College aantekeningen Contractenrecht (650263-B-6) blok 3 2022-2023
VERBINTENISSENRECHT HERKANSING - EINDTOETS: samenvatting van de hoorcolleges, werkgroepen en kennisclips. Bevat handige overzichten/stappenplannen en beschrijving arresten. Universiteit Leiden
Literatuursamenvatting contractenrecht
Tout pour ce livre (50)
École, étude et sujet
Maastricht University (UM)
Rechtsgeleerdheid
Verbintenissenrecht
Tous les documents sur ce sujet (53)
1
vérifier
Par: nashiragoeloe • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
JustASmallTownGirl
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1: De verbintenis in het algemeen
1.2 Het begrip verbintenis
5. Wat is een verbintenis?
Eenstemmigheid bestaat daarover dat het begrip verbintenis een rechtsverhouding tussen
twee partijen aanduidt, krachtens welke een der partijen, de schuldenaar of debiteur, een
op het terrein van het vermogen liggende prestatie verschuldigd is aan de andere partij, de
schuldeiser of crediteur, die deze van haar te vorderen heeft. De verbintenis is dus zowel
vorderingsrecht als schuld; zij heeft een actieve en een passieve kant.
6. De verbintenis in het spraakgebruik
In het spraakgebruik wordt met verbintenis niet altijd de rechtsverhouding tussen partijen
bedoeld, maar wordt het begrip ook veel misschien zelfs wel meer gebruikt als synoniem
voor schuld, dus alleen bezien vanuit het oogpunt van de schuldenaar.
7. Een vermogensrechtelijke prestatie
Het voorwerp van de verbintenis is een prestatie die kan bestaan in een geven, in een doen
of in een niet-doen.
8. Op geld waardeerbaar?
De omstandigheid dat de verbintenis van vermogensrechtelijke aard is, wil niet zeggen dat zij
op geld waardeerbaar moet zijn. Dat is wel een vereiste voor de indiening van een vordering
in het faillissement van de schuldenaar, maar niet voor haar erkenning als verbintenis.
9. Rechtens afdwingbaar
Kenmerk van de verbintenis is, dat de nakoming daarvan in rechte kan worden
afgedwongen. De verbintenis geeft niet alleen aan de schuldeiser een vorderingsrecht, maar
tevens een daaraan verbonden rechtsvordering. Daarmee is de afdwingbaarheid een
normale eigenschap van de verbintenis. Een verbintenis waarvan niet in rechte de nakoming
kan worden gevorderd, is een verbintenis met een gebrek, een onvolmaakte verbintenis. Die
onvolmaakte verbintenissen kent ons recht wel. Zij worden natuurlijke verbintenissen
genoemd, zulks in tegenstelling tot de gewone verbintenissen, die dan bij wijze van
tegenstelling, als civiele verbintenissen worden aangeduid.
10. Verbintenissen en andere rechtsplichten
Verbintenissen zijn, van de passieve zijde gezien, weliswaar rechtsplichten, maar niet alle
rechtsplichten zijn verbintenissen. De verbintenis is een subcategorie van de veel ruimere
categorie rechtsplichten. De verbintenis is een rechtsverhouding tussen schuldeiser en
schuldenaar. De rechtsplicht is een verplichting die door het recht in het leven is geroepen,
zonder dat van een rechtsverhouding tussen schuldeiser en schuldenaar sprake behoeft te
zijn.
11. Rechtsplichten van partijen die niet verbintenissen zijn
,Ook in het overeenkomstenrecht geldt dat niet alle verplichtingen die contractspartijen
jegens elkaar hebben verbintenissen zijn. Zo wordt over bepaalde onderzoeks- en
mededelingsplichten van partijen in het kader van het dwalingsleerstuk in de literatuur
opgemerkt dat het geen echte verbintenissen zijn, maar rechtsplichten. Ook de zogenaamde
schadebeperkingsplicht is geen echte rechtsplicht. De schuldeiser die schade lijdt als gevolg
van wanprestatie of onrechtmatige daad, kan gehouden zijn om schadebeperkende
maatregelen te nemen op straffe van geheel of gedeeltelijke vermindering van zijn
aanspraak op schadevergoeding op de voet van art. 6:101 BW. Op rechtsplichten die geen
verbintenissen zijn, zijn de regels uit Boek 6 over nakoming en niet-nakoming van
verbintenissen niet van toepassing.
1.3 Natuurlijke verbintenissen
12. Niet-afdwingbare verbintenissen
Hun gemeenschappelijk kenmerk is, dat zij in rechte niet-afdwingbaar zijn, maar dat de
vrijwillige nakoming daarvan door de schuldenaar niet zonder rechtsgrond geschiedt en dus
niet als onverschuldigde betaling in de zin van art. 6:203 BW kan worden aangemerkt.
Omdat de vrijwillige nakoming de voldoening van een schuld is, mag zij niet als schenking
worden aangemerkt.
13. Soorten natuurlijke verbintenissen
De natuurlijke verbintenissen zijn onder te verdelen in drie verschillende groepen
1. Gevallen waarin vanaf het ontstaan van het recht de rechtsvordering (actie) daaraan
door de wet of rechtshandeling is onthouden
2. Gevallen waarin de rechtsvordering (de actie) aanvankelijk wel bestond, maar zij later
aan het vorderingsrecht is komen te ontvallen
3. Gevallen waarin de verplichting van zedelijke aard is
14. Zijn natuurlijke verbintenissen wel verbintenissen?
De vraag wat een verbintenis is en of afdwingbaarheid een vereiste is voor haar bestaan, is
sterk beïnvloed door de vraag of natuurlijke verbintenissen wel als verbintenissen zijn te
beschouwen. Kenmerk van de natuurlijke verbintenis is immers, dat zij rechtens niet-
afdwingbaar is. Het is een vraag van ordening en systematiek of men de natuurlijke
verbintenis al dan niet tot de verbintenissen wil rekenen. In de omschrijving van het begrip
‘verbintenis’ moet men de afdwingbaarheid daarvan dan ook als normaal kenmerk
beschouwen, daarbij bedenkend dat er ook ‘natuurlijke verbintenissen’ zijn waaraan die
afdwingbaarheid is onthouden. De slotsom van het voorgaande moet zijn, dat de regeling
van de verbintenis in het wetboek alleen rechtstreeks van toepassing is op de afdwingbare,
civiele verbintenissen, niet ook op natuurlijke verbintenissen.
15. Natuurlijke verbintenissen nader beschouwd
In 1926 heeft de Hoge Raad de ruime leer als de juiste aanvaard, en tegelijk ook de andere
verbintenissen waaraan de actie ontbrak als natuurlijke verbintenissen aangemerkt. In
overeenstemming daarmee worden nu in art. 3 van Boek 6 beide soorten van verbintenissen
,natuurlijke verbintenissen genoemd. In latere arresten heeft de Hoge Raad zijn wel zeer
ruime omschrijving van de natuurlijke verbintenis als een verplichting die berust op de
voorschriften van de moraal en het fatsoen, gepreciseerd door alleen dringende
verplichtingen van moraal en fatsoen als een natuurlijke verbintenis aan te merken.
Bovendien heeft hij daaraan de eis gesteld dat zij niet alleen subjectief door de schuldenaar
als dringend worden gevoeld, maar dat zij ook objectief als dringend zijn aan te merken,
zowel bezien vanuit de persoon die de morele verplichting heeft als vanuit de crediteur die
moreel recht heeft op de prestatie. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van
voldoening aan een natuurlijke verbintenis, is bepalend de situatie op het moment van het
verrichten van de prestatie.
20. Rechtsgevolgen van natuurlijke verbintenissen
Omdat bij natuurlijke verbintenissen nakoming niet kan worden afgedwongen, zijn
wetsbepalingen die voorschriften geven hoe, wanneer en waar moet worden nagekomen, of
die aan de niet-nakoming rechtsgevolgen verbinden, niet op de natuurlijke verbintenis van
toepassing, ook niet van overeenkomstige toepassing. Voor de verjaarde vordering, ook een
natuurlijke verbintenis, geeft de wet echter een bijzondere bepaling. Krachtens art. 6:56
blijft een bevoegdheid tot opschorting ook na verjaring van de vordering op de wederpartij
in stand. De ratio van die bepaling is dat een opschortingsbevoegdheid niet dient te
vervallen door de verjaring van de vordering waarvoor zij is uitgeoefend. De gedachte achter
deze bepaling was, dat de schuldenaar die bevoegd heeft opgeschort, omdat hij zijnerzijds
een vordering op de wederpartij heeft, er wellicht niet op bedacht zal zijn dat zijn vordering
kan verjaren.
1.4 Bronnen van verbintenis
23. De wet als enige bron van verbintenissen
Ons recht kent nog slechts één bron van verbintenissen: de wet. Art. 6:1 bepaalt dan ook,
dat verbintenissen slechts kunnen ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.
24. Toch een open systeem van verbintenissen
Niettemin speelt de billijkheid in het verbintenissenrecht een zeer belangrijke rol. In het
verbintenissenrecht worden in beginsel alle verbintenissen erkend die door de wet zijn
toegelaten. Zo is de overeenkomst een nagenoeg onbeperkte bron van verbintenissen,
omdat de wet uitgaat van de vrijheid van partijen om overeenkomsten te sluiten met de
inhoud die zij wenselijk achten. Niet is nodig dat de overeenkomst behoort tot een van de
bijzondere typen van overeenkomsten die in de wet hun regeling hebben gevonden.
Hoofdregel van het overeenkomstenrecht is dan ook, dat overeenkomsten partijen
verbinden en de rechtsgevolgen hebben die partijen zijn overeengekomen. Daarmee hangt
samen dat de regels van het verbintenissenrecht in beginsel niet van dwingend recht zijn.
25. Verbintenissen die uit de wet voortvloeien
Dat de wet enige bron van verbintenissen is, betekent niet dat de wet uitdrukkelijk en met
zoveel woorden moet bepalen, dat uit enig rechtsfeit een bepaalde verbintenis voortvloeit.
, Ook waar de wet dat niet met zoveel woorden bepaalt, kan soms uit het stelsel van de wet
en uit wat wel uitdrukkelijk is bepaald, worden afgeleid dat uit de wet een verbintenis
voortvloeit. De burgerlijke wet is dus niet alleen wat zij uitdrukkelijk zegt, maar ook wat zij
onuitgesproken impliceert. Vandaar dat art. 6:1 bepaalt dat verbintenissen slechts kunnen
ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit, en niet dat zij slechts kunnen ontstaan, indien de
wet dit uitdrukkelijk bepaalt.
Toch doen zich in de praktijk nieuwe, niet in de wet geregelde gevallen voor waarin de vraag
of een verbintenis is ontstaan, niet steeds gemakkelijk kan worden beantwoord. Dan moet
met behulp van de formule van het arrest Quint/Te Poel worden uitgemaakt of die
verbintenis past in het stelsel van de wet en aansluit bij de wel in de wet geregelde gevallen.
Ook de vraag of en in welke gevallen een eenzijdige toezegging een verbintenis doet
ontstaan, moet aan de hand van dit criterium worden beantwoord.
Hoofdstuk 3: Niet-nakoming
3.1 Inleiding
128. Overzicht van de mogelijkheden van de schuldeiser in geval van niet-nakoming
Een schuldeiser, die de hem verschuldigde prestatie niet ontvangt, heeft meerdere
mogelijkheden om op de niet-nakoming van zijn schuldenaar te reageren. Allereerst zal hij
kunnen denken aan het vorderen van nakoming, vaak in combinatie met een
schadevordering voor de geleden schade. Wellicht geeft hij er de voorkeur aan van de
oorspronkelijke prestatie af te zien en in plaats daarvan vervangende schadevergoeding te
eisen. Is hij op zijn beurt ook zelf schuldenaar, dan ligt het voor de hand de eigen prestatie
op te schorten. En wanneer beide verplichtingen voortvloeien uit een wederkerige
overeenkomst, dan kan hij overwegen deze band tussen gem en de schuldenaar te
verbreken door de overeenkomst te ontbinden.
Hij kan echter niet steeds zonder mee voor één van deze opties kiezen, omdat de wet
daarvoor meestal nadere vereisten stelt. De twee belangrijkste daarvan zijn de
toerekenbaarheid van de niet-nakoming aan de schuldenaar en het verzuim, dat in beginsel
teweeg wordt gebracht door een ingebrekestelling. De toerekenbaarheid is een
fundamentele eis voor schadeplichtigheid.
In veel gevallen stelt de wet als voorwaarde voor het vorderen van schadevergoeding en van
ontbinding het voorafgaand sturen van een ingebrekestelling. Hierdoor krijgt de schuldenaar
alsnog de kans te presteren voordat hij met een schadevordering of een
ontbindingsverklaring wordt geconfronteerd. Wanneer hij niet presteert binnen de in de
ingebrekestelling gestelde termijn, raakt hij in verzuim.
129. Wettelijke regelingen
In afdeling 6.1.9 vindt men vooral de vereisten voor het vorderen van schadevergoeding en
in aansluiting daarop de regeling van het boetebeding, omdat dikwijls een overeengekomen
boete voor de wettelijke schadevergoeding in de plaats komt. Toch is afdeling 6.1.9 ook van
groot belang voor de ontbinding, omdat de vereisten voor ontbinding in een groot deel van
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JustASmallTownGirl. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.