Pluriforme samenleving
Hoofdstuk 1
§1.1 De langzame eenwording van Nederland
Veel beschrijvingen van NL: vrijheidsdrang en verlangen naar ordening-> gaan niet makkelijk samen, omdat bij
ordening al vaak vrijheid wordt ingeperkt.
Pluriforme samenleving is een samenleving waarin mensen van verschillende sociale klasse, godsdiensten en
levensstijlen samenleven.
De onderlinge toenadering tussen inwoners verliep traag door veel verschillen, platteland en stad.
Eenwording NL-> communicatiemiddelen zoals telegrafie en spoorwegen, afstanden werden hierdoor kleiner. 1 mei
1909 werden over in NL de klokken gelijk gezet-> tijdsrekening. Mooi voorbeeld van ontwikkeling saamhorigheid.
§1.2 Zijn wij tolerant?
Morele geografie= het dicht bij elkaar leven van mensen op een klein grondgebied heeft invloed op de manier hoe
mensen met elkaar omgaan.-> samen met pluriform was het klimaat van tolerantie noodzakelijk.
Tolerantie was pragmatische keuze= de bestuurders realiseerden zich hoe kwetsbaar de maatschappelijke vrede was
in een land met religieuze minderheden.
Het profijt van de handel woog zwaarder dan principes van het geloof.
Tolerantie was toen het toelaten van iets wat eigenlijk verboden was, zoals schuilkerken-> katholieken mochten
geen kerkdiensten houden, ze werden wel getolereerd zolang ze niet te opzichtig plaatsvonden.
Er was vrijheid van geweten, maar ze konden niet openbaar worden geuit.
Principiële kant aan tolerantie: mensen waren overtuigd dat er vrijheid moest zijn van denken, recht op eigen
geweten.
Schrijvers die in hun eigen land werden gecensureerd, kwamen naar NL.
Portugese joden en hugenoten vluchtten naar NL
§1.3 Democratie van natte voeten
Poldermodel en pacificatiedemocratie. Deze begrippen geven aan dat in het land van minderheden vaak om
compromissen gaat. Er zijn coalitieregeringen waarin verschillende partijen moeten samenwerken.
De traditie van conflictoplossing is gegaan met de strijd tegen het water, die dwong ons tot samenwerking. Leidde
tot sterk gevoel van maakbaarheid en ordening.
In NL is er voortdurend gezocht naar een vergelijk tussen uiteenlopende tradities: gaat hand in hand met neiging tot
conformisme= het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en gedragingen van de meerderheid van de
bevolking. Lange tijd hebben ruime meerderheden dezelfde mening-> verandering-> nieuwe meerderheid.
Zoals: eerst samenleven zonder getrouwd te zijn was een zonde, nu vindt de meerderheid dat geen probleem.
§1.4 Een gepolariseerde tijd
Sinds 2000 is het politieke en sociale conflict scherper geworden. Een van de oorzaken is de toegenomen
globalisering (landen steeds meer afhankelijk van elkaar). Voordelen zijn toenemende handel en nadelen zijn:
tegenstellingen in wereld worden steeds meer onderdeel van NL samenleving. Buitenland=binnenland.
Kiezers stemmen minder op de partijen die compromissen willen sluiten, maar juist op de partijen die
tegenstellingen scherp onder woorden brengen, zoals Wilders.
Polarisatie= versterken van tegenstellingen tussen partijen. Heeft geleid tot verhevigde politieke en
maatschappelijke onzekerheid in de omgang met culturele verschillen.-> debatten over zwarte piet, hoofddoek bij
politie.
Sociale cohesie staat in NL onder druk-> het vertrouwen van burgers in elkaar en overheid wordt minder.
Hoofdstuk 2
§2.1 Wat is een cultuur?
Cultuur= alle waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met
elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. Culturen zijn vaste gewoontes maar ze veranderen ook.
vroeger iedereen gelovig, nu minderheid.
Rechten van kwetsbare groepen beter gewaarborgd
, Slavernij eerst heel normaal en nu ondenkbaar.
§2.2 De functies van een cultuur
De cultuur van de groep waar je bij hoort bepaalt deel van je persoonlijkheid, kleding, muziek.
