Dit is een samenvatting van het vak CW2 gegeven door Willem Joris.
Per hoofdstuk typte ik de te kennen begrippen, concepten en theorieën.
Ik behaalde hiermee een 18/20!
Erg handig dat het in een tabelvorm is want zo kan je het afdrukken en de rechterkolom afdekken.
Aangevuld met eigen ...
Begrippenlijst communicatiewetenschappen ii
H1: EEN VERHAAL IN MEERVOUD
Begrip Situering
Modernisme 17e eeuw – 1980 Als historische fase moderniteit
- Modernisme wordt gekoppeld aan het verlichtingsdenken
De rede kwam in plaats van geloof. Levensvragen werden niet meer beantwoord obv de
Bijbel, door verlichtingsdenken werd dit doorbroken en werd wetenschap belangrijker.
Wereldbeeld wordt vnl verklaard door de wetenschap
Dit leidde ook tot het geloof dat de mens weldegelijk iets kan bijbrengen aan de
samenleving, het is niet enkel allemaal bepaald door God of het christendom. Er komt
dus een geloof in de maakbaarheid van de maatschappij. Je moet niet enkel streven
naar een goed leven na de dood maar tijdens je leven kan de mens ook zaken
veranderen.
- Modernisme wordt gekoppeld aan humanisme (=mens staat centraal)
Belangrijke elementen = vrijheid, gelijkheid en verbondenheid
Modernisme wordt gekenmerkt door verschillende sociologische processen:
1. Secularisering: de macht van het geloof en God neemt af en wordt langzaam vervangen
door het rationele denken en de wetenschap
2. Rationalisering: alles moet efficiënter verlopen en met controle (vb. lopende band bij
Fordisme om het productieproces nog sneller te laten verlopen)
3. Kapitalisme: ( marxisme) alles draait rond winst en vrije markt
4. Industrialisering: machines vervangen mens en dier en worden belangrijker. Veel
nieuwe technologische ontwikkelingen die geld opbrengen voor het kapitalisme
5. Urbanisering: voorheen was vooral landbouw van belang maar nu trekken mensen naar
de stad toe want door industrialisering en rationalisering bevinden de bedrijven zich in
het stadscentrum. Hierdoor stijgt de bevolkingsdichtheid in steden. Dit zorgde ervoor
dat de mensen meer individualistisch werden.
6. Bureaucratisering: alles moet gaan volgens geschreven regels. Er zijn procedures die
1
, moeten doorlopen worden (geen uitzonderingen!) en er is sterke hiërarchie.
7. Democratisering: burgers krijgen inspraak en medezeggenschap (in het begin enkel
voor mannen tot 1948).
8. Globalisering: er is veel meer contact mogelijk tussen verschillende samenlevingen. We
zijn meer mobiel (kunnen door transport die verbeterde, langere afstanden afleggen).
Ook handel en consumptie gaan over de grenzen heen
9. Consumentisme: consumeren geeft ons persoonlijke voldoening. Dit zorgt dat we ook
materialistischer worden, we willen onze status en identiteit uitdrukken. Er is sprake van
massaconsumptie.
Modernisme als cognitief denkkader
- Belang van verlichting en vooruitgangsdenken: we gaan op zoek naar de ware kennis
die we kunnen vinden via wetenschap. Eenmaal we de waarheid weten, zal dit leiden tot
vrijheid.
- Grote ideologieën ontstaan als het liberalisme, socialisme…
(Probleem: elke ideologie staat voor een andere waarheid)
Modernisme als artistieke stroming
- Kritisch kijken naar de maatschappij en niet alles overnemen. Je moet kritisch staan
tegenover alles.
- Experimenteel (vb. buiten schilderen) omgaan met kunst
- Vernieuwing in de kunststroming: meer belang aan kleur en vorm. Originaliteit ook erg
belangrijk
- Niet enkel de werkelijkheid weergeven, je moet de werkelijkheid vatten in haar kern en
dus aandacht hebben voor de gevoelens (vb een gevoel van angst overbrengen)
- Belangrijke kunststromingen: post-impressionisme, expressionisme, kubisme en
abstracte kunst
- Originaliteit, nieuw
- Er werd gestreefd naar de waarheid
- De kunst werd bepaald door de kenner
- Universeel
2
,Post Modernisme Sinds jaren 60 Reactie tegen het modernisme:
1. Einde van de waarheid bij het postmodernisme (Lyotard)
er bestaat geen 1 absolute waarheid: er komt dus een einde aan het grote
verlichtingsdenken.
