Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
Recherché précédemment par vous
Samenvatting medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen, jaar 2, (periode 3.2 of 4.2), VPK-VPMKGDW3.2.V020/VPK-VPMKGDW4.2.V020, HBO verpleegkunde€9,99
Ajouter au panier
Medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen
Resume
Samenvatting medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen, jaar 2, (periode 3.2 of 4.2), VPK-VPMKGDW3.2.V020/VPK-VPMKGDW4.2.V020, HBO verpleegkunde
Medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen
Établissement
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Psychiatrie, een inleiding
Dit is een samenvatting van de leerdoelen van week 1 t/m 7 van van het tentamen voor medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen voor de opleiding HBO verpleegkunde dat wordt gegeven in leerjaar 2. Verder zijn de aantekeningen van de hoor- en werkcolleges toegevoegd.
Verder heb i...
medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen
medische kennis en verpleegkundige kennis en g
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Tentamen samenvatting Psychiatrie in de verpleegkunde / Jeffrey S. Nevid / 10e editie / belangrijkste hoofdstukken voor tentamen
Psychiatrie in de verpleegkunde, Oefentoets veel voorkomende tentamenvragen en antwoorden boek 10e druk / 4e editie
Leerdoelen gedragswetenschappen, medische en verpleegkundige kennis (VPK-VPMKGDW3.2) HBO Verpleegkunde Windesheim
Tout pour ce livre (25)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
Verpleegkunde
Medische en verpleegkundige kennis en gedragswetenschappen
Tous les documents sur ce sujet (3)
4
revues
Par: josannemol • 1 année de cela
Par: Melanie123456 • 4 mois de cela
Traduit par Google
thanks for your review!

Par: merlijnveldhuis02 • 2 année de cela
Par: Melanie123456 • 2 année de cela
Traduit par Google
Thanks for your 5-star rating! :)

Par: romeesluijer • 3 année de cela
Par: Melanie123456 • 3 année de cela
Traduit par Google
Thank you for your review:)
Par: KMW • 2 année de cela
Par: Melanie123456 • 2 année de cela
Traduit par Google
Thanks for your 5-star rating! :)

Vendeur
S'abonner
Melanie123456
Avis reçus
Aperçu du contenu
De leerdoelen van gedragswetenschappen – week 1
De student kan omschrijven wat inleidende termen als psychiatrie, psychische stoornis en
psychopathologie betekenen
Psychiatrie is een klinisch vak, waarin de observaties, gevoelens en gedachten van verpleegkundigen leiden tot een
bepaalde bejegening, een bepaalde manier van handelen en een bepaalde manier van het behandelen van mensen.
Psychopathologie is het studiegebied dat zich bezighoudt met het beschrijven van de diverse vormen van afwijkende
emoties en gedachten en afwijkend gedrag.
Een psychische of psychiatrische stoornis zijn afwijkende emoties of gedachten of een afwijkend gedragspatroon dat
wordt gekenmerkt door een storing in het dagelijks sociaal functioneren van een persoon. Voor de goede orde:
psychische (psychiatrische) stoornissen hebben ook een lichamelijke oorzaak en zijn in die zin dus zeker niet alleen
‘psychisch’.
Klinische psychologie is de tak van de psychologie die zich bezighoudt met de beschrijving, de oorzaken en de
behandeling van psychische stoornissen.
Een psycholoog is iemand die de studie psychologie heeft voltooid.
Een GZ-psycholoog is een psycholoog die na zijn of haar studie een aanvullende, tweejarige opleiding heeft gevolgd en is
ingeschreven in een door de overheid goedgekeurd register. In Nederland is dat het BIG- register.
Een psychiater is iemand die na de studie geneeskunde een vervolgopleiding heeft gedaan waarin hij of zij zich
gespecialiseerd heeft in het diagnosticeren en behandelen van cliënten met psychiatrische stoornissen.
Een psychotherapeut is iemand die na de studie psychologie of psychiatrie een vervolgopleiding heeft gedaan en
daardoor bevoegd is tot het geven van psychotherapeutische behandeling en in het BIG-register staat ingeschreven
Symptomen zijn uitingen van bij bepaalde stoornissen horende verschijnselen (koorts kan bijvoorbeeld horen bij een
blaasontsteking en het horen van stemmen kan horen bij het hebben van een psychose).
