Samenvatting PSOV04 Sector oriëntatie
Les 1: Basis rundveevoeding
Dieren zit heel verschillend in elkaar qua verteringsstelsel en de opname van het voer.
Kenmerkend voor een herkauwer (koeien, schapen, geiten):
- Ondersnijtanden en boven en onder kiezen
- Vier magen
- Herkauwen
- Herbivoor: eet alleen plantaardig materiaal op
Kenmerkend voor varkens:
- Één maag
- Omnivoor: alleseter
- Goed gebit en kan daardoor goed/veel eten en kauwen
Kenmerkend voor pluimvee:
- Omnivoor: alleseter
- Krop: maalmolen waardoor het voer wordt fijn gemaald
De dieren worden specifiek gehouden voor een bepaald productiedoel.
Productiedoelen:
- Vlees: vleeskuikens, vleesvarkens, vleeskoeien. Alle dieren die groeien in omvang en
vervolgens worden geslacht.
- Melkproductie: koeien, geiten
- Eieren: kip
De aanmaak van eiwit in de vorm van spierweefsel is belangrijk.
Efficiëntie
Voerefficiëntie: bijv. 1 kg mengvoer geeft 2,5 kg melk 2, = 2,5
Voederconversie: bijv. voor 250 gram groei is 1 kg voer nodig. ,25 = 4
Je hebt het liefst een hoge voerefficiëntie en een lage voederconversie. De voerefficiëntie kan ook te
hoog worden. De koe gaat dan niet alleen de energie uit het voer halen, maar ook de eigen
vetreserves aanspreken. Voerefficiëntie van een melkkoe zit gedurende de lactatie tussen de 1,3 en
1,6.
Bij de groei is het ook belangrijk dat je kijkt naar de potentie van het dier. Hierbij wordt er
onderscheid gemaakt op basis van ras, gewicht en geslacht.
De vier magen van een herkauwer op volgorde:
1. Pens
De pens heeft een inhoud van wel 120 l. In de natuur is een koe een ranglaag dier en alleen
op veilige momenten eet; het dier moet in korte tijd veel voer opnemen. Daarnaast
fermenteert (gecontroleerd bederven van voedsel) het product in de pens.
, 2. Netmaag
3. Boekmaag
4. Lebmaag
Hoe gaat het voer door de magen?
In de pens gaat het voer fermenteren door de bacteriën. Fermenteren van het voer is belangrijk,
omdat het voer anders in de volgende magen niet kan worden opgenomen. Na de pens komt het
voer terug in de bek en gaat de koe herkauwen.
Herkauwen is belangrijk omdat:
- Er dan speeksel wordt toegevoegd. Speeksel bevat natriumbicarbonaat, wat zorgt dat de pH-
waarde in de pens gelijk blijft.
- Er enzymen vrijkomen die belangrijk zijn voor het afbreken van de eiwitten in het voer.
- Het kleiner maken van deeltjes en kapotmaken van celwanden
Vervolgens gaat het voer door naar de netmaag, welke een soort opvangnet is. Na de netmaag gaat
het voer naar de boekmaag, waar het vocht uit het voer wordt gehaald. Ten slotte komt het voer in
de lebmaag, dit is de echte maag. In de lebmaag vindt de uitwisseling van voedingsstoffen plaats.
Vervolgens: dunne darm dikke darm endeldarm mest
In de jongveeopfok moet de pens goed worden ontwikkeld, dit gebeurt op drie manieren:
1. Ontwikkelen van de spiermassa.
Om de pens heen zitten spieren die ervoor zorgen dat de pens op de juiste manier samen
trekt. Dit kun je bereiken door voer met structuur te voeren hooi
2. Pensflora (bacteriën, enzymen) ontwikkelen mengvoer voeren
3. Penspapillen (uitstulpingen die aan de wanden van de pens zitten)
De penspapillen kun je ontwikkelen door het voeren van zetmeel en energie. Je stimuleert de
koe (de pens) om geconcentreerd voer op te nemen.
Kalf: ruwvoer voeren vanaf 5 dgn.
Ouder jongvee (1-2 jr.): niet teveel energie voeren, zodat de koe niet vervet.
Droogstandsvee: voldoende structuur te voeren, zodat de pens door kan ontwikkelen naar de
volgende lactatie.
Voedingsenergie
Bruto energie (BE): alles wat we de koeien voeren.
Vervolgens gaat een deel van deze energie verloren:
Bruto energie verliezen in de mest verteerbare energie (VE)
Verteerbare energie verliezen in urine en gassen metaboliseerbare energie
Metaboliseerbare energie (ME) verliezen aan warmte netto energie (NE)
Netto energie (NE) wordt opgedeeld in twee productieonderdelen:
1. Onderhoud
2. Productie
Netto energie / metaboliseerbare energie x 100% = efficiëntie voer per doel
,Onderhoud (90%) 90% van alle energie wordt gebruikt voor onderhoud en 10% wordt gebruikt
voor warmte
Eiwitaanzet (50%) 50% van alle energie wordt gebruikt voor eiwitaanzet en 50% wordt gebruikt
voor warmte
Vetaanzet (75%) 75% van alle energie wordt gebruikt voor vetaanzet en 25% wordt gebruikt voor
warmte
Melkproductie (60%) 60% van alle energie wordt gebruikt voor melkproductie en 40% wordt
gebruikt voor warmte
Hoogproductieve koeien produceren ook veel warmte.
Te veel/ te weinig binnen krijgen:
Te veel energie:
o Vervetten, met als nadeel afkalf- en vruchtbaarheidsproblemen
Te weinig energie:
o Koe neemt af in conditie met evt. slepende melkziekte als gevolg (koe gaat haar
eigen vetreserves aanspreken)
Te veel eiwit:
o Stijging van het ureum
o Pensverzuring
o Vruchtbaarheidsproblemen door het teveel aan eiwit in de voeding
Te weinig eiwit:
o Melkproductie en het eiwitgehalte daalt
o Vermageren
o Daling van het ureum
o Vruchtbaarheids- en gezondheidsproblemen
Essentiële aminozuren: aminozuren die de koe niet zelf kan maken van andere aminozuren, maar de
koe moet binnenkrijgen via het voer.
Niet-essentiële aminozuren: aminozuren die de koe zelf kan aanmaken.
Ureumgetal: getal dat in de melk wordt gemeten, waarbij er wordt gekeken hoeveel teveel aan eiwit
in de voeding via de melk wordt uitgescheiden.
Onbestendig eiwitbalans (OEB): verhouding tussen pensenergie en penseiwit
Penseiwit: onbestendig eiwit
Pensenergie
Meer penseiwit dan pensenergie positief OEB (vooral gras)
Meer pensenergie dan penseiwit negatief OEB (vooral maïs)
Darmeiwit: bestendig eiwit
Onbestendig: niet bestand tegen de pens en wordt opgenomen op pensniveau
Bestendig: bestand tegen de pens en wordt opgenomen op darmniveau
Een koe heeft energie nodig, om eiwit te benutten!
Energie = koolhydraten
Je hebt verschillende soorten koolhydraten, met ieder een eigen fermentatiesnelheid.
, Les 2: Transitiemanagement
Transitiemanagement: de overgang van de ene lactatie naar de andere lactatie
Levensfases koe:
1. Kalf
2. Jongvee
3. Drachtig jongvee
4. Melkkoe
5. Droogstaande koe (meest belangrijke groep)
6. Lacterende niet dragende koe
7. Lacterende dragende koe
Het primaire doel van de droogstand is het voorbereiden van de koe op de volgende lactatie
- Minimaal 50 dgn droogstand
- 4 weken nodig om op te drogen
- 3 weken nodig voor het herstel van het uier
Koeien moeten minimaal 42 dgn droog staan, in verband met de wachttijd van een antibiotica
droogzetter.
Nadelen van het niet droogzetten van een koe:
- Niet behalen van de piekproductie, omdat de cellen niet worden hersteld.
- Stijging van het celgetal
Voordelen van het niet droogzetten van een koe:
- Weinig kans op melkziekte
Start droogstand
- Controleren en evt. behandelen van uierinfecties
Dit beoordeel je op basis van het celgetal bij het droogzetten
Hoog celgetal: eerder droogzetten met antibiotica
Laag celgetal: droogzetten met teat sealer
- Richting de droogstand de melkproductie reduceren
De melkproductie kun je reduceren door een aantal weken voor de droogstand het
krachtvoerverbruik te verminderen (dit is afhankelijk van de lichaamsconditie van de koe).
Voor de droogstand mag je de lichaamsconditie van de koe nog sturen, in de droogstand mag
dit niet meer.
- Het verschralen van het rantsoen
- Evt. preventief behandelen van het uier met antibiotica
In de droogstand moet het uier, maar ook het verteringsstelsel herstellen. Het verteringsstelsel kun
je herstellen door veel ruwvoer te voeren. Op het moment dat er veel ruwvoer wordt gevoerd, blijft
de pens werken. De pens wordt al kleiner door de groei van het kalf. Na de droogstand moet de pens
goed kunnen werken en daarom is beweging belangrijk.
Twee groepen gewenst gedurende de droogstand
1. Far off groep schraal voeren om vervetting te voorkomen. 9000 VEM, 400 DVE, OEB <150
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jorikevandoorn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.