Cultural Diversity: Policy, Care And Education In Multicultural Societies
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Dit betreft een samenvatting van alle 30 artikelen die voor het vak Cultural Diversity gelezen moeten worden. Specifiek:
Bonjour, S. A., & Scholten, P. (2014). The Netherlands. In A. Triandafyllidou, & R. Gropas (editors), European
immigration: a sourcebook. - 2nd edition (pp. 262-271). (Resea...
Cultural Diversity: Policy, Care And Education In Multicultural Societies
Tous les documents sur ce sujet (14)
1
vérifier
Par: kaylvm • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
DTV
Avis reçus
Aperçu du contenu
Week 1
This weeks readings consists of two articles about a scientific approach to culture and development,
and two articles about migrants and the society they live in.
Bonjour, S. A., & Scholten, P. (2014). The Netherlands
When you study migration and the multicultural society, the first questions that needs to be
answered about the groups concerned are: who are they? How are they doing? How are they
perceived and treated. Bonjour and Scholten present an overview of the recent history of Dutch
migration politics; of the development of the numbers and origin of Dutch immigrants; of the
participation of migrants in public life and of the public discourse about migrants. You don’t need to
know exact dates, names and numbers, but it is, for example, important to know the development
of different approaches to migration in politics. And to know, another example, the participation of
different groups in society.
1. What is the main question?
Hoe de ontwikkeling van migratie en integratie verloopt in Nederland.
2. In what way is the question answered?
Er wordt gekeken naar hoe de integratie vanuit de overheid wordt aangepakt. Ook wordt er
gekeken naar het aantal migranten dat in Nederland woont en de trend. Daarnaast wordt
gekeken naar de economische status van de migranten.
3. Which theories and key concepts are described?
4. What are the main results and or conclusions?
Nederland leeft maar deels naar z'n reputatie van een assimilationistisch, anti-immigrant
land. De discussies over migratie en integratie zijn intenser en het multiculturalisme wordt
meer afgewezen. De hervorming van het restrictieve beleid is echter gematigder geweest
dan deze debatten zouden doen vermoeden. Immigratie flows zijn toegenomen, als gevolg
van een nieuw intra-EU migratie van centraal en oost Europa. Culturele verschillen en angst
van islam domineert niet meer de politiek en de politieke agenda's, nu vooral de immigratie
en incorporatie van labour migrants en hun familie (vooral uit Polen). Hierbij is de impact van
de EU op het Nederlandse migratiebeleid scherper voelbaar.
Crul, M. & Schneider, J. (2010). Comparative integration context theory:
participation and belonging in new diverse European cities
This article complements the article of Bonjour and Scholten. Bonjour and Scholten describe the
Dutch context and participation of migrants. Crul and Schneider compare differences in integration
context of various European countries. They also compare differences in the political and social
context. They find differences in participation of migrants across countries that can be linked to
differences in these contexts. The comparative integration context theory is summarized on page
1262.
1. What is the main question?
Wat de verschillen zijn in de integratie context van verschillende Europese landen.
2. In what way is the question answered?
Verschillende etnische groepen worden in verschillende contexten met elkaar vergeleken. Dit
wordt gedaan aan de hand van het TIES project.
3. Which theories and key concepts are described?
Comparative integration context theory = Stelt dat participatie in sociale organisaties en bij
lokale communities horen in Europese steden sterk afhankelijk is van de integratie context.
Segmented assimilation theory = Stelt dat er meerdere manieren zijn om te assimileren in de
Amerikaanse maatschappij.
, New assimilation theory = De auteurs van de nieuwe assimilatietheorie tonen op
overtuigende wijze aan dat de dominante stroming "rechtlijnige assimilatie" blijft, misschien
niet in alle opzichten in de tweede, maar in ieder geval in de derde generatie.
Reception context = bv de verschillende behandeling van illegale migranten in vergelijking
met uitgenodigde politieke vluchtelingen.
Societal context = bv de mate van racisme in de VS tegenover bepaalde etnische groepen.
Local context = bv de buurt en de economie
4. What are the main results and or conclusions?
Uit de New York second generation study bleek dat etnische groepen verschillen in het
omgaan met het schoolsysteem. Als een groep in een arme buurt woont met openbare
scholen van lage kwaliteit, is de kans klein dat ze naar (prestigieuze) universiteiten gaan. De
extreme verschillen in kwaliteit van onderwijs is kenmerkend voor de Amerikaanse
institutionele regelingen in het onderwijs. Uit het TIES onderzoek bleek dat verschillende
contextuele frameworks ook verschillende consequenties/uitkomsten hebben.
