Geschiedfilosofie is een nogal rommelig vakgebied, omdat men onder de noemer
geschiedfilosofie met veel verschillende dingen bezig is. De geschiedfilosofie biedt ruimte
aan allerlei vragen en de geschiedenis van de geschiedfilosofie zou daarbij zelf geschreven
kunnen worden aan de hand van vragen die in het centrum van de belangstelling stonden.
Maar wat houdt de geschiedfilosofie dan bijeen? Over deze vraag is al menige strijd
gestreden, waarvan de meest ambitieuze plannen om de orde op zaken te stellen, dateren
uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Vooral in het Engelse taalgebied stelden
geschiedfilosofen op dat moment dat er een onderscheid gemaakt moest worden tussen
echte geschiedfilosofie en onzin. Onzin was in hun ogen speculaties over de metafysica van
het historisch proces. Bovendien stelden deze geschiedfilosofen dat deze onzin gevaarlijk
zou zijn, omdat deze onzinnigheden machthebbers een argument konden geven om de
geschiedenis een zetje in de goede richting te geven. Speculatieve geschiedfilosofie noemde
ze dit. Echte geschiedfilosofie daarentegen zou kritisch of analytisch zijn. Kritische
geschiedfilosofie is het vakfilosofie van de geschiedwetenschap, waarbij het buigt over
kernbegrippen als waarheid, objectiviteit en verklaringen. Deze vakfilosofie gaat strikt
analytisch te werk met het denkgereedschap van de analytische wijsbegeerte, die
halverwege de 17e eeuw haar zegentocht door de wereld begon.
Vandaag de dag klinkt dit onderscheidt erg gedateerd en zien we dat de tegenstelling tussen
speculatieve en kritische geschiedfilosofie een kind van haar tijd is. Het geschiedfilosofisch
debat is namelijk veel diverser dan de tegenstelling speculatief en kritisch laat uitkomen. Wel
zou gesteld kunnen worden dat sommige filosofen over de geschiedenis nadenken als
wetenschap, terwijl andere filosofen geïnteresseerd zijn in de geschiedenis als historisch
proces. Hieruit volgt de ambiguïteit van het begrip geschiedenis. Bij elke geschiedfilosoof kan
men zich dus afvragen of we te maken hebben met een filosoof van de historische
werkelijkheid of met een filosoof van het historisch denken.
De tweede term filosofie duidt op een manier waarop we patronen kunnen ontwaren in wat
geschiedfilosofen doen. Het eerste patroon heeft met het onderwerp te maken en het
tweede patroon heeft met de werkwijze te maken. Geschiedfilosofen stellen filosofische
vragen gekenmerkt door het woord ‘eigenlijk’. Geschiedfilosofen willen generaliseren in de
hoop daarmee denkgereedschap te ontwikkelen dat toepasbaar is in alle hoeken en gaten
van het vak. Deze neiging tot conceptuele generalisatie onderscheidt geschiedfilosofen van
historici. Deze filosofische reflectie staat echter wel ten dienste van de geschiedwetenschap.
Relaties met het verleden
Iedereen verhoudt zich op een bepaalde manier tot het verleden en het is de taak van de
geschiedfilosoof om deze relaties te ontleden. Aan het boek Als het verleden trekt ligt een
model ten grondslag van een model tussen relaties van toen en nu.
, Iedereen verhoudt relaties met het verleden, maar wat voor relaties zijn dat? Als men de
verschillende typen relaties ordent in een schema dan komt men uit op het model dat
beschreven staat in Als het verleden trekt (p.53). Dit is een tabel die niet alleen relaties
onderscheidt, maar ze ook definieert. Deze tabel is niet uitputtend, maar noemt ter
illustraties een van de belangrijkste de relaties die mensen met het verleden onderhouden.
Het gevaar van elk schema is dat het dingen uit elkaar trekt, die volkomen door elkaar lopen.
Het is daarom belangrijk dat het model van het verleden een ideaaltypisch model is. Het
onderscheid relaties niet vanuit de gedachten dat ze los van elkaar bestaan, maar om met
enige precisie te kunnen spreken over wat in werkelijkheid een moeilijke ontwarbare kluw is.
Relaties laten zich wel onderscheiden, maar niet scheiden.
De bewegingen acht het model kent twee redenen:
1. De simpele en de didactische reden. Het model biedt een aardige kapstok om uit te
leggen waar geschiedfilosofen zich zo al mee bezig houden. Het model van de relaties
van het verleden beklemtoont de wederkerigheid tussen werkelijkheid en het
denken daarover, omdat elke relaties immers wederkerig is. Daarmee doorbreekt het
model de scheiding tussen de filosofie van de werkelijkheid en filosofie van het
historisch denken. Bovendien doorbreekt het onderscheid tussen nadenken over de
geschiedwetenschap en nadenken over onder meer oldtimers en standbeelden. Het
model wil dus ruimte bieden aan allerlei vormen van geschiedfilosofische reflectie.
2. In de geschiedenis van ons vak is het of of-denken buitengewoon invloedrijk geweest.
De weerstand die geschiedfilosofie nog wel eens opwekt bij historici heeft daar nog
wel eens mee te maken. Zolang men denkt in het systeem van of of kan men
filosofische inzichten negeren of men kan er cynisch van worden. Er wordt hierbij ook
wel gesproken over de ‘angst van Descartes’. Het model van de relaties van het
verleden wil een uitweg bieden uit dit of of-denken en gaat ervan uit dat ieder mens
altijd alle relaties met het verleden tegelijkertijd onderhoudt. Tegelijkertijd zegt het
model dat niet alle relaties even belangrijk zijn. In plaats van of of hebben we en en-
denken nodig dat ons zal verlossen van de ‘angst van Descartes’, waarbij men niet
bang is voor onzuiverheden en overlapping van relaties. Het model wilt zulk en en-
denken mogelijk maken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lied250. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.