Volledige samenvatting hoorcolleges accountancy modules 1 tot 6. Samengevat aan de hand van de slides, hoorcolleges en het handboek.
Semester 1: examens januari 2021
Activa
middelen waarmee de onderneming actief gaat werken om haar doel te bereiken
aanwending van vermogen: wat is er met het vermogen gebeurd, hoe is het aangewend?
bv: gebouw, geld op bank
Passiva
financieringsmiddelen / schulden onderneming
oorsprong van het vermogen, waar komt het geld vandaan
bv: lening bij de bank, kapitaal (= wat ondernemer vanuit zijn privé in onderneming steekt)
Kan P>A?
Kan er geld ter beschikking gesteld worden zonder aanwerving? : Neen
Dus: A = P
Kan A>P? : Neen
Alles wat wij bezitten is op een of andere manier gefinancierd
Dus A = P
In de boekhouding is vermogensstaat = balans van de onderneming
Balans = financiële toestand van onderneming op een bepaald ogenblik = momentopname
De toestand wordt beschreven adhv besteding (A) middelen en bronnen (P)
A = P = het principe van het dubbel boekhouden
We stellen de balans gegroepeerd en beknopt voor op 1’A4:
Structuur van de actiefzijde
- Vaste activa: kan je niet verkopen (ten gelde maken) nodig om activiteiten uit te
voeren bv: gebouw = middel
- Vlottende activa: wel verkopen (ten gelde maken) bv: voorraden → doel=verkopen
We ordenen vaste en vlottende activa op de balans volgens de liquiditeitsgraad:
Hoe liquider, hoe lager aan de actiefzijde van de balans
bv een voorraad is liquider dan een gebouw (sneller in geld om te zetten)
Oprichtingskosten vormen een aparte rubriek aan de actiefzijde van de balans.
voorbeelden:
immateriële vaste activa: patent
materiële vaste activa: gebouw, terrein, wagen, tafel
financiële vaste activa: aandelen in een ander bedrijf
Liquide middelen: geld op bankrekening
,Structuur van de passiefzijde
- Eigen vermogen = schuld tov eigenaars = continu aanwezig, moet niet worden
terugbetaald want is het vermogen van de eigenaars (bv kapitaal)
- Vreemd vermogen = schuld tov derden (bv een bank) moet worden terugbetaald op
korte of lange termijn
We ordenen eigen vermogen en vreemd vermogen volgens de opvraagbaarheid:
Hoe sneller een passivum opvraagbaar is, hoe lager op passivakant van balans het staat
Dus: lening staat onder kapitaal want lening moet sneller worden terugbetaald dan kapitaal
(kapitaal wordt niet terugbetaald)
Wat is de link tussen de ordening van actief en passief?
ACTIVA PASSIVA
Vaste activa Eigen vermogen
→ mag je niet financieren met korte termijn → Is het eigen vermogen genoeg om de
middelen. vaste activa te betalen?
Vlottende activa Vreemd vermogen
→ onder liquide middelen: kunnen de → oa schulden op < 1 jaar
schulden op < 1 jaar terugbetaald worden?
Waarom gaan zoveel ondernemingen failliet? Deze ondernemingen zijn niet in staat de
schulden op korte termijn te betalen (schulden < 1 jaar)
Een onderneming kan deze schulden < 1 jaar enkel betalen als ze voldoende liquide
middelen heeft om deze terug te betalen.
Dankzij de balans kan de lezer meteen zien of de onderneming gezond is.
Impact van transacties op de rijkdom van de eigenaar
Waar kan je zien of de onderneming gegroeid is, of de eigenaar rijker is geworden? → bij het
eigen vermogen, geeft beleggingswaarde voor de aandeelhouder.