Kağıtçıbaşı, (1996). Family and Human Development across Cultures: A View
from the Other Side
In this article a model is presented that is frequently used in science and policy to characterize family
structure, socialization values and interactions within different cultures. It is important that you
know and understand both the model of independence and the model of interdependence.
Kağıtçıbaşı presents in this text from 1996 the original model, plus background. The original model is
still used today. The model is discussed during the first lecture and serves as a theoretical framework
for the paper. In the first seminar the model is discussed and applied to a case. In one of the next
seminars the article by Vonorov is discussed in which critical comments are made about the model
and alternative models are presented.
1. What is the main question?
Hoe the self, familie en maatschappij aan elkaar gelinkt is.
2. In what way is the question answered?
Er wordt een model voorgesteld van familie en veranderingen daarin, door socio-
economische ontwikkelingen, die een causale/functionele analyse van de ontwikkeling van
the self met zich meebrengt. Ook wordt er gekeken naar familiepatronen en hoe deze
veranderen.
3. Which theories and key concepts are described?
The modernization theory = 2 assumpties: datgene wat anders is van de Westerse prototype
is gebrekkig en daardoor gebonden te veranderen met ontwikkeling. En westerse
familiepatronen zijn geëvolueerd naar kerngezinnen en individualistische scheiding als een
noodzakelijk resultaat van de industrialisatie.
Model of interdependence = collectivistisch model
Model of independence = individualistisch model
4. What are the main results and or conclusions?
Het model wordt uitgelegd.
Super, C. M. & Harkness, S. (1986). The developmental niche: a
conceptualization at the interface of child and culture
The Developmental Niche is a widely used model in research into the relationship between culture
and development of children. Unlike the model of Kağıtçıbaşı, the model itself has no specific
content, no characteristics of different cultures are described. The developmental niche does provide
a framework for studying how settings, customs and psychology are intertwined and how they relate
to culture. This model is discussed during the first lecture, and during several seminars.
1. What is the main question?
, Hoe we de culturele structurering van de ontwikkeling van kinderen kunnen onderzoeken.
2. In what way is the question answered?
Hiervoor is een model ontwikkeld, de developmental niche.
3. Which theories and key concepts are described?
De developmental niche = een framework om de culturele structurering van de ontwikkeling
van kinderen te kunnen bekijken. Het bestaat uit 3 componenten: fysieke en sociale settings
waarin het kind leeft, de gewoonten van het verzorgen en opvoeden van het kind en de
mentaliteit van de opvoeders. Homeostatic mechanismen houden de drie subsystemen in
harmonie met elkaar en gepast met de mate van ontwikkeling en individuele eigenschappen
van het kind.
4. What are the main results and or conclusions?
Het model wordt uitgelegd.
Week 2
This week’s readings consist of two articles about the question how culture could be studied in
relation to development and one article about identity in relation to the multicultural society.
Henrich, J., Heine, S. J. & Norenzayan, A. (2010). The weirdest people in the
world?
The article of Henrich and colleagues is about the cultural bias of many studies and theories. Many
studies are conducted in and applied to WEIRD societies, and are not universal, not applicable to
people living in non-WEIRD societies. Results are representative for a specific group of people and
not for all humans alive. The main part of this article consists of examples of how studies and
research fits one group or culture, but not the other. You don’t need to know each example by
heart, but you do need to know Contrast 1 to 4. Furthermore, given a specific example you should
be able to relate the example to the questions of bias and WEIRD societies. It’s important that you
recognize questions of representation. Some examples are easy to comprehend, like the part about
perceiving colors in chapter 3.6. Some examples demand specific knowledge to understand, like the
part in the same paragraph about false belief tasks. You can look it up or ask the teacher of your
seminar about it. Some examples are a tough read, and very interesting the moment you catch the
meaning of it, like the part on folkbiological reasoning in paragraph 3.3.
1. What is the main question?
Er wordt aangenomen dat er weinig variatie is tussen alle mensen, en dat ze ook goed
generaliseerbaar zijn. Van veel mensen uit WEIRD (Western, Educated, Industrialized, Rich,
and Democratic) societies wordt dan ook data gebruikt en conclusies uitgetrokken, maar zijn
deze dan terecht? Beter gezegd, de database representeert niet de volledige diversiteit van
de mens, we hebben alleen maar op grote schaal de WEIRD mensen bestudeerd, een kleine
en potentiële eigenaardige subpopulatie, waarbij vervolgens interpretaties gedaan worden
die voor de hele mensheid gelden.
