Leerdoelen week 1:
1. Kun je vaststellen wie er belastingplichtig is voor de VPB
2. Ken je het tarief van de vennootschapsbelasting en de voorheffingen voor de
vennootschapsbelasting en kan de verschuldigde belasting berekenen
3. Kun je het belastbaar bedrag berekenen met toepassing van de vermogensvergelijking en de
commerciële winstberekening
4. Ken je de administratieve verplichtingen voor de omzetbelasting en kun je bij de ondernemer
vaststellen of hieraan voldaan wordt (BV6)
5. Gebruik je de belastingwettenbundel als naslagwerk
H9.1, H9.2, H9.3, H9.4.1 (let op 9.4.1 8(5)VPB)
Vennootschapsbelasting (Vpb) is een directe belasting over de winst van lichamen de heffing
van winst van een vennootschap.
De inbrenger zelf valt vanaf het moment van overgang onder de regeling van het aanmerkelijk
belang en wordt voor de voordelen die hij uit de vennootschap behaalt betrokken in de
belastingheffing in box 2 van de wet IB als de aandeelhouders minder dan 5% van het geplaatste
kapitaal hebben, bezitten zij geen aanmerkelijk belang. De inkomsten vallen dan in box 3
(inkomsten uit sparen en beleggen forfaitair).
Als aandeelhouder van een bv een andere vennootschap is valt winstuitdeling onder
deelnemingsvrijstelling, anders zou dezelfde winst twee keer met Vpb worden belast.
Bij winstuitdelingen aan een aandeelhouder moet 15% dividendbelasting worden ingehouden. Als
een winstuitdeling plaatsvindt aan een andere vennootschap (moedermaatschappij) en deze ten
minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal bezit, is de deelnemingsvrijstelling van toepassing.
De inhouding van dividendbelasting blijft dan achterwege.
Binnenlands belastingplichtige- is belast voor zijn winst waar ook ter wereld behaald.
Buitenlands belastingplichtige- is uitsluitend belast voor de winst die behaald wordt in
Nederland.
Een lichaam is binnenlands belastingplichtig als het (beide moeten gelden):
Gevestigd is in Nederland waar het lichaam gevestigd is wordt naar omstandigheden
beoordeeld belangrijkste omstandigheid: de plaats waar de feitelijke leiding van het lichaam
is gevestigd feitelijke vestigingsplaats. Lichamen die naar Nederlands recht zijn opgericht,
worden geacht in NL zijn gevestigd (art. 2 lid 4 vpb). Als een lichaam naar NL recht is
opgericht, maakt het niet uit waar de feitelijke leiding zich bevindt.
Benoemd staat in art. 2 lid 1 vpb hierin staan alle lichamen genoemd die belastingplichtig zijn
als zij in NL zijn gevestigd (art. 2 lid 1 vpb).
Een aantal lichamen die een maatschappelijk, sociaal of cultureel belang nastreven zijn in de wet
vpb subjectief vrijgesteld (art. 5 en 6 vpb).
De tarieven van de vennootschapsbelasting staan in art. 22 vpb. Als op de winst van een
belastingplichtige dividendbelasting of kansspelbelasting is ingehouden door degene die het
dividend resp. de prijs heeft uitgekeerd, dan komen deze belastingen o.g.v. art. 25 lid 1 vpb als
voorheffing in mindering op de verschuldigde vpb.
De aanslag vpb wordt berekend door het tarief toe te passen op het belastbaar bedrag van de
vennootschap.
Het belastbaar bedrag kan op 2 manieren worden berekend:
1. vermogensvergelijking
Het eindvermogen wordt vergeleken met het vermogen aan het begin van het jaar. Deze uitkomst
moet worden gecorrigeerd voor de bedragen die de ondernemer heeft ingebracht dan wel uit de
onderneming heeft opgenomen voor privédoeleinden. Vervolgens moet nog een aantal correcties
worden doorgevoerd op grond van fiscale regelgeving. Op de uitkomst van deze berekening komen
vervolgens de ondernemersfaciliteiten in mindering.
