Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoorcolleges Introductie Maatschappijwetenschappen (IMW) €7,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoorcolleges Introductie Maatschappijwetenschappen (IMW)

3 revues
 83 vues  16 achats
  • Cours
  • Établissement

Overzicht van de elf hoorcolleges van IMW.

Aperçu 4 sur 48  pages

  • 5 avril 2021
  • 48
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Meerdere proffessoren
  • Toutes les classes

3  revues

review-writer-avatar

Par: menninkzarah • 1 année de cela

review-writer-avatar

Par: lucasdiasdossantos02 • 2 année de cela

review-writer-avatar

Par: beatrijsmaanicus • 2 année de cela

avatar-seller
Introductie Maatschappij Wetenschappen: de moderne samenleving

Inhoudsopgave
1.1 Wat zijn de maatschappijwetenschappen en in het bijzonder wat is sociologie?....................................2
1.2 Overzicht van de cursus.............................................................................................................................3
1.3 Ontstaan van sociologie en de rol van theorie..........................................................................................3
HC2. Karl Marx......................................................................................................................................................6
2.1 Voorafgaand aan Marx..............................................................................................................................6
2.2 Marx en Engels en het historisch materialisme.........................................................................................6
2.3 Ongelijkheid in Nederland en in vergelijking met andere landen.............................................................8
HC3. Durkheim....................................................................................................................................................10
3.1 Voorafgaand aan Durkheim.....................................................................................................................10
3.2 Durkheim en het structureel-functionalisme..........................................................................................10
3.3 Het structureel-functionalisme toegepast door Durkheim.....................................................................11
HC4. Parsons en Merton (Amerikaanse klassiekers)..........................................................................................14
4.1 Parsons en zijn socialisatietheorie...........................................................................................................14
4.2 Merton en zijn theorie over anomie.......................................................................................................15
HC5. Max Weber, interpretatief individualisme.................................................................................................17
5.1 Verstehen en het ideaaltype....................................................................................................................17
5.2 ‘Modernisering is rationalisering’............................................................................................................17
5.3 Rationalisering van economie, staat en organisatiewezen.....................................................................18
5.4 Rationalisering en ‘wahlverwandschaft’..................................................................................................19
5.5 De merites en gevaren van rationalisering..............................................................................................20
HC6. De kritische theorie....................................................................................................................................21
6.1 Frankfurter Schule en de kritische theorie..............................................................................................21
6.2 Dialectiek en de Verlichting (Horkheimer/Adorno).................................................................................22
6.3 Moderniteit: het onvoltooide project.....................................................................................................23
HC7. Conflicttheorie en de reproductie van ongelijkheid (Bourdieu).................................................................25
7.1 Vormen van stratificatie en conflict........................................................................................................25
7.2 Internationale onafhankelijkheden.........................................................................................................27
7.3 Reproductie van ongelijkheden (Bourdieu).............................................................................................28
HC8. Rationale keuze..........................................................................................................................................30
8.1 Rationele-keuzetheorie: algemene uitgangspunten...............................................................................30
8.2 Rationele-keuzetheorie: theoretische achtergrond................................................................................30
8.3 Sociale uitwisselingstheorie (social exchange theory)............................................................................32
8.4 Sociale uitwisseling en de rol van macht, netwerken, vertrouwen en sociaal kapitaal..........................32
HC9. Interpretatieve sociologie..........................................................................................................................34
9.1 Interpretatieve sociologie........................................................................................................................34
9.2 Symbolisch interactionisme, fenomenologie en etnomethodologie......................................................36
HC10. Gender en seksualiteit..............................................................................................................................40
10.1 Genderongelijkheid en feministische theorie.......................................................................................40
10.2 Seksualiteit, bio-macht en queer theorie..............................................................................................43
HC11. Ras, etniciteit, herkomst en mondialisering.............................................................................................45
11.1 Ras, etniciteit en herkomst – racisme en xenofobie.............................................................................45
11.2 Mondialisering en ongelijkheden..........................................................................................................46

,HC1. Introductie

1.1 Wat zijn de maatschappijwetenschappen en in het bijzonder wat is sociologie?
Sociologie gaat over veel mensen, over groepen van mensen en gaat over individuen en de relaties tussen
individuen binnen een geheel. Alles wat over mensen gaat en de relaties tussen mensen binnen de context van de
samenleving verklaard wordt sociologie genoemd.

