Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen
Établissement
Universiteit Leiden (UL)
Book
Jongens zijn slimmer dan meisjes
Een samenvatting van het boek 'Jongens zijn slimmer dan meisjes' voor het vak Inleiding in de Pedagogische en Onderwijswetenschappen 2A. De samenvatting bevat ook college aantekeningen.
College 1 Inleiding In De Pedagogische En Onderwijswetenschappen 2A Jongens zijn slimmer dan meisjes, ISBN: 9789082542202
Samenvatting collegestof + literatuur ipo 2A
Samenvatting Jongens zijn slimmer dan meisjes
Tout pour ce livre (10)
École, étude et sujet
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Inleiding in de pedagogische en onderwijswetenschappen
Tous les documents sur ce sujet (37)
1
vérifier
Par: sterreschrijvers • 3 année de cela
Vendeur
S'abonner
nadinedevogel
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Jongens zijn slimmer dan meisjes
Grote schoonmaak
Onderwijs is het overdragen van kennis of vaardigheden. Leren is het verkrijgen van
generaliseerbare/abstracte kennis die iemand vervolgens in een andere context kan
gebruiken.
- Leren is een proces van het geven en krijgen van systematische constructie.
De onderwijswetenschappen is een interdisciplinair onderzoeksveld waarin onderzoekers
onderzoek doen naar hoe mensen leren en naar hoe dit verbeterd kan worden.
- De onderwijswetenschappen hebben twee doelen: het beschrijven, begrijpen &
verklaren van gedrag en leren, opleiden & ontwikkelen in het onderwijs.
De onderwijswetenschappen doen onderzoek op verschillende niveaus:
1. Microniveau: het lerende kind
2. Mesoniveau: schoolcontext
3. Macroniveau: maatschappij
Micheal Shermen geeft drie redenen waarom mensen ‘aanwijzingen’ herkennen voor de
ideeën waarin we geloven en ervaringen, die niet overeenkomen met hetgeen wat we
geloven, onbewust negeren:
1. Patternicity: de neiging om betekenisvolle patronen te zoeken in willekeurige dingen.
2. Conformation bias: het idee dat men bevestiging zoekt voor dingen die men gelooft.
Je gelooft de feiten die overeenkomen met jouw mening.
3. Hindsight bias: het afstemmen van verklaringen na de feiten op datgene waarvan we
weten dat het gebeurd is (achteraf is makkelijk praten).
Er bestaan drie redenen waarom iets initieel kan en zal slagen, maar waarbij de uitvoering en
toepassing een teleurstelling zijn:
1. Er is een verschil tussen een vernieuwend project en de uitvoering van dat project.
2. De onderzoeken die het bewijs voor de projecten leveren, zijn vaak zwak.
3. Het Hawthorne-effect, dit houdt in dat mensen gemotiveerd zijn als een vernieuwend
project net is ingevoerd. Het positieve effect komt door de glans van het nieuwe.
In het onderwijs zijn er drie theorieën:
1. Sociaal-constructivisme: leerlingen moeten geplaatst worden in een leeromgeving
waar zij zelf actief kennis moeten verwerken.
Samenwerken is belangrijk omdat iedereen een eigen perspectief heeft en door
middel van samenwerking kom je tot een gedeelde waarheid.
2. Cognitivisme: er is aandacht voor differentiatie, men moet niet alleen kijken naar wat
leerlingen leren maar ook hoe ze dat doen.
Ieder kind leert anders, dus je moet kinderen niet allemaal hetzelfde bieden.
3. Behaviorisme: leren met behulp van doelen, belonen en straffen.
Wie is wie in onderwijsonderzoek?
Onderwijskundigen leveren een bijdrage aan het onderwijssysteem en aan opleidings- en
leertrajecten door middel van de doelen van de onderwijswetenschappen.
Pedagogen zijn de personen die pedagogiek beoefenen, dit is een studie van de manier
waarop volwassenen kinderen en jongeren met een bepaald doel grootbrengen.
- Pedagogen die aan vergelijkende pedagogiek doen vergelijken de onderwijssystemen
in verschillende landen.
Educatieve ontwerpers zijn experts in het ontwerpen en ontwikkelen van leerervaringen. Een
educatief ontwerp zijn educatieve ervaringen die de verwerving van kennis en vaardigheden
efficiënter, effectiever en aantrekkelijker maken.
,Educatief technologen zijn experts die zich toespitsen op het analyseren, ontwerpen,
ontwikkelen, uitvoeren en evalueren van de processen en hulpmiddelen die leren kunnen
versterken.
Mythes over leren
Mythe 1 Mensen hebben verschillende leerstijlen
Mensen verschillen in de manier waarop ze leren. Dit is een probleem omdat een leerstijl niet
gelijk is aan de beste manier om te leren.
- Clark (1982) beweert dat een voorkeur voor een bepaalde onderwijstechniek niet per
definitie een educatief voordeel heeft voor een leerling (mathemathanistisch effect).
Als de onderwijsmethode niet overeenkomt met een productieve, maar met een
zelfgekozen leerstijl, dan heeft onderwijs geen zin.
- Voorbeeld: Een kind kan snoep veel lekkerder vinden dan groenten, maar dat
betekent niet dat dat het best is voor dat kind.
