Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
ontwikkelingspsychologie KU Leuven samenvatting €3,99   Ajouter au panier

Resume

ontwikkelingspsychologie KU Leuven samenvatting

 78 vues  1 fois vendu

Volledige samenvatting van H1,3, 5 t/m 9 van Development Through The Lifespan door Laura Berk, 7th Edition KU Leuven: Psychologie, Pedagogische wetenschappen, Logopedische en Audiologische wetenschappen Leer dit bestand + reconstructievragen en je bent er ruim door!

Dernier document publié: 3 année de cela

Aperçu 5 sur 142  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1, 3, 5, 6 t/m 9
  • 18 mars 2021
  • 18 juin 2021
  • 142
  • 2020/2021
  • Resume
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (4)
avatar-seller
Maaike274
Ontwikkelingspsychologie
HOOFDSTUK 1: GESCHIEDENIS, THEORIE EN ONDERZOEKSTRATEGIEËN

1. De menselijke ontwikkeling als een wetenschappelijk, toegepast, interdisciplinair veld
 Wetenschappelijk
Ontwikkelingspsychologie is een wetenschap die stabiliteit en verandering wil begrijpen over
de levensloop. (‘human development’)
Bv. stabiliteit: angstige kleuter wordt later een angstige puber
 Toegepast
Ontwikkelingspsychologie heeft belang voor praktijk.
 Interdisciplinair
Ontwikkelingspsychologie ontwikkelt zich door gecombineerde inspanningen uit veel
wetenschappen.

2. Basis issues

Theorieën over ontwikkelingen:

 Een geordend geheel van uitspraken,
 Een samenhangend geheel van uitspraken,
 Beschrijft gedrag, Verklaart gedrag, Voorspelt gedrag.
 Theorie is een geordend en samenhangend geheel van uitspraken dat gedrag beschrijft, verklaart en
voorspelt.

Theorieën zijn van groot belang:

(1) Ze geven richting en betekenis aan wat we zien, dus ze helpen ons begrijpen.
(2) Ze zijn een basis voor praktijk, zo weten we wat te doen.
(3) Ze geven ons de mogelijkheid tot wetenschappelijke bevestiging, ze hebben daar behoefte aan

Er zijn 3 basisvragen:

A. Is ontwikkeling continu of discontinu?
(a) Continu
Volgers van deze theorie zien de ontwikkeling
als een geleidelijk en continu proces. De
individuen breiden geleidelijk een zelfde soort
vaardigheden uit die er in het begin al waren.
(b) Discontinu
De ontwikkeling gebeurt stapsgewijs (in stadia
*). Mensen veranderen snel als ze op een nieuw
level staan en veranderen dan langzaam voor
een tijdje. Bij elke nieuwe stap interpreteert en
respondeert de persoon op een kwalitatieve
andere manier (op) de wereld

* Stadia = kwalitatieve veranderingen in denken en doen, kenmerkend voor bepaalde perioden


137

, B. Is er één verloop van de ontwikkeling of meerdere?

Vroeger: Aanhangers van stadiatheorieën; iedereen doorloopt zelfde sequentie van ontwikkeling

Nu: Meerdere vormen van ontwikkeling mogelijk door contexten (= unieke combinatie van
persoonlijke en omgevingskenmerken)
Bv.: een verlegen persoon ontwikkelt zich in een heel andere context dan heel sociale mensen
die werkelijk op zoek gaan naar andere mensen.

C. Is erfelijkheid of omgeving het belangrijkst? ( nature  nurture)

Erfelijkheid = aangeboren, biologische eigenschappen alle theorieën vinden beide belangrijk,
Omgeving = Fysische en sociale invloeden uit de omwereld maar klemtoon verschilt:

 Sommige auteurs beklemtonen stabiliteit (= kinderen behouden hun relatieve positie)  ERFELIJKHEID
Vb. als kleuter een vlotte prater en later een tettergat (stabiliteit door een vroege ervaring)
 Andere auteurs beklemtonen plasticiteit (=verandering is mogelijk)  OMGEVING
Vb. als kleuter stil en verlegen maar later een even groot tettergat (mede door omgeving)

3. Het levensloopperspectief (lifespan perspective) : een gebalanceerd gezichtspunt

De gemiddelde levensverwachting blijft stijgen. Onderzoekers zien ontwikkeling als een dynamisch systeem
(= dynamische systeembenadering).
D.w.z. dat de ontwikkeling wordt gezien als een proces dat altijd verder gaat, zich uitstrekt van bevruchting tot
dood, en vorm krijgt door een complex netwerk van biologische, psychologische en sociale invloeden.