Perspectieven binnen de sociologie
Nederland is een maatschappij waarin we, zeker in deze tijd, te maken hebben met regels die voor iedereen
binnen ons grensgebied geldt. Denk bijvoorbeeld aan de avondklok. Er gebeurt iets binnen een bepaald
grondgebied (een land), hierin hebben wel bepaalde instituten (zoals de politiek) waar wetten uitkomen waar de
burgers van een land zich aan moeten houden.
Wanneer je in Nederland geboren en opgegroeid bent en je bent Nederlands staatsburger, is het waarschijnlijk
dat je sterk gericht bent op wat er in Nederland gebeurt. Je aandacht licht primair op wat er in Nederland gebeurt
en minder sterk op andere landen.
Grenzen en landen zijn voor heel veel mensen erg belangrijk. Duitsland was voor de val van de muur verdeeld in
de Bundesrepubliek Duitsland (West-Duitsland) en de Deutsche Demokratische Republik (Oost-Duitsland). Een
persoon die als tiener is opgegroeid in Oost-Duitsland voor de val van de muur ervaart tot vandaag de dag nog
een beperking om te reizen naar anderen landen, vrijheid van meningsuiting te hebben en het continue gevoel
hebben van controle door de overheid. De invloed van de omgeving/maatschappij waar je in woont is erg groot
en bepaald wat wel of niet mogelijk is voor jou als mens.

Sociologie
Gaat over de mens in zijn of haar context, in de samenleving waarin hij/zij leeft. Het gaat ook over de interactie
en relaties tussen mensen binnen een samenleving en over hoe mensen met elkaar omgaan. De sociologie is een
wetenschap die zich richt op hoe mensen vormgeven aan hun leven. Met vragen over hoe wij met elkaar
samenleven, welke invloed we op elkaar hebben en hoe de omgeving waarin we wonen ons mogelijkheden biedt
en beperkingen heeft.
We willen begrijpen hoe verschillende mensen vormgeven aan hun leven en hoe ze dat doen binnen de
samenleving waarin ze wonen. Het is interessant om te kijken naar de mogelijkheden die mensen hebben en
welke van deze mogelijkheden ze wel of niet aangrijpen. Het is interessant om te kijken naar:
 Hoe mensen in armoede leven en daarin terecht zijn gekomen en waarom het ze niet lukt om daaruit te
komen
 Hoe mensen rijk worden.
 Hoe verschillende leefstijlen ontstaan en wat voor rol het speelt (bijvoorbeeld de subcultuur punkers vs.
de islam).
 De rol van religieuze groeperingen.
 De mate waarin de samenleving mensen de mogelijkheden geeft om eigen keuzes te maken,
bijvoorbeeld het homohuwelijk.
De sociologie richt zich op het begrijpen van ongelijkheden binnen de samenleving. Er wordt gekeken naar de
grootte van de ongelijkheid en waarom het die grootte heeft.

Sociologie zien in individuele keuzes
Je kunt de maatschappij zien als individuele keuzes. Zo wordt door sociologen bijvoorbeeld het vinden van
liefde gezien als een individuele keuze. Het is bijvoorbeeld bekend dat hoogopgeleide personen vaak een relatie
krijgen met een andere hoogopgeleide. Dit heeft te maken met een match in voorkeuren, dezelfde ideeën en
smaak. Dit ontstaat aan de andere kant ook door het volgen van een hoge opleiding en het genereren van een
groter inkomen. Het vinden van een partner en verliefd worden heeft dus ook te maken met maatschappelijke
structuren en met de rol die de samenleving speelt.

