen de beschikbare
capaciteit). Bv. Huurkosten
Gemengde kosten
De kosten hebben voor een deel een vast en voor een deel een variabel karakter.
Bv. Personeelskosten (0-uren contract), energiekosten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur daniquetiemens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.