1
, Opstelling vermogensvergelijking
Fiscaal vermogen eind …
Bij: onttrekkingen (o.a. dividend) …
opbouw van het ev en het fiscaal vermogen Bij: kapitaalterugbetalingen …+
Gestort aandelenkapitaal € Gecorrigeerd eindvermogen …
Agioreserve Fiscaal vermogen begin …
Winstreserves + Bij: kapitaalstortingen …+
Eigen vermogen € Gecorrigeerd beginvermogen …-
Bij: fiscale reserves + Vermogensmutatie …
Fiscaal vermogen
Art. 8 lid 1 vpb is de schakelbepaling Bij of af:
verklaart een aantal artikelen uit de wet Objectieve vrijstellingen …-
IB van toepassing op wet vpb. Zo zijn o.a. Niet / beperkt aftrekbare kosten …+
van toepassing: Giften …+
Investeringsaftrek …-
Bepalingen die betrekking hebben op
Mutatie fiscale reserve … + -/-
vaststelling van jaar- en totaalwinst; …+
Objectieve vrijstellingen; …
Kostenaftrekbeperkingen; Af: correctie i.v.m. deelnemingsvrijstelling …-
Goed koopmansgebruik; Fiscale winst …
Regels waarderen ohw; Af: aftrekbaar deel van de giften …-
Afschrijvingsbeperking verschil: Belastbare winst …
bodemwaarde 100% van WOZ voor Af: te verrekenen verliezen …-
een pand in eigen gebruik; Belastbaar bedrag …
Bepaalde ondernemingsfaciliteiten, zoals investeringsaftrek;
Vorming van herwaarderingsreserve en kostenegalisatiereserve.
2. door vanuit de commerciële winst de fiscale winst te berekenen
Commerciële winst is uitgangspunt. Vervolgens wordt daarop gecorrigeerd wat afwijkend is m.b.t.
de fiscale winstberekening. Afwijkingen zijn bijvoorbeeld:
Hoogte van afschrijving: fiscaal moet worden afgeschreven op de historische kostprijs en er
zijn afschrijvingsbeperkingen:
o Onroerend goed o.g.v. art. 8 lid 6 vpb geldt voor zowel een gebouw dat hoofdzakelijk ter
beschikking wordt gesteld aan derde als voor een gebouw in eigen gebruik als
bodemwaarde de WOZ-waarde van dat gebouw;
o Bij overige bedrijfsmiddelen afschrijven in ten minste 5 jaar en goodwill in ten minste 10
jaar;
Fiscaal is het toegestaan om een herinvesteringsreserve en een kostenegalisatiereserve te
vormen;
Fiscaal moet jaarlijks het ohw worden gesteld op het gedeelte van de overeengekomen
vergoeding voor ohw, dat is toe te rekenen en ohw;
Fiscaal bestaat bij investeringen recht op investeringsaftrek;
Fiscaal kunnen objectieve vrijstellingen van toepassing zijn.
H5.6/5.7, 5.9, 5.11.1, 5.11.2, 5.13, 5.16/5.19
De belastbare winst uit onderneming = winst uit onderneming – ondernemersaftrek – MKB
winstvrijstelling.
De winst uit onderneming is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die worden verkregen uit
een onderneming. De gezamenlijke voordelen bestaan niet alleen uit de jaarlijkse winst die met de
reguliere ondernemingsactiviteiten behaald wordt, maar hier behoren ook de volgende voordelen
toe:
- De incidentele baten die behaald worden bij de vervreemding van vermogensbestanddelen
- De voordelen die de ondernemer geniet doordat hij goederen uit de onderneming privé
verbruikt
- De onttrekkingen aan de omzet doordat een onderneming een ander onzakelijk bevoordeelt
- Winst behaald bij en met de staking van de onderneming.
De uit onderneming kan berekend worden d.m.v. het opmaken van een resultatenrekening of
d.m.v. een vermogensvergelijking het eindvermogen wordt vergeleken met het vermogen
aan het begin van het jaar. Deze uitkomst moet worden gecorrigeerd voor de bedragen die de
ondernemer heeft ingebracht dan wel uit de onderneming heeft opgenomen voor privédoeleinden.
Vervolgens moet nog een aantal correcties worden doorgevoerd op grond van fiscale regelgeving.
Op de uitkomst van deze berekening komen vervolgens de ondernemersfaciliteiten in mindering.
Vermogensvergelijking:
Eindvermogen (hierin de fiscale reserves meenemen)
- Beginvermogen (hierin de fiscale reserves meenemen)
- Privé stortingen
+Privé onttrekkingen (ook privégebruik auto en woning)
2
, Winst volgens de winst en verliesrekening
+de niet/beperkt aftrekbare kosten
- vrijstellingen
- investeringsaftrek
+Desinvesteringsbijtelling
- toevoeging fiscale reserves zonder for
+afname fiscale reserves zonder for
Winst VOOR oudedagsreserve
+/-verandering in de oude dagsreserve
Winst uit onderneming
- ondernemersaftrek
Winst voor berekening MKB-winstvrijstelling
- MKB winstvrijstelling
=Belastbare winst uit onderneming
De winst uit onderneming moet zo goed mogelijk worden toegerekend aan de jaren waarop zij
betrekking heeft.