Persoonlijke, individuele keuzes?
Het aantal kinderen dat men krijgt verschilt sterk tussen landen binnen Europa. Daarnaast is het verschil in
leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen ook groot binnen Europa. In Estland maakte de overheid zich zorgen
over het feit dat mensen steeds minder kinderen kregen. De overheid heeft toen een royaal ouderschapsverlof
ingesteld waarbij de vrouw gedurende een periode van twee jaar lang het salaris kreeg doorbetaald door de
overheid. Na de instelling van het nieuwe zwangerschapsverlof steeg het aantal geboortes in Estland. Zo kun je
zien dat de overheid ook van invloed kan zijn op de ‘persoonlijke’ keuzes van mensen.

Mens durf te leven

,De wisselwerking tussen mens en maatschappij wordt ook vaak bezongen in muziek. Het gaat over de
moeilijkheden die mensen ervaren bij het volgen van hun eigen pad en het maken van eigen keuzes. Er wordt
gezongen over de rol die anderen in jouw leven spelen. Bij de sociologie gaat het echt om de structuren en
instituten die van invloed zijn op ons dagelijks leven en de keuzes die wij maken.

Conclusie
 Sociologie richt zich op hoe macrostructuren de organisatie van ons sociale leven vormgeven.
 En hoe deze sociale structuren de keuzes en mogelijkheden voor individuen geven en beperken.
 Sociologie richt zich op individuen en hun interacties (microdynamics) en hoe die beïnvloed worden
door de context waarin zij zich begeven. En de keuzevrijheid (agency) die individuen daarbinnen
gebruiken.


1.2 Overzicht van de cursus
Literatuur in de cursus: Introduction to Sociological Theory. Theorists, concepts, and their applicability to the
twenty-first century. Dillon, Michele (2020).

Leerdoelen
Kennis- en begripsdoelen hebben betrekking op:
 Het verwerven van kennis met betrekking tot centrale theorieën en concepten in de sociologie ten
aanzien van maatschappelijke problemen, processen, structuren en instituties.
 Het verwerven van kennis van de geschiedenis van de sociologie als wetenschapsgebied, in het
bijzonder de ontwikkeling in theorie.
Analyse- en toepassingsdoelen hebben betrekking op:
 Het kunnen analyseren van actuele maatschappelijke vraagstukken aan de hand van relevante, centrale
sociologische theorieën en concepten.
 Het kunnen toepassen van centrale sociologische theorieën en concepten op concrete sociale
problematiek.
Vaardigheidsdoelen hebben betrekking op:
 Het leidinggeven aan en begeleiden van een werkgroep bijeenkomst (moderatorschap) over een actueel
maatschappelijk vraagstuk.


1.3 Ontstaan van sociologie en de rol van theorie
Comte (1798-1857)
Comte kan worden gezien als de grondlegger voor de sociologie. Sociologie is ontstaan uit de woorden socius
(medemens) en logos (leer); de leer van de medemens. Comte stelde dat wetenschappelijk moet worden
onderzocht hoe mensen met elkaar omgaan en hoe zij vormgeven met elkaar aan de samenleving. Dit moet dus
niet meer worden gedaan aan de hand van traditie, geloof en bijgeloof.

De Verlichitng als keerpunt
De leer van de medemens heeft zijn oorsprong in de verlichting. Er kan dus worden gezegd dat in de Verlichting
de basis heeft gevormd voor de sociologie. In de 18e eeuw (de tijd van de Verlichting) wordt er steeds meer
waarde gehecht aan het wetenschappelijk denken en het begrijpen van alles om ons heen waaronder de
samenleving. De ratio (het denken) moest centraal staan om onze samenleving te kunnen begrijpen. Hierin was
ook ruimte voor vooruitgangsdenken en daarmee samenhangend ontstonden emancipatiekrachten. Het
wetenschappelijk denken heeft als uitgangspunt datgene wat waarneembaar is, dit gebruikt Comte als basis voor
het vormen van de sociologie. Zaken als religie moet je geloven en zijn niet waarneembaar en daarmee dus niet
geschikt voor de sociologie. Datgene wat we kunnen observeren vormt de bron van de kennis (empirie) en de
voedingsbodem voor het wetenschappelijk denken.

Voordat ‘sociologie’ als zodanig bestond
Voordat de sociologie als zodanig bestond werd het denken over de samenleving vooral beschreven door
filosofen. Zij zette hun ratio in om hun een goede omschrijving te geven van de samenleving.

