Organisaties zijn een onderdeel van de maatschappij of samenleving. De samenleving kan
worden opgevat als de omgeving waarbinnen organisaties functioneren. De omgeving van
organisaties oefenen ieder op zich invloed uit op de organisaties doordat ze producten of
diensten afnemen dan wel leveren, en stellen randvoorwaarden waaraan deze producten of
diensten moeten voldoen.
Organisaties oefenen ook zelf invloed uit.
Daarnaast staat de organisatie bloot aan omgevingsinvloeden (ook wel omgevingsfactoren
genoemd) die weliswaar in mindere mate door de organisatie te beïnvloeden zijn, maar wel
van groot belang zijn.
1.2 Partijen
Er wordt voornamelijk een directe invloed uitgeoefend door de partijen uit de omgeving. Zo
zijn er verschillende soorten partijen die besproken worden:
- Afnemers
- Leveranciers
- Concurrentie
- Vermogensverschaffers
- Werknemers
- Belangorganisaties
- Overheidsinstellingen
- Media
Afnemers: zij vormen een belangrijke partij aangezien zij vraag uitoefenen naar producten
en diensten, en de organisatie haar bestaansrecht ontleent aan het voorzien in deze
behoeften. De behoeften van afnemers zijn sterk onderhevig aan veranderingen waarmee
organisaties rekening moeten houden bij de samenstelling van het productassortiment.
Indien een organisatie zich onvoldoende op de hoogte stelt van de veranderende
afnemersbehoefte is het mogelijk dat de bestaande producten uit de gratie van de afnemer
raken en dat de organisatie hierdoor klanten gaat verliezen.
Leveranciers: Elke organisatie maakt gebruik van diensten of producten van andere
organisatie. Aan de leveranciers zullen organisaties eisen stellen met betrekking tot de
kwaliteit, het prijsniveau en de levertijd. Er zijn grote veranderingen hierbij. Er wordt steeds
vaker zaken gedaan in het buitenland en de organisatie wil vaak minder voorraad.
Concurrentie: Concurrenten bepalen min of meer de speelruimte die organisaties hebben op
de markt daar waar het gaat om het productaanbod, het gehanteerde prijs- &
kwaliteitsniveau, keuze van distributiekanalen, uitgaven aan R&D, de reclame-uitgaven enz.
Vermogensverschaffers: Hiermee doelen ze op aandeelhouders, financiële instellingen,
investeringsmaatschappijen, individuele investeerders en de overheid, zullen organisaties
een goede relatie moeten onderhouden.
,Organisaties zijn immers aangewezen op financiële middelen om hun activiteiten te kunnen
uitbreiden of in bestaande vorm te blijven uitoefenen. Bij ontevredenheid van de
vermogensverschaffers kan de geldkraan dicht gedraaid worden.
Werknemers: Zij vormen het belangrijkste kapitaal van iedere organisatie en kunnen als
kritische succesfactor worden beschouwd. De werknemers zullen een steeds grotere rol
spelen bij product- en organisatie-innovaties en kwaliteitsverbeteringen. Zij zijn de spelers in
het veld die de wedstrijd moeten winnen.
Belangenorganisaties: Hiermee worden organisatie verstaan die de belangen van een
bepaalde groep mensen behartigen. Zoals organisaties voor werknemers en werkgevers.
Overheidsinstellingen: De uitvoering van overheidsbeleid wordt hierdoor gedaan. Deze
beïnvloeden organisaties doordat ze moeten toezien op de naleving van regels die door de
overheid zijn uitgevaardigd.
Media: In het huidige tijdsperk speelt social media een hele grote rol. De media kan een
grote invloed hebben op de publieke opinie.
1.3 Omgevingsfactoren
Er zijn verschillende soorten omgevingsfactoren, deze beïnvloeden de organisatie indirecten
zijn dan ook in beperkte mate door de organisatie te beïnvloeden. Echter zijn deze factoren
zeer groot van belang voor het succes van de organisatie
- Milieufactoren (1.3.1)
- Technologische factoren (1.3.2)
- Demografische factoren (1.3.3)
- Economische factoren (1.3.4)
- Politieke factoren (1.3.5)
- Maatschappelijke factoren (1.3.6)
1.3.1 Milieufactoren
Een schone leefomgeving en een gezond klimaat zijn belangrijke elementen voor een
gezonde economie. Vitaal natuurlijk kapitaal is immers een essentiële productiefactor en
vertegenwoordigt een grote economische waarde.
Klimaatverandering is een wereldwijd vraagstuk. Niet alleen Nederland, maar ook
belangrijke handelspartners binnen en buiten Europa ontwikkelen klimaatbeleid.
Tijdens het klimaatakkoord van Parijs (2015) werd afgesproken dat de opwarming van de
aarde wordt beperkt tot minder dan twee graden Celsius ten opzichte van het pre-
industriële tijdperk. Het verdrag vereist lidstaten om nationale klimaatplannen op te stellen,
waarvan die klimaatplannen ambitieus moeten zijn en waarvan het ambitieniveau bij ieder
nieuw plan moet stijgen. Hoewel het akkoord in zou gaan na ondertekening van 55 landen
(die samen meer dan 55% van de broeikasgassen uitstoten) na 2020 is het inmiddels al
getekend door 195 landen voor akkoord.