“ Wat is de waarde van de onderneming voor de eigenaar? “
Hoe kan het eigen vermogen stijger? Eigenaar rijker:
Winst (als O>K)
Opbrengsten leiden tot een toename van het EV
Hoe kan eigen vermogen dalen? Eigenaar armer:
Verlies (als K>O)
Kosten leiden tot een afname van het eigen vermogen
,Omdat de winst zo belangrijk is om te weten of een onderneming groeit of niet, heeft de
wetgever beslist dat er een meer gedetailleerd document moet opgesteld inzake de winst
→ Resultatenrekening
Resultatenrekening geeft de samenstelling van het winst- of verliescijfer
- Opbrengsten → prestaties van een onderneming (maakt rijker)
- Kosten → verbruikte middelen (maakt armer)
Resultaat = Kosten - Opbrengsten
Resultatenrekening = formele voorstelling van het resultaat van een onderneming over een
bepaalde periode : de opbrengsten en kosten over een periode
In de resultatenrekening boek je alle opbrengsten en kosten.
Als je de balans wil opstellen, maak je eerst een resultaatverwerking:
1) resultaat berekenen 2) wat ga je met dat saldo doen (bv toevoegen aan reserve)
De resultatenrekening wordt naar de balans overgebracht.
Voorstelling van de resultatenrekening: in twee groepen:
- Bedrijfsresultaat = alle O en K die verband houden met bedrijfsuitoefening v d ond
bv: verkoop handelsgoederen (O) , bezoldigingen personeel (K) , …
- Financieel resultaat = alle O en K die verband houden met beheer financ. middelen
bv: ontvangsten uit interesten (O) , betaalde interesten (K) , …
Er bestaan ook nog andere kosten: geen bedrijfsresultaat en geen financieel resultaat
→ Opbrengsten of kosten met een uitzonderlijk karakter = Niet-recurrente O / K
bv een vrachtwagen die je verkoopt met winst of boete aan werknemer
We wijzen de niet-recurrente O of K toch toe aan bedrijfsresultaat of financieel resultaat:
met operationeel karakter: bedrijfsresultaat
met financieel karakter: financieel resultaat
Belang van de resultatenrekening: kijken vanwaar de winst komt: echte winst of eerder
uitzonderlijke winst?
Opbrengsten en kosten boeken we op onze resultatenrekening ongeacht de inning van de
opbrengsten (of we al geld hebben ontvangen) en ongeacht de betaling van de kosten.
DUS: opbrengsten ≠ inkomsten en kosten ≠ uitgaven
, Het opstellen van een balans na elke transactie (tussentijdse balansen) is niet optimaal:
oplossing: het grootboek = een verzameling van T-rekeningen
grootboek: systematische registratie
D C
Debet Credit
We maken een T-rekening voor elke component van de balans en elke component van de
resultatenrekening.
We creëren een T-rekening voor elk actief elk passief elke kost en elke opbrengst.
Wanneer schrijven we een bedrag aan de debetzijde, wanneer aan de creditzijde?
→ A staan links, passiva rechts
BOEKINGSREGELS BALANS
Activa gaan we debiteren voor de beginbedragen en de vermeerderingen
en activa gaan we crediteren voor de verminderingen.
Passiva-rekeningen gaan we crediteren voor de beginbedragen en vermeerderingen
en passiva gaan we debiteren voor de verminderingen.
BOEKINGSREGELS RESULTATENREKENING
O↗ → EV ↗ → P ↗ → crediteren
K↗ → EV ↘ → P ↘ → debiteren
Opbrengst → toename rijkdom eigenaar: eigen vermogen stijgt, EV staat aan de passiefzijde dus → P
stijgt: aan de passiefzijde: vermeerderingen: crediteren
Kost → afname rijkdom eigenaar: afname eigen vermogen → P daalt : aan de passiefzijde:
verminderingen: debiteren
→ bekijk slide p 30
Naast grootboek moet er een tweede techniek worden gevolgd: het dagboek / journaal
In een journaalpost gaan we al onze transacties chronologisch registreren.
zie slides p 32, 33
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maitekilian. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.