Een ander probleem is dat leerstijlen veelal gebaseerd zijn op verschillende types, terwijl
mensen vaak niet in aparte groepen te verdelen zijn.
Er bestaan drie problemen met het verdelen van leerlingen in hokjes:
1. Cognitieve verschillen tussen mensen zijn vaker geleidelijk dan nominaal. Dit betekent
dat mensen vaak niet bij één bepaalde leerstijl passen.
2. Vaak worden voor de verdeling van mensen zelfgeschreven maatstaven gebruikt die
ontoereikend zijn.
3. Er zijn meer leerstijlmogelijkheden dan mensen, wat ervoor zorgt dat mensen heel
moeilijk in één bepaalde leerstijl te groeperen zijn.
De leerstijlhypothese van Pashler, McDaniel, Rohrer en Bjork stelt dat er sprake is van een
overlapinteractie. Dit houdt in dat leerlingen van type A alleen kunnen leren met
onderwijsmethode A en leerlingen van type B alleen met onderwijsmethode B enzovoorts.
Uit onderzoeken blijkt dat er interactie plaatsvindt tussen leerstijlen en
onderwijsmethodes, maar dat ze op het onderwijs geen invloed hebben.
Met de inventaris van Kolb wordt de onderverdeling van mensen bedoeld in denkers, doeners,
dromers en beslissers.
Uit onderzoeken blijkt dat deze inventaris een lage test-hertest-betrouwbaarheid
heeft; er is nauwelijks sprake van een correlatie tussen de factoren en de
classificatie van leerstijlen.
Hieruit volgen drie redenen waarom de mythe van de leerstijlen hardnekkig blijft:
1. Onszelf en anderen onderverdelen in groepen is populair.
2. Hokjesdenken bevestigt de gedachte dat elke leerling uniek is en dat verschillen
moeten worden erkend en aandacht verdienen.
3. Leerlingen en ouders kunnen elke mislukking van zich afschuiven door deze te wijten
aan een verkeerde combinatie in het onderwijssysteem.
Wat is de conclusie?
- Er is nauwelijks wetenschappelijk bewijs dat het efficiënt is om lessen aan te passen
aan de leerstijlen van leerlingen.
- Leerstijlen zijn geen onderwijsmethodes en moeten ook niet als dusdanig gebruikt
worden.
- De kracht van goed onderwijs is voor een groot deel afhankelijk van de competenties
van de leraar.
- Er gaat een grote winstgevende commerciële industrie schuil achter de publicaties van
testen en handleidingen.
:-\
, Mythe 2 Effectiviteit van leren kun je in een piramide weergeven
De basis van deze mythe is de uitdrukking ‘geef een man een vis en hij kan eten voor één
dag, leer hem vissen en hij heeft eten voor zijn hele leven’.
De cone of experience van Edgar Dale is een visueel instrument. Hierin vat hij zijn
classificatiesysteem samen voor de verschillende types van indirecte leerervaringen.
- De kegel bestaat uit tien lagen, onderaan staan de concrete ervaringen en bovenin
staan de abstracte ervaringen.
- Opmerkelijk is dat er geen cijfers of didactische werkvormen in worden gebruikt.
- Dale vindt het van belang dat de kegel niet als iets onbuigzaams mag worden gezien.
Cone of experience Leerpiramide
De cone of experience wordt tegenwoordig de leerpiramide genoemd, deze piramide bestaat
uit zeven lagen.
- Het grootste verschil is dat er in de leerpiramide diverse didactische labels, cijfers en
percentages worden weergegeven.
- Volgens de leerpiramide scoren de traditionele onderwijsmethodes het laagst.
- Bijna elke leerstijltheorie wordt tegengesproken in de leerpiramide theorie.
Er zijn twee problemen met de leerpiramide:
1. De oorsprong van de leerpiramide is onduidelijk.
2. De percentages zijn wel erg mooi afgerond, wat quasi onmogelijk is in
wetenschappelijk onderzoek.
Lally en Miller noemen in hun artikel vier empirische problemen waardoor volgens hen de
leerpiramide geen onderwijswaarde kan hebben:
1. Elke methode zou evenveel tijd moeten kosten.
2. Het zou steeds dezelfde leerkracht moeten zijn die de experimenten uitvoert.
3. De inhoud van de les zou steeds hetzelfde moeten zijn.
4. De uitkomstmaten moeten hetgeen waardoor je onthoudt na een bepaalde tijd zijn.
In de meta-analyse van Clark (1983) vergeleek hij de waarde van verschillende leermedia.
Het kwam erop neer dat er geen significant verschil kon worden vastgesteld tussen de
verschillende aanpakken.
Het zou beter zijn als de piramide in een vierkant weergegeven zou worden, hierin
kunnen de percentages allemaal evenredig worden verdeeld.
De leerpiramide kan herdopen worden tot het monster van Loch Ness van de onderwijskunde;
ze duikt te pas en te onpas op. Of nee, altijd te onpas omdat ze nep is.
Wat is de conclusie?
- De herkomst van de leerpiramide is onduidelijk.
- De verhoudingen blijken niet te kloppen.
- De kracht van de leerpiramide wordt gedeeltelijk veroorzaakt door dat mensen sneller
iets geloven als er een afbeelding bij staat, ook al is deze decoratief.
:-\
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur nadinedevogel. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.