2. Einde van de werkelijkheid bij het postmodernisme (Baudrillard)
Binnen het postmodernisme onderscheiden we 3 stromingen:
1. Deconstructivistisch postmodernisme (Lyotard)
2. Pessimistisch postmodernisme (Jameson en Baudrillard)
3. Celebratief postmodernisme (Jencks)
Postmodernisme als artistieke stroming:
1. Bij kunst moet je kijken naar de context
2. Kunst is persoonlijk: jij bepaalt wat jij als kunst ziet, het is jouw waarheid.
3. De grenzen tss hoge en lage cultuur verdwijnen. (vb. Eerst kijken nr Terzake, erna naar
Love Island)
4. Kunst is eclectisch: nieuwe elementen mixen met oude elementen uit kunstwereld of
maatschappij. Teruggrijpen naar zaken die al bestonden (recycling van oud materiaal). Er
worden GEEN NIEUWE, originele zaken gemaakt. Kunstenaar past bv een bestaande
foto aan door meer kleur,… !! bricolage, collage en recyling
a. Bijvoorbeeld: Marilyn Monroe pop art, kunstwerken die terugkeren in mode,…
5. Architectuur: moderne en klassieke architectuur worden gecombineerd (zuilen…)
a. Bijvoorbeeld: De uitbreiding bij het Louvre: louvre zelf oudheid, piramide nieuw
Of het centre Pompidou: recyclage en bricolage
Essentialisme Iets staat vast voor altijd (vb. de rol van de vrouw)
post modernisme = anti-essentialisme: iets wat vandaag zo is kan morgen anders gesteld
worden
3
, Deconstructivistisch Bel. Auteur Absolute waarheid bestaat niet meer. In het modernisme spraken we over homogeniteit (1
postmodernisme waarheid) nu zegt Lyotard, heterogeniteit: ieder heeft zijn waarheid.
Lyotard
Er wordt verder gebouwd op het deconstructiedenken (van bv Derrida). Dit wil zeggen dat
betekenis afhankelijk is van de context en is afhankelijk van de wijze waarop teksten op elkaar
ingrijpen, elkaar hernemen, op elkaar voortbouwen en elkaar verbouwen.
1 absolute waarheid bestaat niet meer, het is wat je er zelf van maakt
Belangrijk concept = intertekstualiteit: Je hebt een achtergrond van andere teksten die je kan
linken aan de mediatekst die je nu leest
Vb. Een zanger neemt een liedje op dat verwijst naar een andere zanger
Eigen vb. Reclame van McDonalds waarin een hand frietjes vasthoudt als Wolverine, hiervoor
moet je weten wie Wolverine is. Het bouwt dus verder op elkaar.
!!! Kritiek van Habermans (FF Schule): het is gevaarlijk om te blijven relativeren dat er geen
waarheid bestaat want het is van belang dat er bepaalde waarden zijn in de samenleving.
Pessimistisch Jameson Er is een einde van betekenis, er is enkel simulatie. Via beelden in de media wordt iets
postmodernisme gesimuleerd.
Baudrillard
Eclecticisme Belangrijk verschillende elementen; stromingen en genres worden door elkaar gebruikt in mediateksten.
concept bij Vaak reeds bestaande!
Baudrillard 4 elemenent onderscheiden binnen eclecticisme:
1. Cross-over: een vermenging tussen genres
Vb. Scary Movie: een film die zowel horror als komedie is
2. Vermenging van hoge en lage cultuur. Voorheen hoge cultuur enkel voor de elite en is
vernieuwend, lage cultuur is voor het brede publiek.
Vb. Pop-art
!! culturele omnivoren kijken naar zowel hoge cultuur als lage cultuur (vb vrt nieuws en
temptation)
3. Recycling en retro: oud materiaal opnieuw gebruiken
vb. CD’s I love the 90s, herwerking van the Lion King
4. Ironisch citeren: bewust verwijzen naar bestaande clichés om te lachen
Vb. Parodieën op de Mona Lisa.
Eigen vb. Ruth Beeckmans die Marc Van Ranst nadoet.
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur michellevandemoortele. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.