Mensen hebben door hun cultuur een gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde normen,
waarden en gewoontes.-> makkelijk gevoelens en gedachtes uitwisselen.
Cultuur geeft ook richting aan denken en doen van mensen. Het is dus gedragsregulerend= doet het gedrag van
mensen geordend en voorspelbaar verlopen.
Om de samenleving goed te laten verlopen, moet er een dominante cultuur zijn= het geheel van waarden, normen
en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt geaccepteerd.
Subcultuur is cultuur die door een specifieke groep is gemaakt en die afwijkt van de dominante cultuur.
Subculturen zijn te onderscheiden in: jeugdculturen, bedrijfsculturen, religieuze en etnische culturen.
Culturen blijven niet altijd hetzelfde. Dominante culturen veranderen door subculturen en tegenculturen: groepen
die hier tot behoren verzetten zich tegen de dominante cultuur of vormen er een bedreiging voor.
Bijv. Anonymous, groep die zich verzet door websites te hacken.
Eenlingen die tegen de slavernij waren en na lange tijd de meerderheid achter zich kregen.
§2.3 Hoe wordt cultuur overgedragen?
Belangrijkste kenmerken van cultuur worden aan nieuwe leden overgedragen door socialisatie= het proces waarbij
iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere kenmerken van een cultuur aangeleerd krijgt.
Zorgt ervoor dat cultuur blijft bestaan
Socialisatie vooral door imitatie.
Media en overheid zijn ook socialiserende instituties= ze maken wetten met bepaalde waarden en normen + grote
invloed.
Socialisatieproces gebeurt door sociale controle= manier waarop mensen anderen stimuleren of dwingen om zich
aan geldende normen te houden.
Formele (gebaseerd op geschreven regels, wetten) en informele (beleefdheidsvormen en ongeschreven regels)
sociale controle.
Sociale controle vindt plaats in positieve en negatieve sancties. (diploma gehaald en uitfluiten van voetbalteam)
Door socialisatie voelen mensen zich verwant met de dominante cultuur en kleine culturen. Wie we zijn is een
mengeling van aangeboren en aangeleerde eigenschappen.
§2.4 Waarin verschillen culturen?
Culturen zijn verschillend, maar er is wel ordening. Er zijn 5 dimensies waarin ze verschillen:
1. Machtsafstand: gaat over gezag in een cultuur: relaties tussen. Kleine machtsafstand in NL
2. Individualisme vs. Collectivisme: score geeft de mate aan waarin individuen zich deel voelen van groepen.
Maatschappijen waar de banden tussen mensen vrij los zijn-> individualistisch, veel eigen initiatief.
Collectivistische maatschappij-> mensen horen vanaf geboorte bij hechte groep, groep telt zwaarder mee,
dan individu.
3. Masculiniteit vs. Feminiteit: rolverdeling tussen mannen en vrouwen. Bij feminiene culturen zijn mannen en
vrouwen zo goed als gelijk. Bij masculiene culturen is de wereld van mannen en vrouwen duidelijk
gescheiden.
4. Onzekerheidsvermijding: laat culturele verschillen zien van de mate van angst die men heeft voor de
toekomst binnen de samenleving. Als het hoog is-> men wil zekerheid in werk, sparen veel en zijn vaak
religieus.
Als het laag is-> minder nadruk op regels, uiteenlopende mening geaccepteerd.
5. Oriëntatie op de lange vs. Korte termijn : of maatschappij gericht is op toekomst / heden. Toekomstgerichte
maatschappij plannen en sparen veel. Maatschappij op het heden gericht-> pluk-de-dagmentaliteit +
behoefte snelle resultaten.
§2.5 De betekenis van vooroordelen
Elke cultuur heeft vooroordelen-> etnocentrisme= eigen groep wordt gezien als middelpunt van alles, alle andere
worden daaraan afgemeten.
Iedereen heeft vooropgezette meningen over andere groepen/culturen.
Vooroordelen komen door onzekerheid-> wordt versterkt bij maatschappelijke veranderingen, er wordt dan gezocht
naar een zondebok.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur donnavz. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.