Het positivisme van Comte
Het positivisme is het centraal stellen van het waarneembare, het empirisme. Op basis van wat we waarnemen
kunnen we uitspraken doen over hoe onze samenleving eruitziet en waarom hij er zo uitziet. De regels van de
natuurwetenschappen worden toegepast op het begrijpen van de samenleving (er zijn bepaalde

, regelmatigheden/wetten die begrip geven aan de samenleving). Er zouden hele strikte wetten van toepassing zijn
op menselijk handelen en vormgeven aan leven en samenleving. Comte stelde daarbij dat het uitgangspunt
datgene moest zijn wat waarneembaar is. Wetenschap en hiermee de sociologie is hiermee dus objectief.

Theorie van Comte (positivisme)
Wetmatigheden W Explanans
Condities C
Explanandum E Explanandum

Wat voor waarneembare zaken we tegenkomen in de samenleving en datgene wat we willen verklaren
(explanandum) kunnen we verklaren vanuit de explanans. Dit zijn de wetmatigheden en het zich voordoen van
bepaalde condities.

Voorbeeld:
 W: naarmate er meer in de publieke gezondheidszorg wordt geïnvesteerd, is de levensverwachting van
mensen hoger.
 C: in rijke landen wordt er meer in de publieke gezondheidszorg geïnvesteerd dan in arme landen.
 E: in rijke landen is de levensverwachting hoger dan in arme landen.

Er wordt een algemene verwachting opgesteld die we als wetmatigheid kunnen zien. Als we deze matigheid
toepassen op bepaalde condities dan volgt het explanandum daar logischerwijs uit. Het kan ook de andere kant
op; het explanandum kan worden verklaard aan de hand van de explanans.

Interpretatieve benadering
Als reactie op de theorie van Comte ontstond de interpretatieve benadering.
 Het onderwerp van de sociale wetenschappen betreft de mens en haar gedrag, wat niet in wetten te
vangen is (kritiek theorie Comte).
 Een sociaal wetenschapper verhoudt zich anders tot zijn onderzoeksobject dan een
natuurwetenschapper.

Twee dominante (elkaar aanvullende) benaderingen
1. Positivistisch: de werkelijkheid kunnen we waarnemen en meten met indicatoren. Met statistiek kunnen
we relaties tussen kenmerken vaststellen.
2. Interpretatief: het verklaren van sociale fenomenen door het begrijpen van de alledaagse
gecontextualiseerde werkelijkheid.
Veel onderzoekers verbinden deze twee benaderingen met elkaar.

Theorie – wat is het?
Er werd elke keer opnieuw gekeken of de ontwikkelde theorie nog paste bij de huidige samenleving. Af en toe
was dit niet het geval, maar vaak wel. Dan moest er slechts een kleine aanpassing aan de theorie gedaan worden
om hem weer passend te maken.
 Sociologische theorie is een verzameling van concepten en uitspraken over relaties daartussen, waarmee
de patronen en processen in de samenleving worden begrepen.
 Theorie hebben we nodig om antwoord te geven op wetenschappelijke vragen over empirische sociale
fenomenen.
 Een theorie is altijd in ontwikkeling waarmee het een verzameling van kennis is die verder uitgebreid of
aangepast kan worden.

Gebruik van theorie


Onderzoek naar
Theoretisch
Vraag het theoretisch Nieuwe vraag
antwoord
antwoord
Wanneer we een empirisch antwoord hebben gevonden op onze vraag kunnen vaak nieuwe vragen ontstaan.
Wanneer bijvoorbeeld je theoretische antwoord niet helemaal klopt (je hypothese klopt niet) roept dit vragen op
over je onderzoek en de theorie. Wanneer je je bedenk dat de theorie een opbouw is van kennis over een hele
lange periode is het erg interessant als je iets vindt wat niet stroomt met de theorie. Er moet dan kritisch worden
gekeken naar wat er niet klopt aan de theorie. Zo blijft de theorie veranderlijk en ontstaat er eventueel een

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur revelips. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,49  16x  vendu
  • (3)
  Ajouter