Diagnostische criteria zijn specifieke verschijnselen of vereisten waaraan voldaan moet worden wil men kunnen spreken
van een omschreven stoornis (zie de criteria van de DSM-5).
De student kan de criteria benoemen die professionals gebruiken bij het bepalen of gedrag
afwijkend is
De meest gebruikte criteria zijn: uitzonderlijk gedrag, sociaal afwijkend gedrag, foute perceptie of interpretatie van de
realiteit, aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon, ongepast of contraproductief gedrag en gevaarlijk gedrag.
- Uitzonderlijk gedrag
Uitzonderlijk gedrag wordt dikwijls als afwijkend beschouwd. Slechts weinig mensen beweren bijvoorbeeld dat ze dingen
zien of horen die er in werkelijkheid niet zijn. ‘Dingen zien’ en ‘dingen horen’ wordt daarom in onze cultuur bijna altijd
als afwijkend beschouwd, misschien met uitzondering van bepaalde spirituele ervaringen. In sommige culturen
daarentegen beschouwt men ‘stemmen horen’ en andere vormen van hallucinatie onder bepaalde omstandigheden niet
als uitzonderlijk. Let wel, op zichzelf is zeldzaam gedrag niet afwijkend. Zeldzaamheid of statistische afwijking alleen is
niet voldoende om gedrag afwijkend te noemen. Toch is het wel een maatstaf die dikwijls gebruikt wordt bij de
beoordeling van abnormaliteit.
- Sociaal afwijkend gedrag
Alle samenlevingen hebben normen (maatstaven) die bepalen welke vormen van gedrag acceptabel zijn in een bepaalde
context. Gedrag dat mensen in de ene cultuur normaal vinden, kan door mensen in een andere cultuur als afwijkend
worden aangemerkt. Normen ontwikkelen zich uit de gewoonten en opvattingen van een specifieke cultuur: het zijn
relatieve maatstaven, geen universele waarheden. Als behandelaars zich afvragen of gedrag normaal of afwijkend is,
moeten ze rekening houden met culturele verschillen. Bovendien kunnen er verschillen zijn tussen generaties: wat de
ene generatie afwijkend vindt, kan de volgende generatie heel normaal vinden.
Als de beslissing over wat normaal of afwijkend is wordt gebaseerd op sociale normen, kan de neiging ontstaan om non-
conformisten als geestelijk gestoord te bestempelen of gedrag dat in onze ogen verkeerd is ‘ziek’ te noemen. Het is
echter belangrijk te beseffen dat dit gedrag op zichzelf normaal kan zijn, zelfs als we ons er beledigd of verward door
voelen.
, - Foute perceptie of interpretatie van de realiteit
Normaal gesproken vormen onze zintuigen en cognitieve processen een accurate mentale representatie van onze
omgeving. Als iemand dingen ziet of stemmen hoort die er niet zijn, zeggen we dat hij hallucineert. In de westerse
cultuur wordt dit gewoonlijk opgevat als teken van een onderliggende psychische stoornis. In grote delen van de wereld
is het heel normaal om via het gebed met een god ‘te praten’. Als iemand echter beweert dat hij zijn god werkelijk heeft
gezien of diens stem heeft gehoord – niet in de zin van goddelijke inspiratie, maar letterlijk – rijst het vermoeden dat
diegene psychisch afwijkend of ziek is.
- Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon
Persoonlijk lijden als gevolg van problematische emoties als angst, vrees en depressie kan afwijkend zijn. Maar soms zijn
angst en depressie normale reacties op een situatie. Soms word je werkelijk bedreigd of raak je mensen of dingen kwijt
die je dierbaar zijn. In dat geval zou de afwezigheid van een emotionele reactie juist als afwijkend kunnen worden
aangemerkt. Heftige emoties vinden we in principe niet afwijkend, tenzij ze lang aanhouden nadat de aanleiding van de
emoties verdwenen is (als de meeste mensen zich zouden hebben aangepast) en/of zo hevig zijn dat de betrokkene niet
goed meer kan functioneren.
- Ongepast of contraproductief gedrag
Gedrag dat onprettige gevoelens oproept in plaats van bevrediging vinden we over het algemeen afwijkend. Gedrag dat
ons beperkt in ons vermogen om bepaalde rollen te vervullen of dat ons ervan weerhoudt om ons aan onze omgeving
aan te passen, kan ook als afwijkend worden opgevat.
