Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting alle literatuur Managementwetenschappen () €4,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting alle literatuur Managementwetenschappen ()

 102 vues  14 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat samenvattingen van alle literatuur zoals opgegeven in de reader van het vak Managementwetenschappen (). Dit document bevat samenvattingen van de volgende artikelen: 1. Rainey - What makes public organizations distinctive (2009) 2. Bryson & George - Strategic Management in Publi...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 3 année de cela

Aperçu 3 sur 34  pages

  • 15 mars 2021
  • 15 mars 2021
  • 34
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting alle literatuur Managementwetenschappen
(2020-2021)


Inhoudsopgave
Rainey – What makes public organizations distinctive (2009).........................................................................2

Bryson & George - Strategic Management in Public Administration (2020).....................................................6

Porter – How competitive forces shape strategy (1979)................................................................................10

Kaplan & Norton – The balanced scorecard (1992)........................................................................................14

Boselie – High-performance work systems (2014)......................................................................................... 17

Bos-Nehles – AMO Theory (2019)................................................................................................................. 20

Walton - From Control to Commitment in the Workplace (1985)...................................................................22

Jensen et al. - Conceptualizing and Measuring Transformational and Transactional Leadership (2019).........23

Herzberg – How do you motivate employees? (1987)....................................................................................26

Vandenabeele – Motivation, job satisfaction and retention/turnover in the public (2013).............................29

Mintzberg – Managing Government, Governing Management (1996)..........................................................31




1

,Rainey – What makes public organizations distinctive (2009)

De contingentietheorie beschouwt de primaire contingenties, die de organisatiestructuur en het
ontwerp beïnvloeden, als onzeker en complex van de omgeving

Simon (1948): publieke, private en non-profitorganisaties zijn gelijkwaardig aan elkaar op belangrijke
dimensies. ‘De bewering dat publieke en non-profitorganisaties niet zo efficiënt kunnen werken als
particuliere bedrijven, is onzin’

Bezwaren tegen het onderscheid tussen publieke en private organisaties zijn gebaseerd op
beweringen van theoretici. Studies tonen aan dat variabelen als grootte, taak en technologie
publieke organisaties meer kunnen beïnvloeden dan hun status als overheidsinstantie.
 Een organisatie wordt bureaucratisch, niet omdat ze bij de overheid of het bedrijfsleven zit, maar
vanwege haar omvang

Degenen die bezwaar maken tegen de bewering dat publieke organisaties een aparte categorie
vormen, wijzen er ook op dat de publieke en private sector elkaar op een aantal manieren
overlappen en met elkaar verweven zijn (= ‘blurring of sectors’)

Rainey: Een duidelijke publiek/private scheiding is moeilijk, want:
- Een aantal belangrijke overheidsorganisatie lijken op bedrijven. Ze zijn meestal eigendom van
en worden beheerd door de overheid, maar vervullen zakelijke functies en genereren eigen
inkomsten
- Vele non-profitorganisaties die functies vervullen die vergelijkbaar zijn met die van
overheidsorganisaties (hebben geen winstoogmerk en voeren vaak sociale of
dienstverleningstaken uit). Bovendien commercialiseren non-profitorganisaties steeds vaker,
waarbij ze op zakelijke manieren proberen geld te verdienen dat hun
openbaredienstopdrachten in gevaar kan brengen.
- Veel particuliere organisaties met winstoogmerk werken samen met de overheid op een
manier die het onderscheid tussen hen vervaagt
 Sommige bedrijven, zoals defensie-aannemers, krijgen zoveel financieren en leiding van
de overheid dat analisten ze gelijkstellen aan overheidsbureaus (ophalen van afval)
- Veel mensen en organisaties in de publieke en private sector vervullen nagenoeg dezelfde
functies (bijv. publieke en private postbedrijven)

Overheids-, zakelijke- en non-profitorganisaties zijn op een aantal manieren met elkaar verbonden:
- Overheden kopen veel producten en diensten van niet-gouvernementele organisaties
- Dmv beurzen, contracten en subsidies regelen regeringen de levering van gezondheidszorg,
onderzoeksdiensten en andere diensten van particuliere organisaties
 Verwart de vraag waar de overheid en de private sector beginnen en eindigen
- De overheid gebruikt wetten en voorschriften om particuliere organisaties te beïnvloeden
(milieubeschermingsregels, belastingwetten, monetair beleid, etc.)