De ondernemer is niet vrij om zijn totale winst uit onderneming, die vele jaren kan bestaan,
willekeurig te verdelen over de jaren. De in een bepaald jaar aan te geven winst moet worden
bepaald volgens goed koopmansgebruik met inachtneming van een bestendige gedragslijn die
onafhankelijk is van de vermoedelijke uitkomst (art. 3.25 wet IB).
Goed koopmansgebruik- houdt in dat de boekhouding, met enkele uitzonderingen, gevoerd moet
worden naar algemeen aanvaarde bedrijfseconomische principes.
bij het begrip goed koopmansgebruik staan drie beginselen centraal:
1. realiteitszin baten en lasten moeten worden toegerekend aan de jaren waarop zij betrekking
hebben. Inkomsten en uitgaven mogen dus niet naar eigen inzicht over de diverse jaren verdeeld
worden. Bij een verkoop van goederen moet uiterlijk op het tijdstip van de levering de winst
worden genomen. Ook als de verkoopovereenkomst al eerder is gesloten. Er mag niet gewacht
worden tot het moment dat de factuur wordt verzonden of dat deze is betaald.
2. voorzichtigheid een ondernemer hoeft zich niet rijker te rekenen dan hij is. op grond van
het voorzichtigheidsbeginsel mogen verliezen worden genomen zodra deze bekend zijn winsten
hoeven pas verantwoord te worden nadat deze daadwerkelijk zijn behaald.
3. eenvoud de systematiek om de winst toe te rekenen aan bepaalde jaren moet praktisch
hanteerbaar en controleerbaar zijn. Goed koopmansgebruik geldt ook voor waarderingssystemen
van de in de onderneming aanwezige goederen en vermogensobjecten. Binnen de grenzen van
goed koopmansgebruik mag een ondernemer zelf kiezen welk systeem hij hanteer, ook al kunnen
er behoorlijke verschillen in waardering ontstaan. Door te wisselen van waarderingssysteem
kunnen er winsten en verliezen ontstaan. Het is niet toegestaan om zonder zakelijke redenen van
systeem te veranderen. Er moet sprake zijn van een bestendige gedragslijn.
Balans continuïteit- om de totale winst van de onderneming over de jaren heen goed te kunnen
vaststellen, moeten de jaren op elkaar aansluiten. Daarom moet de eindbalans van het ene jaar
tevens de openingsbalans vormen van het daarop volgende jaar. Zou dat niet het geval zijn, dan
zou het kunnen gebeuren dat bepaalde winsten niet of dubbel belast worden.
De wijze van waardering van activa en passiva op de balans beïnvloedt het resultaat van de
onderneming via de regels van goed koopmansgebruik. De waardering van de activa en passiva
moet gebeuren naar de situatie op de balansdatum. Latere info over de situatie op balansdatum
mag wel worden meegenomen, gebeurtenissen na balansdatum niet.
Er wordt nu ingegaan op de belangrijkste toegestane waarderingsmethodes.
De volgende activa en passiva komen aan de orde:
1. bedrijfsmiddelen
Een bedrijfsmiddel is een vermogensbestanddeel dat wordt gebruikt voor het drijven van de
onderneming en dat meerdere jaren meegaat. Het gaat dus om vast kapitaal materiele activa
zoals machines en meubilair & ook immateriële activa zoals goodwill en octrooien.
Waardering bedrijfsmiddelen: waardering op de historische kostprijs dan wel op lagere
bedrijfswaarde. Kostprijs van een bedrijfsmiddel bestaat uit koopsom die ervoor betaald is, maar
ook bijkomende kosten bijv. notariskosten en overdrachtsbelasting tot de aanschafkosten. Ook
alle kosten van het bedrijfsklaar maken van een bedrijfsmiddel zijn aanschafkosten. Ook
onderhoudskosten die direct na de aankoop worden gemaakt om bijvoorbeeld een pand
bedrijfsklaar te maken moeten worden geactiveerd en mogen niet ineens ten laste van de winst
worden gebracht. Bij de voortbrengingskosten gaat het om de kosten die in het bedrijf gemaakt
zijn om het bedrijfsmiddel te maken.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur anoukmuskens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.