Volgens deze criteria is zwaar alcoholgebruik, dat de gezondheid ondermijnt en het sociale en beroepsmatige
functioneren verstoort, afwijkend. Agorafobie, een intense angst om zich in openbare ruimten te bevinden, noemen we
afwijkend omdat deze angst zowel zeldzaam als ongepast is. Zulke angst beperkt de betrokkene in zijn of haar vermogen
om te werken en om sociale verantwoordelijkheid te dragen.
- Gevaarlijk gedrag
Gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen wordt gewoonlijk ook afwijkend genoemd. Ook hier
is de sociale context echter van groot belang. In oorlogstijd zijn mensen die zichzelf opofferen of die zonder angst voor
de eigen veiligheid op de vijand afstormen moedig, heldhaftig en vaderlandslievend. Maar mensen die proberen
zelfdoding te plegen omdat ze de druk van het dagelijks leven niet aankunnen, worden gewoonlijk als afwijkend d
beschouwd.
Het wordt eveneens abnormaal gevonden als mensen ten gevolge van een stoornis mensen doden. Dat is namelijk net
zo abnormaal als mensen anderen vanuit een bepaalde overtuiging doden. Elke vorm van extremisme waarbij mensen
worden vervolgd of vermoord kan, los van cultuur, geloof of politieke overtuiging, als abnormaal worden beschouwd.
De student kent belangrijkste statistieken wat betreft de prevalentie van psychische stoornissen
Aandachtstekort- en gedragsstoornissen zijn alleen gemeten bij respondenten van 18-44 jaar. Bij enigerlei Nemesis-2-
stoornis zijn aandachtstekort- en gedragsstoornissen gecodeerd als afwezig bij de respondenten van 45-64 jaar, bij wie
deze aandoeningen niet zijn bepaald. De prevalentie van psychische stoornissen is in de afgelopen tien jaar ongeveer
gelijk gebleven.
,De student kan de culturele achtergronden van afwijkend gedrag beschrijven
Afwijkend gedrag kan dus op verschillende manieren worden gedefinieerd. Afhankelijk van de situatie wegen sommige
criteria zwaarder dan andere, maar in de meeste gevallen wordt een combinatie van de hiervoor genoemde criteria
gebruikt. De uitdaging is om objectief te zijn, dat wil zeggen feitelijke waarnemingen te beschrijven zonder normatief te
zijn, zonder de waarneming te vergelijken met de eigen mening. Indien iemand in een bepaald opzicht afwijkend is,
betekent dit niet dat deze persoon in zijn geheel afwijkend is. Gedrag herkennen en labelen als afwijkend is iets anders
]dan dat gedrag begrijpen en verklaren.
In sommige culturen daarentegen beschouwt men ‘stemmen horen’ en andere vormen van hallucinatie onder bepaalde
omstandigheden niet als uitzonderlijk. In grote delen van de wereld is het heel normaal om via het gebed met een god
‘te praten’
De student kan de historische veranderingen die zich in de westerse cultuur hebben voorgedaan in
de beeldvorming en de behandeling van afwijkend gedrag in grote lijnen beschrijven
In oude samenlevingen schreef men afwijkend gedrag toe aan goddelijke of bovennatuurlijke krachten. In de
middeleeuwen beschouwde men abnormaal gedrag als een teken van bezetenheid door de duivel en werd met
exorcisme geprobeerd de aangedane personen van kwade geesten te bevrijden. Asielen of gekkenhuizen ontstonden in
Europa in de late vijftiende en de vroege zestiende eeuw. De omstandigheden in deze instituten waren echter
mensonterend. Met de opkomst van de morele therapie in de negentiende eeuw verbeterde de situatie. Voorstanders
van morele therapie geloofden dat geesteszieken weer konden functioneren als ze met waardigheid en begrip werden
behandeld. De ondergang van de morele therapie in het laatste deel van de negentiende eeuw leidde tot de overtuiging
dat ‘krankzinnigen’ niet met succes te behandelen waren.