Belangrijke vertegenwoordiger hiervan is het levensloopperspectief:
Ontwikkeling wordt hier gezien als:

 Levenslang
 Multidimensioneel en veelvormig
 Plastisch
 Beïnvloed door veel krachten in interactie met elkaar

A. Levenslang

Verschillende fasen in de ontwikkeling:
Prenataal Bevruchting tot geboorte
Baby en peuter Geboorte - 2 jaar
Vroege kindertijd 2 - 6 jaar
Midden-kindertijd 6 - 11 jaar
Adolescentie 11 - 20 jaar
Vroege volwassenheid 20 - 40 jaar
Midden-
volwassenheid 40 - 60 jaar
Late volwassenheid 60 jaar - overlijden (zie boek pg. 8 voor uitleg bij elke fase!)




137

,In elke fase komen veranderingen voor op vlak van 3 brede domeinen:
* Fysiek
* Cognitief Ze overlappen elkaar en werken op elkaar in
* Emotioneel en sociaal

B. Multidimensioneel en veelvormig

1) De uitdagingen en aanpassingen van ontwikkeling zijn multidimensioneel, d.w.z. dat ze beïnvloedt
worden door een ingewikkeld mix van biologische, psychologische en sociale factoren.




Hoe ouder je wordt hoe meer het fysieke, cognitieve en emotionele invloed gaat hebben op elkaar en hoe
meer ze in elkaar gaan verstrengelen.
Elke aftakking is een weg die je inslaat, zoals bv. muziek, sport etc.
2) Ten tweede is de levensloopontwikkeling multidirectioneel (veelvormig)
Veelvormig heeft 2 betekenissen:

 Niet altijd vooruitgang in alle domeinen
Bv. Goed in talen, maar dan minder goed in wiskunde
 Vooruitgang en achteruitgang binnen hetzelfde domein
Bv. Het geheugen werkt minder goed (achteruitgang), maar je wordt toch beter in Duits doordat je daar
bent geweest en je veel ervaring hebt opgedaan op vlak van die taal (vooruitgang).
C. Plastisch

Dit wil zeggen dat men benadrukt dat ontwikkeling kneedbaar en veranderbaar is.
Bv. iemand kiest ervoor om te studeren i.p.v. jong te trouwen. Wanneer nieuwe mogelijkheden zich aanbieden
kan deze persoon gemakkelijk ineens wel trouwen en kinderen krijgen in haar dertiger jaren.

Geleidelijk aan wordt ontwikkeling wel minder plastisch als zowel de capaciteit en de kansen voor
verandering verminderen.

Het is ook belangrijk te weten dat plasticiteit verschilt tussen individuen. (sommige kinderen en
volwassenen ervaren meer verschillende levensomstandigheden)

D. Beïnvloed door veel krachten in interactie met elkaar

Invloeden op ontwikkeling:

 Leeftijdsgebonden
 Gebonden aan geschiedenis
 Niet-normatief

137

, a) Leeftijdsgebonden

Gebeurtenissen zijn sterk gebonden aan leeftijd en daardoor voorspelbaar (normatief). Niet enkel
lichamelijk maar ook bv. vanaf 6 jaar naar 1 e leerjaar gaan, op 18 rijbewijs halen en gaan studeren in het hoger
onderwijs.

b) Gebonden aan geschiedenis

Iets wordt ervaren door mensen die geboren zijn rond hetzelfde tijdstip (cohort = mensen die geboren zijn
rond dezelfde tijd en zo gelijken op elkaar op vlak van dingen die hen scheidt van mensen die geboren zijn in
andere tijden) (normatief).
Bv. de ontwikkeling verloopt moeizaam omdat de economie niet zo goed draait of omdat er oorlog aan de gang
is.

c) Niet-normatief

Gebeurtenissen die onregelmatig voorkomen. Ze komen bij één of slechts enkele personen voor en volgen
geen voorspellende tijdtabel.
Bv. Je leert iemand toevallig kennen die je ziet zitten en dat brengt kleur in je leven.

