Depressie
Anatomie en Fysiologie
Je kunt het zenuwstelsel anatomisch (centraal/perifeer) en functioneel (somatisch en autonoom)
indelen.
Prikkels zijn boodschappers, zij worden getransporteerd via het zenuwstelsel naar de hersenen en daar
worden ze waargenomen. Het lichaam functioneert alleen maar via prikkels. Daarnaast kan men
zijn/haar lichaam verwonden als de pijnprikkels niet waargenomen worden.
Er zijn twee orgaanstelsels die alle andere orgaanstelsels coördineren:
- Zenuwstelsel: Snelle response en voor korte duur.
- Hormoonstelsel: Langzame response en voor langere duur.
Het zenuwstelsel:
• meet het interne en externe milieu
• integreert informatie van de zintuigen.
• Coördineert gewilde en gewilde reacties van vele andere orgaanstelsels.
Twee orgaanstelsel coördineren alle andere orgaanstelsel:
1. Zenuwstelsel: snelle response en korte duur.
2. Kenmerken: tragere response. Lange duur.
Het zenuwstelsel bestaat uit twee anatomische gedeelten:
• Centrale zenuwstelsel (CZS):
o Hersenen
o Ruggenmerg
• Perifeer zenuwstelsel (PZS)
o Al het zenuwweefsel buiten het CZS
,Dit staat met elkaar in verbinding.
Afferent: betekent een zenuwbaan die naar de hersenen toegaat.
Efferent: van je hersenen af naar het lichaam.
Sensorische informatie: alle informatie die door de zintuigen en receptoren worden geregistreerd.
Effectoren: spieren en klieren waar uiteindelijk de impulsen terecht komen.
Figuur staat ook mirtini op blz 298
Het efferente gedeelte van het perifeerzenuwstelsel:
- Somatische zenuwstelsel: dat de skeletspieren aanstuurt.
- Autonome zenuwstelsel (AZS): dat zorgt voor automatische, onwillekeurige regulering van glad
spierweefsel, hartspierweefsel, klierwerking en vetweefsel.
Parasympatisch zenuwstelsel: is belangrijk voor alles wat je lichaam doet in rust. Vertraagt de hartslag.
Sympatisch zenuwstelsel: is alles wat je doet als je bezig bent. Fight-flight principe. Verhoogd de
hartslag.
Deze twee zijn in balans
Je kunt de structuur van neuronen benoemen, waarbij aan bod komen: dendriet, cellichaam, axon,
myelineschede, synaps.
Neuronen: zijn de basiseenheden van het zenuwstelsel. Bij alle neurale functies communiceren
neuronen zowel onderling als met andere celtypen.
Structuur neuronen:
• Dendrieten: vangen signalen op van andere neuronen
• Axon: geleidt uitgaande signalen
• Synapsknoppen: bij elke synapsknop communiceert het neuron met een andere cel.
• Cellichaam: kern, mitochondriën, ruw endoplasmatisch reticulum, andere organellen.
,Myeline: (witte stof in de hersenen) een lang wat om een axon heen gemaakt kan worden. Zorgt ervoor
dat stroom sneller over het neuron kan gaan (voornamelijk het axon gedeelte). Dit zijn Schwann cellen.
Bij de ziekte multiple sclerose (MS) worden de myelineschedes aangetast. Dit zorgt voor een langzamere
impulsgeleiding.
Je kunt het verschil tussen sensibele neuronen, motorische neuronen en schakelcellen benoemen.
Sensibele neuronen (afferente neuronen): vormen het afferente gedeelte van het PZS. Sensibele
neuronen ontvangen informatie van zintuigcellen die het uitwendige en inwendige milieu waarnemen
en daarna de informatie naar andere neuronen in het CZS doorgeven (ruggenmerg of hersenen).
Motorische neuronen: is onderdeel van het efferente gedeelte en geleiden impulsen vanuit het CZS naar
andere weefsels, organen of orgaanstelsels. De perifere doelcellen waarmee ze in verbinding staan,
worden effectoren genoemd, omdat ze reageren door iets te doen. Ze stimuleren of remmen dus het
perifere weefsel.