De student kan de culturele veranderingen die zich in de westerse cultuur hebben voorgedaan in de
beeldvorming en de behandeling van afwijkend gedrag in grote lijnen beschrijven
Concepten van gezondheid en ziekte kunnen in verschillende culturen verschillende betekenissen hebben. Zo maken
indianen onderscheid tussen ziekten die in hun ogen het gevolg zijn van invloeden van buiten de eigen cultuur, de
‘ziekten van de blanke man’, zoals alcoholisme en drugsverslaving, en ziekten die ontstaan door een verstoorde relatie
met het traditionele stamleven en denken, de ‘indiaanse ziekten’. Traditionele genezers, sjamanen en medicijnmannen
en -vrouwen, worden te hulp geroepen als er sprake is van ‘indiaanse ziekten’. Als men denkt dat de oorzaak van het
probleem buiten de gemeenschap ligt, wordt hulp gezocht bij ‘de geneeskunst van de blanke man’.
Abnormale gedragspatronen kunnen zich in verschillende culturen op verschillende wijzen uiten. Zo kunnen
westerlingen angst ervaren in de vorm van bezorgdheid over het niet kunnen betalen van de hypotheek of het mogelijke
verlies van een baan. In een aantal Afrikaanse culturen neemt angst vaak de vorm aan van vrees dat men zich niet kan
voortplanten, wat zich uit in dromen en klachten over hekserij. Australische Aboriginals kunnen angst ontwikkelen voor
tovenarij. Die angst gaat gepaard met het idee dat men in doodsgevaar verkeert door boze geesten.
Tranceachtige toestanden, waarin jonge Aboriginalvrouwen stom, star en volkomen onaanspreekbaar zijn, komen ook
veel voor. Als deze vrouwen niet binnen enkele uren, of op zijn hoogst dagen, uit de trance ontwaken, worden ze naar
een heilige plek gebracht om genezing te vinden.
Zelfs de woorden waarmee we psychische stoornissen beschrijven – woorden als depressie of geestelijke gezondheid –
kunnen in andere culturen een andere betekenis hebben. In sommige talen bestaat er zelfs helemaal geen equivalent
voor. Dat wil overigens niet zeggen dat depressie in die culturen niet bestaat. Het wil alleen zeggen dat achterhaald
moet worden hoe mensen uit die culturen met emoties omgaan en hoe zij deze ervaren, inclusief gevoelens van
depressie en angst.
In China en in andere landen in het Verre Oosten legt men bijvoorbeeld in het algemeen een sterkere nadruk op fysieke
of somatische symptomen van depressie, zoals hoofdpijn, vermoeidheid en zwakte, terwijl in westerse culturen de
nadruk meer op schuldgevoel en somberheid ligt.
De dsm-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, 2013), de laatste versie van het handboek voor de
classificatie van psychische stoornissen, houdt meer rekening met culturele diversiteit dan eerdere edities. Er is meer
gedetailleerde informatie in opgenomen over de relatie tussen cultuur en psychische nood. Zo zijn symptomen van
paniekaanvallen in sommige culturen oncontroleerbaar huilen en hoofdpijn, terwijl er in andere culturen vooral
ademhalingsmoeilijkheden worden gesignaleerd. Inzicht in een dergelijk onderscheid helpt behandelaars om problemen
nauwkeuriger te diagnosticeren, effectiever te behandelen en nader onderzoek te doen.
Uit deze verschillen blijkt wel hoe belangrijk het is om uit te zoeken of onze opvattingen over afwijkend gedrag en
emoties ook in andere culturen toepasbaar zijn. Het omgekeerde komt echter ook voor: soms komen
, ziekteverschijnselen overeen ondanks culturele verschillen. Uit onderzoeken naar dit onderwerp blijkt bijvoorbeeld dat
het abnormale gedragspatroon dat wij associëren met schizofrenie vergelijkbaar voorkomt in zeer uiteenlopende
landen, namelijk in Colombia, India, Denemarken, Nigeria en de vroegere Sovjet-Unie. Bovendien lijkt het percentage
cliënten met schizofrenie in de onderzochte landen min of meer gelijk te zijn. Bij sommige kenmerken van schizofrenie
zijn echter wel verschillen tussen de landen waargenomen.
In de huidige tijd speelt de invloed van cultuur en etniciteit op de psychische gezondheid ook een actuele rol vanwege de
immigratie die de laatste decennia heeft plaatsgevonden.