,Een van de zwakheden van het akkoord bestaat erin dat de landen zelf hun
klimaatdoelstellingen bepalen. Een andere tekortkoming is het feit dat luchtvaart en
scheepsvaart niet vermeld worden.
In Nederland hebben zeven politieke partijen akkoord gegeven voor een nationaal
klimaatakkoord. Hierbij is de hoofddoelstelling om in 2030 broeikasgassen met 49% te
hebben verminderd ten opzichte van 1990, in 2050 hoopt men dit met 95% te bereiken.
Door te veel broeikasgassen leidt dit tot een verandering in flora en fauna.
De overheid, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties hebben op vijf verschillende
gebieden afspraken gemaakt en voorstellen gedaan om de benoemde doelstellingen te
behalen. De verschillende gebieden zijn:
1. Woningen
a. Beter isoleren en verwarmen me duurzame warmte vanaf 2050 van gas af
2. Elektriciteit
a. Een vrij elektriciteitssysteem is het doel. Fossiele brandstoffen moeten hier
een grote rol in gaan spelen.
3. Industrie
a. Het efficienter gebruik maken van warmte en het hergebruiken van
grondstoffen
4. Landbouw
a. Reductie van methaanemissie in vleesindustrie, beter langgebruik, minder
kunstmest
5. Mobiliteit
a. Elektrisch rijden zorgt voor hoge verwachtingen, openbaar vervoer moet
schoner en stimuleren van fietsen
1.3.2 Technologische factoren
Technologische ontwikkelingen zijn essentieel voor de (internationale) concurrentiepositie
van ons bedrijfsleven. Ze worden ook wel de motor van de economie genoemd.
Er zijn doorbraken op verschillende gebieden.
- Biotechnologie: heeft betrekking op levende organismen
- Informatietechnologie: de toepassing van micro-elektronica en heeft betrekking op
de opslag en bewerking van informatie. De belangrijkste gevolgen zullen zijn:
o De wijze waarop werk wordt verricht zal fundamenteel vervangen
o Een integratie van functies
Binnen de organisatie
Tussen organisaties
Elektronische markten
o Verandering in schaalvoordelen en besluitvorming
1.3.3 Demografische factoren
Demografische factoren zijn de omvang, groei en samenstelling van de bevolking. De
omvang van de bevolking zal in stijgende lijn groeien. Maar de samenstelling zal ook
veranderen door allochtonen, maar ook door de vergrijzing die plaatsvindt.
, 1.3.4. Economische factoren
Economische factoren bepalen in belangrijke mate het succes van organisatie.
Ontwikkelingen ten aanzien van de groei van het nationaal inkomen (waarvan 30%
afhankelijk van buitenland) spelen hierbij een belangrijke rol. Dit zorgt vaak voor een hoger
inkomen.
De inkomensverdelingen is dan weer anders, maar ook belangrijk. Veranderingen in de
inkomensverdeling kunnen een belangrijke economische invloed op de omvang van
bepaalde markten hebben.
Internationale ontwikkelingen spelen ook en belangrijke groei.
- De economische groei in verschillende landen
- Valutaschommelingen
- Ontwikkeling van de rentestand
- Ontwikkeling van het buitenlandse loonpeil
1.3.5 Politieke factoren
Vanaf de politieke factorenpolitiek verantwoordelijkheid tracht de overheid de gang van
zaken in het economische leven te sturen. Afgelopen jaren is er een verschuiving van de
politieke macht buiten de grenzen.
Er kunnen in het algemeen vijf vormen van economische integratie onderscheiden worden.
1. Een vrijhandelszone
a. Alleen de onderlinge handelingsbelemmeringen worden door de
deelnemende landen afgeschaft.
2. Een douane-unie
a. Hier wordt tevens een gemeenschappelijke handelspolitiek gevoerd.
3. Een gemeenschappelijke markt Europese Unie
a. De basis is een douane-unie. Daarnaast worden de belemmeringen op het
gebied van productiefactoren weggenomen.
4. Een economische unie
a. Ook het monetaire beleid en financiële overheidspolitiek zijn
geharmoniseerd.
5. Een volledige politieke en economische unie De verenigde staten van Amerika
a. Hierbij gaan de landen geheel samen.
Echter zijn er ook belemmeringen die opgeheven moeten worden bij een open interne markt
- Fysieke belemmeringen: Dit zijn de douanecontroles en bijbehorende papierwerk
- Belemmeringen van technische aard: er bestaan verschillen in voorschriften voor
productnormen, in de bepalingen van het ondernemingsrecht en de afscherming van
de markt voor de overheidsaankopen.
- Fiscale belemmeringen: dit zijn verschillen in btw-tarieven en accijnzen, waardoor
verrekeningen en controles aan de grens noodzakelijk zijn.
1.3.6 Maatschappelijke factoren
In de samenleving is de behoefte groot om invloed uit te oefenen op organisatie, omdat er
kritiek is op zaken zoals de milieuverantwoordelijkheid van bedrijven, geluidshinde, ethische
aspecten van ondernemen en medezeggenschap in organisaties.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dknoors. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.