Schakelcellen: bevinden zich geheeld in de hersenen en ruggenmerg. Ze verbinden andere neuronen. Ze
zijn verantwoordelijk voor het doorschakelen van sensorische informatie en voor de coördinatie van
motorische activiteit. Het zijn bewijze van je hersenen.
Je kunt uitleggen hoe zenuwgeleiding verloopt (met rustpotentiaal, actiepotentiaal, Na/K pomp).
Een cel in rust heeft een gepolariseerde plasmamembraan, doordat aan de buitenkant van de
membraan een overmaat positieve ladingen aanwezig is en aan de binnenkant een overmaat negatieve
ladingen.
Rustpotentiaal: van een zenuwcel is het -70mV. Het minteken geeft aan dat aan de binnenkant van de
cel een overmaat negatief geladen ionen bevat.
Vloeistof buiten de cel: hogere concentraties natriumionen en chloorionen.
Vloeistof binnen de cel: kaliumionen en negatief geladen eiwitten.
, De ionen kunnen de cel alleen in- of uitgaan met behulp van kanalen in het membraan en/of
dragereiwitten.
Natriumkaliumpomp: is een dragereiwit. Deze ionenpomp wisselt drie natriumionen in het cytoplasma
uit tegen twee kaliumionen in de extracellulaire vloeistof. Bij normale rustpotentiaal worden
natriumionen met dezelfde snelheid naar buiten gepompt als waarmee ze de cel binnenkomen.
De ionen kunnen de cel alleen in- of uitgaan met behulp van kanalen in het membraan en/of
dragereiwitten.
Actiepotentiaal: zijn zich voortplantende veranderingen in de membraanpotentiaal die, als ze eenmaal
begonnen zijn, het hele stimuleerbare oppervlak van het axon depolariseren. Actiepotentialen zijn
afhankelijk van potentiaalgestuurde kanalen.
De voortgeleiding van een actiepotentiaal:
1. Rustpotentiaal: de axonmembraan bevat zowel potentiaalgestuurde natriumkanalen als
potentiaalgestuurde kaliumkanalen, die gesloten zijn als de cel zijn rustpotentiaal heeft.
2. Depolarisatie tot drempelwaarde: de stimulus die een actiepotentiaal in gang zet is een
geleidelijke depolarisatie die groot genoeg is om de potentiaalgestuurde natriumkanalen te
openen. Dit gebeurt wanneer de membraanpotentiaal de zogenaamde drempelwaarde
overschrijdt (-60mV).
3. Activatie natriumkanalen en snelle depolarisatie: wanneer de potentiaalgestuurde
natriumkanalen zich openen, stromen natriumionen het cytoplasma in en treedt een snelle
depolarisatie op. Het inwendig membraanoppervlak heeft nu meer positieve ionen dan
negatieve en de membraanpotentiaal is veranderd van -60 mV naar een positieve waarde.
4. Inactivatie van natriumkanalen en activatie kaliumkanalen: als de membraanpotentiaal de
+30mV nadert, sluiten de natriumkanalen zich. Deze stap valt samen met het openen van de
kaliumkanalen. Vanaf dan begint de repolarisatie.
5. De kaliumkanalen sluiten zich: positief geladen kaliumionen stromen het cytosol uit, waardoor
de membraanpotentiaal zijn normalen rustwaarde terugkrijgt (-70mV). Kaliumionen blijven de
cel uitstromen totdat de kaliumkanalen zich gesloten hebben. Dit veroorzaakt een korte
hyperpolarisatie.
6. Rustpotentiaal: wanneer de kaliumkanalen zich sluiten, keert de membraanpotentiaal terug
naar zijn rustwaarde. De actiepotentiaal is nu voorbij en de membraanpotentiaal heeft zijn
rustwaarde weer.
Een neuron geeft een kleine spanning op het membraan. Hierdoor kan het singalen (elektriciteit)
geleiden. Dit wordt het actiepotentiaal genoemd.
Veranderingen in de membraanpotentiaal:
• Resultaat van verandering in ionbewegingen (Na+ en K+)
• Ionen bwegen door transmembraankanalen heen.
• Membraankanalen kunnen opgaan of sluiten.
Zie fig 8.8. Martini blz 304 en 305
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kim3690. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.