Landen hebben, naast het hebben van publieke organisaties, twee alternatieven om hun politieke
economie te beheersen:
- Politieke hiërarchieën
- Economische markten

Markten hebben een beperkte capaciteit om het soort problemen aan te pakken waarvoor
overheidsmaatregelen nodig zijn, zoals:


2

, - Publieke goederen en freeriders: iedereen kan gebruik maken van publieke goederen, alleen
sommige mensen treden op als freeriders om anderen voor hun gebruik te laten betalen. De
overheid legt belastingen op om voor dergelijke diensten te betalen. Bovendien biedt de
overheid organisaties als onderwijs- en politiediensten aan, omdat dit voordelen voor de
hele samenleving met zich meebrengt.
- Individuele incompetentie: mensen missen vaak voldoende opleiding of informatie om op
sommige gebieden verstandige individuele keuzes te maken, dus reguleert de overheid deze
activiteiten (zoals het bepalen van de veiligheid van bepaalde medicijnen)
- Externe effecten of overloopeffecten: sommige kosten kunnen doorslaan naar andere
partijen. Een fabrikant die de lucht vervuilt legt anderen kosten op die niet door de prijs van
het product worden gedekt. De overheid moet dit soort externe effecten reguleren.
 De overheid treedt op om problemen te corrigeren die markten zelf creëren of niet kunnen
aanpakken (monopolies, de behoefte aan herverdeling van inkomsten en instabiliteit als gevolg van
marktfluctuaties, en om cruciale diensten te leveren die te riskant of te duur zijn voor particuliere
concurrenten)

Voorstanders van privatisering beweren dat de overheid niet veel van de taken hoeft uit e voeren en
dat de overheid veel diensten verleent die particuliere organisaties efficiënter kunnen bieden.

Moore (1995): Publieke waarde bestaat uit wat overheidsactiviteiten opleveren
 Overheidsmanagers creëren publieke waarde wanneer ze output produceren waarvoor burgers
een wens uitspreken. De wensen van burgers zijn de centrale bekommernissen van het openbaar
bestuur.
 Managers kunnen op 2 manieren publieke waarde creëren:
- Ze kunnen het geld en de autoriteit die hun zijn toevertrouwd gebruiken om dingen van
waarde te produceren voor bepaalde klanten en begunstigden
- Ze kunnen ook publieke waarde creëren door een instelling op te richten die tegenmoet
komt aan de wensen van burgers
 Overheidsmanagers moeten volgens Moore iets produceren waarvan de voordelen voor
specifieke klanten opwegen tegen de productiekosten

Dus: publieke waarde vloeit voort uit wat overheidsactiviteiten opleveren. De publieke waarde
neemt toe wanneer de uitkomsten efficiënter en effectiever worden geproduceerd en komt voort uit
de wensen van de burger.

Het ‘Accenture Public Sector Value Model’ stelt dat publieke waarde voortkomt uit de productie van
resultaten van overheidsactiviteiten, samen beschouwd met de kosteneffectiviteit (jaarlijkse
uitgaven min de kapitaaluitgaven, plus kapitaalvereiste) van het produceren van die resultaten.

Volgens Bozeman (2007) is falen van publieke waarde een belangrijk alternatief voor het concept
van marktfalen. Het falen van publieke waarde concentreert zich op het falen van de publieke en
private sector om publieke kernwaarden te vervullen. Dus als je je richt op winst kan er sprake zijn
van marktfalen, maar als je publieke waarde wilt creëren kan er ook sprake zijn van falen van
publieke waarde.
 Aantal gevallen waarin dit kan voorkomen:
1. Publieke kernwaarden worden omzeild vanwege tekortkomingen in
beleidsvormingsprocessen (bijv. als de publieke opinie voorstander is van wapenbeheersing,
maar er geen beleid wordt gevoerd)
2. Publieke en private sector kunnen een situatie veroorzaken die een bedreiging vormt voor de
menselijke waardigheid en het levensonderhoud

Bozeman: ‘Publieke waarden van een samenleving zijn die welke normatieve consensus bieden over:
3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur valentijn1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€4,99  14x  vendu
  • (0)
  Ajouter