2. In what way is the question answered?
WEIRD mensen worden vergeleken met andere populaties. De vraag werd beantwoord door
een empirisch overzicht op te stellen van studie waarbij op grote schaal vergelijkende
experimenten werden uitgevoerd m.b.t. belangrijke psychologische of gedragsvariabelen.
3. Which theories and key concepts are described?
Evolutionary thinking
Holistisch denken = Impliceert een oriëntatie op de context of het veld als geheel, met
inbegrip van aandacht voor relaties tussen een centraal object en het veld, en een voorkeur
voor het verklaren en voorspellen van gebeurtenissen op basis van dergelijke relaties.
, Analystisch denken = Impliceert een loskoppeling van objecten van contexten, een neiging
om zich te concentreren op de attributen van objecten, en een voorkeur voor het gebruik van
categorische regels om gedrag te verklaren en te voorspellen.
Fundamental attribution error = De neiging om situationele informatie (factoren die buiten
een persoon liggen) te negeren ten gunste van dispositionele informatie (factoren die binnen
een persoon liggen).
Theorie van Kohlberg (development of moral reasoning) = Het vermogen van mensen om
moreel te redeneren is afhankelijk van cognitieve vaardigheden die zich ontwikkelen in de
loop van de volwassenheid. Kohlberg stelt dat mensen dezelfde drie niveaus doorlopen:
preconventioneel niveau, conventioneel niveau en postconventioneel niveau. (blz 73 (13))
Terror management theory = Beweert dat mensen, omdat zij zich ervan bewust zijn dat zij
ooit zullen sterven, met de daarmee gepaard gaande existentiële angst omgaan door zich in
te spannen om zich aan te passen aan hun culturele wereldbeelden.
4. What are the main results and or conclusions?
Uitgesproken populatievariatie is gemeengoed in de gedragswetenschappen. Er zijn nu
voldoende bronnen van experimenteel bewijs, waarbij gebruik wordt gemaakt van zeer
uiteenlopende methoden uit diverse disciplines, om aan te tonen dat er aanzienlijke
psychologische en gedragsvariatie bestaat tussen menselijke populaties.
De Western undergraduates domineren de database.
Velez-Agosto et al. (2017). Bronfenbrenner's bioecological theory revision
The article of Velez-Agosto and colleagues raises the question of how culture in relation to
behavior could be conceptualized. The authors start with Bronfenbrenner’s model, which is also
the model that is used by our department as a framework to study and to teach development
and parenting. Students that are not familiar with the model can easily find a textbook or in an
internet page about the model. On page 901, ‘To develop our arguments …’, the structure of
this article is summarized: Bronfenbrenner’s model and its flaws, three theories about culture
that could be a useful addition to the model, Weiser, Vygotsky and Rogoff, and a modified
model. These are the things you need to know about the article.
1. What is the main question?
Hoe cultuur in relatie met gedrag kan worden geconceptualiseerd. En wat voor
‘developmental niche’ een persoon ervaart.
2. In what way is the question answered?
Het model van Bronfenbrenner wordt een beetje betwist aan de hand van andere
theorieën.
3. Which theories and key concepts are described?
Het bioecologische model van Bronfenbrenner.
Socioculturele theorie van Vygotsky, het transformatie van participatieperspectief van
Barbara Rogoff, de ecoculturele theorie van Thomas Weisner = zij betwisten de houding van
de bioecologische theorie t.o.v. cultuur, zij stellen allemaal op de een of andere manier dat
cultuur niet losstaat van het individu maar een product is van menselijke activiteit. Dit
betekent dat cultuur geen afzonderlijk systeem is dat opereert vanuit een macroniveau, maar
dat het deel uitmaakt van alledaagse handelingen (activiteiten, routines, praktijken) en van
gemeenschappen van praktijk door middel van een door taal gemedieerd betekenismakend
systeem. (blz 900 (1)).
Sociocultural theory van Vygotsky = Gebaseerd op hoe cultuur menselijke ervaringen
medieert en menselijke activiteiten transformeert.
Ecocultural Theory van Thomas Weisner = De culturele maatschappij verschaft kinderen
paden voor ontwikkeling (verschillende activiteiten, georganiseerd door families en lokale
gemeenschappen waarin het kind kan meedoen tijdens zijn ontwikkeling) binnen een
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur DTV. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.