De student kan de belangrijkste psychologische modellen van afwijkend gedrag beschrijven en
evalueren en de belangrijkste theoretische grondleggers hiervan benoemen
Het psychologische perspectief op afwijkend gedrag bestaat uit een beknopte herhaling van de stromingen van jaar 1
(de psychodynamische benadering, het behaviorisme, de humanistische psychologie en de cognitieve psychologie).
1. De psychodynamische benadering:
Het driftmodel van de psychodynamische benadering bestaat uit: het ID, Ego en Superego.
Het ID = de driften, onderbewuste verlangens (lustprincipe)
Het Ego = het ‘ik’ = moet ontwikkeld worden door het kind (realiteitsprincipe)
Het Superego = het geweten, het ideaalbeeld.
Het ID/ de driften willen voortdurend van alles, maar het Superego zorgt ervoor dat je je aan je regels houdt. Een sterk
EGO is de baas over het ID en het Superego.
Sigmund Freud leefde van 1856-1939. Freud ontwikkelde de psychoanalyse/de psychodynamische benadering: een
patiënt ligt op de divan (psychologische bank) en verteld alles wat in hem opkomt. Freud concentreerde zich op het
innerlijk van de patiënt. Freud ondersteunde patiënten om onbewuste zaken toe te laten in het bewuste.
Psychodynamische therapieën proberen onbewuste en moeilijk te hanteren wensen, motieven, gevoelens en gedachten
bewust te maken en proberen de patiënt te leren ze te hanteren. Bij de psychodynamische therapie krijgen gevoelens,
conflicten of juist ‘leegtes’ de ruimte die stammen uit het verleden en die nu nog actief zijn. Dit kan bijvoorbeeld door
vrije associatie, het doel hiervan is om de pijn en het onderbewuste naar boven te brengen.
Bij vrije associatie word de patiënt een situatie voorgesteld, zoals: we gaan nu in onze gedachten een wandeling
afleggen… waar gaan we wandelen? Als de patiënt dan bijvoorbeeld zegt een bos, vraagt de psycholoog: wat zie je om je
heen? De patiënt zegt bijvoorbeeld en huis. De psycholoog zegt: oké, gaan we naar het huis toe? Als de patiënt nu zegt
ja, dan zegt de psycholoog: oké we staan nu voor het huis, wat gaan we nu doen? Als de patiënt aanbellen zegt dan
vraagt de psycholoog weer wat er nu gebeurd nadat er is aangebeld. Als de patiënt dan zegt mijn vader doet open, dan
vraag je wat de vader nu doet of wat de patiënt nu gaat doen? Als de patiënt nu zegt dat hij de deur dicht gooit heb is er
bijvoorbeeld al onbewust een gedachtegang of voorbeeld uit het verleden beschreven.
2. Het behaviorisme:
Het behaviorisme zegt dat al het gedrag aangeleerd is. De stroming is ontstaan uit de kritiek op de psychoanalyse, ze
vonden de psychoanalyse te vaag en te onwetenschappelijk. Ze gaan ervanuit dat er voortdurend gereageerd wordt op
gedrag, hierdoor vinden hun dat het gedrag dus ook afgeleerd kan worden. Bij deze benadering hoef je dus de bron niet
te weten voordat je iemand kan behandelen. Het afleren van dit gedrag kan bijvoorbeeld met token economy (belonen),
maar ook met: klassieke conditionering, operante conditionering en modelleren.
De uitgangspunten van het behaviorisme:
• Het waarneembaar gedrag.
• Je begint met een tabula rasa (een onbeschreven blad).
• Al het gedrag is aangeleerd (verlegenheid, verslaving, angst).
• Nieuw gedrag kan aangeleerd worden via concrete opdrachten.
• Emotionele problemen kun je oplossen door nieuw of ander gedrag aan te leren.
De vormen van leren:
1. Klassieke conditionering:
De klassieke conditionering is onderzocht en beschreven door Rus Ivan Pavlov (1849-1936) en de Amerikaanse
psycholoog John B. Watson (1878-1958). Klassieke conditioneringen blijft niet alleen reflexmatige responsen (Pavlov) te
kunnen conditioneren, maar blijkt ook bij het ontstaan van emotionele reacties (Watson) werkzaam te zijn. Uiteindelijk
kwam men erachter dat er bij klassieke conditionering ook cognitieve processen werkzaam zijn.
2. Operante conditionering:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Melanie123456. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.