4. Wetenschappelijke beginsels

A. Wetenschappelijke voorvaders (vanaf einde 19e eeuw en begin 20e eeuw)

a) Darwin (Forefather of scientific child study)

De evolutietheorie:
- Natuurlijke selectie
- Overleven van de sterkste (survival of the fittest)

 Sommige soorten overleven in bepaalde omgevingen doordat ze zich het beste hebben aangepast aan die
omgeving. Andere soorten sterven omdat ze zich niet hebben weten aan te passen aan hun omgeving.
Individuen die behoren tot een bepaald soort dat wel voldoet aan de noodzakelijke elementen van een
overlever leven lang genoeg om hun voordelige karakteristieken door te geven aan de volgende generatie.
 Hij ontdekte ook dat vroege prenatale groei hetzelfde in verschillende soorten. Hieruit ontstond
de wetenschappelijke studie van kinderen.

b) De normatieve periode

Hall en Gesell:

 Verdeelden theorieën op basis van evolutionaire ideeën. Onderzochten grote aantallen mensen om gedrag
te onderzoeken. Onderzochten leeftijdsgemiddelden.
 Ze bekeken ontwikkeling als een genetisch bepaald proces dat zich automatisch ontvouwt.
 Normatieve benadering:
Metingen rond gedrag werden afgelegd bij een groot aantal individuen en vervolgens werden er
leeftijdsgerelateerde gemiddelden geschat om een typische ontwikkeling te representeren.




137

, c) Intelligentietests

Binet en Simon:

 Werd gevraagd een manier te vinden om kinderen met leerproblemen te identificeren die nood hadden
om geplaatst te worden in het bijzonder onderwijs.
 Hij ontwikkelde de eerste succesvolle intelligentietest (cf. PID)
 Deze werd later gebruikt om individuele verschillen in ontwikkeling te onderzoeken
(verschillende uitkomsten vergelijken naargelang gender, etniciteit, familie achtergrond, ...)

5. Midden 20e eeuw- theorieën

Vanaf dan ontplooide de menselijke ontwikkeling zich tot een legitieme discipline. Het won aan belangstelling
waardoor er een resem theorieën ontstonden die later veel volgelingen kregen.

A. Psycho-analytische visie

= mensen gaan door een reeks stadia waarin ze geconfronteerd worden met conflicten tussen biologische
driften (agressief, seksueel) en sociale verwachtingen. De manier waarop deze conflicten worden opgelost
bepaald de mogelijkheid van het individu om te leren, om overweg te kunnen met anderen en om om te gaan
met angst. (= bepaalt het psychisch functioneren)

a) Freud

Psychoseksuele theorie: De manier waarop ouders omgaan met impulsen (= driften) van hun kinderen in de
eerste levensjaren bepaalt de ontwikkeling van de persoonlijkheid.

In Freuds theorie worden 3 aspecten van de persoonlijkheid geïntegreerd in 5 fases/stadia:

 3 aspecten van persoonlijkheid:
o Id
 Het oudste en ruimste aspect
 De basis voor biologische noden en verlangen
 Onbewust, reeds aanwezig bij geboorte
o Ego (2-6j)
 Het bewuste, rationele aspect van de persoonlijkheid
 Komt voor in de vroege kindertijd
 Stuurt de impulsen van het id door zodat zij ontlaad worden op gepaste objecten en op
aanvaardbare tijden en plaatsen. (soort bemiddelaar)
 Bijvoorbeeld: Geholpen door het ego stopt de hongerige baby met huilen wanneer ze
merkt dat de moeder bezig is met het klaarmaken van het eten. (melk opwarmen)
o Superego (3-6j)
 = het bewustzijn / geweten
 Ontwikkelt zich door interactie met de ouders, die erop staan dat hun kinderen de
regels volgen van de maatschappij.
 Relaties id, ego en superego bepalen de basispersoonlijkheid van het individu
 Het ego heeft de complexe taak om het id, de externe wereld en het geweten (superego) overeen te laten
komen (bemiddelaar)
Bv. wanneer het ego verleid wordt om toe te geven aan de impulsen van het id door een speelkameraadje
te slaan om zo een aantrekkelijk speelgoed te bemachtigen, kan het superego waarschuwen dat zoiets fout
137

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Maaike274. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€3,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter