Dit document bevat een duidelijke samenvatting van het boek die gebruikt wordt bij het vak crisis- en rampenbeheersing in het tweede jaar van IVK. Hoofdstuk 1 t/m 9 worden in dit document samengevat.
Crisis- en Rampenbestrijding
Hoofdstuk 1 Crises, calamiteiten en ander onheil:
Er wordt bij crisismanagement voornamelijk gefocust op crisissituaties met een fysieke
oorzaak of verschijning. Een economische crisis of tegenvallende verkopen bij een bedrijf
vallen buiten dit domein.
1.1 Crisisbeheersing: risico, kansen, effecten, gevaren en veiligheid
● Risico: Risico is een conditie waarin de mogelijkheid bestaat van een nadelige
afwijking van de gewenste uitkomst.
Als we een risico globaal definiëren als het gevaar voor schade of verlies, gebruiken we de
volgende formule: risico = kans x effect. De hoogte van een risico wordt dus door twee
factoren bepaald. Deze eenvoudige formule zegt niks over de manier waarop we risico
beleven of ervaren, of waarop risico ons gedrag beïnvloedt. Bij de beleving van een risico
speelt de eigen keuze een belangrijke rol. Iemand die een gevaarlijke sport beoefent, heeft
hier zelf voor gekozen en is zich vaak ook bewust van de gevolgen. Daarbij komt dat de
perceptie van een risico ook te maken heeft met de kennis van een activiteit of de relatie
hiermee. Zo klinkt bijvoorbeeld de chemische stof natriumchloride veel gevaarlijker dan
keukenzout, maar in theorie is het hetzelfde.
Bij bedrijven die gevaarlijke activiteiten, die kunnen leiden tot ernstig letsel of schade,
ontplooien, wordt naar naar twee vormen van risico gekeken. Hiervoor wordt de QRA
gebruikt: quantitative risk assessment. QRA is een hulpmiddel om de kans op en de effecten
van incidenten te bepalen bij het gebruiken, bewerken, vervoeren en opslaan van gevaarlijke
stoffen. Er wordt ook nog onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het
groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is de kans dat een denkbeeldig persoon loopt om op
een bepaalde plek dodelijk getroffen te worden door een ongeval. Het groepsrisico is de
cumulatieve kans (per jaar) dat ten minste tien, honderd of duizend personen overlijden als
rechtstreeks gevolg van een calamiteit. Hierbij speelt ook de inrichting van de omgeving een
rol.
Voorbeeld: Wanneer een gevaarlijk bedrijf zich in een woonwijk bevindt, heeft zij een hogere
groepsrisico dan eenzelfde bedrijf die zich in een industriegebied bevindt. De kans op
ontploffing is dus gelijk, maar als er veel mensen in de buurt zijn, is bij de eerste ontploffing
meer kans op veel slachtoffers.
Bij zulke risicovolle bedrijven, bijvoorbeeld bij een chemische industrie, wordt er op basis
van het plaatsgebonden risicogebied een gebied berekend. Dit heet de zogenaamde 106 -
contour. Deze contour heeft de grens aan van het gebied rondom een object waarbinnen
een persoon jaarlijks een kans van een op de miljoen zou hebben te overlijden als gevolg
van een ongeval bij een object.
Om de burgers in Nederland te informeren over risico’s, maakt de overheid gebruik van
grafische weergaven via het internet. Deze zijn te vinden op www.risicokaart.nl
, In de praktijk kan het risico nooit nul zijn. Als het wel nul kon zijn, zouden we geen gevaar
lopen. Een situatie wordt als veilig beschouwd, als het risico acceptabel is. Het effect speelt
hierbij een rol. Denk bijvoorbeeld aan de vuurwerkramp in Enschede, waar de effecten van
het ontploffende vuurwerk veel groter waren dan verwacht. Over het algemeen wordt er
gebruik gemaakt van schattingen. In de rampenbestrijding wordt de maatramp gebruikt.
Het wordt echter pas moeilijk als we de kansen gaan berekenen. Er zijn verschillende
methodes om de kansen te berekenen. We kunnen bijvoorbeeld kijken naar het verleden en
hier een berekening van maken, maar we weten niet of de kansen in de volgende jaren
gelijk blijven. Menselijk gedrag bijvoorbeeld, is niet te voorspellen. Zo kunnen we niet
voorzien dat een slaperige medewerker een ernstige fout maakt. Bovendien zijn veel
situaties complex. De uitkomst van een aantal factoren kan de uitkomst beïnvloeden. Een
belangrijke regel bij het beoordelen van een risico is: don’t risk more than you can afford to
lose.
1.2: Terminologie: wat is een crisis, ramp of calamiteit?
Van Dale geeft als definitie voor een crisis: een periode van een ernstige stoornis. Dit begrip
is echter te breed. In dit domein komen we ook begrippen tegen als: noodsituaties,
calamiteit, incident, ramp en zwaar ongeval.
● Ramp: Een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de
gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige
mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van
diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg
te nemen of schadelijke gevolgen te beperken (Art. 1 Wet veiligheidsregio’s).
De begrippen als ernstig, in ernstige mate en bedreigd zijn echter subjectief en afhankelijk
van de context.
Er is sprake van een crisis wanneer de normale voorzorgsmaatregelen gefaald hebben en
een accuut probleem hun functioneren van een organisatie grondig verstoort of in gevaar
brengt. Er zijn verschillende definites.
● Crisis: een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of
dreigt te worden aangetast (Wet veiligheidsregio’s).
Bij deze definitie lopen we tegen hetzelfde probleem aan.
● Crisis: een gebeurtenis waardoor een ernstige verstoring van de openbare orde en/of
de fysieke veiligheid is ontstaan binnen een veiligheidsregio en waarbij een
gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is
vereist om de dreiging weg te nemen of schadelijke gevolgen te beperken.
Voor een bedrijf ligt de definitie voor een crisis heel anders. Het gaat hierbij om de impact op
het bedrijf zelf, zoals bij bijvoorbeeld het verongelukken van een vliegtuig waar veel
belangrijke medewerkers aanwezig zijn.
● Crisis: een gebeurtenis waardoor het bestaan van het bedrijf bedreigd wordt of
bedreigd zou kunnen worden.
Een meer algemene definitie is:
● Crisis: een ernstige bedreiging van de basisstructuren of van de fundamentele
waarden en normen van een sociaal systeem.
Een sociaal systeem is hier bijvoorbeeld een organisatie of een samenleving.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SannevtkIVK. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.