Met deze samenvatting heb ik een 8.3 gehaald voor het tentamen! Samenvatting van het boek: Samen opvoeden. Oriëntatie op pedagogische werkvelden. Hoofdstuk 1 t/m 12 (alleen hoofdstuk 13 niet)! Alle hoofdstukken en paragrafen staan overzichtelijk in de samenvatting. Ik heb de samenvatting voor 1ste...
Nieuwe (2024) tentamen samenvatting Samen Opvoeden Janssen editie 2015 ISBN 9789046904831 / Hele boek
Complete samenvatting tentamen HBO Pedagogiek jaar 1 Pedagogiek II
Hoofdstuk 5: Samen Opvoeden
Tout pour ce livre (25)
École, étude et sujet
NHL Stenden Hogeschool (NHL)
HBO Pedagogiek
Pedagogiek II
Tous les documents sur ce sujet (7)
1
vérifier
Par: samdolman • 2 année de cela
Par: pippedagogiek • 2 année de cela
Traduit par Google
Thank you for the review!!
Vendeur
S'abonner
pippedagogiek
Avis reçus
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1: Het werkveld van de pedagoog
1.1 Inleiding
Pedagoog zet zich -direct of indirect- in voor kinderen en voor hun ontwikkelingskansen, voor
opvoeder en voor opvoedsituaties.
Zetten zich in voor kinderen en jongeren die in hun ontwikkeling bedreigd worden (kinderen
met gedrags-, leer of ontwikkelingsproblemen) of voor kinderen en ouders tussen wie de
opvoedingsrelatie dreigt vast te lopen of al is vastgelopen.
Spelen een rol bij het bestrijden van overlast en criminaliteit door jongeren.
Ook werkzaam op terreinen waar kinderen en ouders niet in de problemen zitten,
kinderopvang, BSO, onderwijs, jeugdwerk, sport- en spelactiviteiten en
opvoedingsondersteuning.
1.2 Begrippenkader
Pedagogiek
Pedagoog: Griekse woorden pais = kind en ago/agein = leiden, begeleiden. Samen is dit; kinderen
begeleiden op hun weg naar volwassenheid.
Ervaringsdeskundige: iemand die op een bepaald gebied autoriteit heeft die niet gebaseerd is op
beroepsmatig verworven kennis. Niet iedereen is een opvoedkundige, Pedagogen zijn wel.
Pedagoog: een professional die systematisch kennis van zaken heeft opgedaan door pedagogiek te
studeren. (Deze zaken zijn: kinderen, hun ontwikkeling en het opvoedingsproces dat plaatsvindt in
opvoedingsrelaties).
Pedagogiek of opvoedkunde: de wetenschap die de opvoeding bestudeert.
Pedagogiek: de toegepaste wetenschap die in kaart brengt hoe het proces verloopt dat zich tussen
kinderen en volwassenen afspeelt en dat kinderen helpt en stimuleert om zich te ontwikkelen tot
volwassenen die verantwoordelijkheid kunnen nemen voor zichzelf en voor anderen.
In jaren 50 vorige eeuw georiënteerd op fenomenologie en filosofie. Tegenwoordig meer empirische
studies.
Verticale as van de pedagogische blik: pedagoog ziet een kind in ontwikkeling en kijkt daarbij als het
ware over de grenzen van de verschillende ontwikkelingsstadia heen.
Horizontale as: zien dat kinderen niet alleen thuis worden opgevoed, maar zich ook in andere
verbanden ontwikkelen. Gaat het in het ene verband misschien moeizaam, dan zijn er mogelijk nog
wel positieve ontwikkelingen te melden op andere fronten.
Opvoedingscanon (Diekstra & Van Hintum): opvoeding is iedere invloed die mensen, bedoeld of
onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling van een kind. (Aanpassen naar: Opvoeding is iedere
invloed die mensen, die een opvoedingsrelatie met het kind hebben en daarmee de intentie om het
,kind te begeleiden op weg naar volwassenheid, bedoeld of onbedoeld uitoefenen op de ontwikkeling
van het kind).
Opvoedingsrelaties: de relatie tussen ouders (of andere opvoeders) en het kind.
Opvoedinsintenties: ouders en andere opvoeders hebben nadrukkelijk de intentie om invloed uit te
oefenen op een kind en het daarmee te begeleiden op weg naar de volwassenheid.
Dagelijks spraakgebruik, opvoeden: kinderen grootbrengen, hen lichamelijk en geestelijk vormen
(door voeden), koesteren, aandacht geven, aan moedigen regels en grenzen te leren en door ze te
vertellen wat ze moeten weten om zich later als volwassenen in de samenleving met andere te
kunnen handhaven. Opvoeding is belangrijke maatschappelijke functie.
Opvoeden:
- Voorbeeld: ouders geven een voorbeeld met hun gedrag. Kinderen imiteren het gedrag van
ouders en volwassenen.
- Belonen en straffen: gedrag beïnvloeden en dingen aanleren als ze iets goed doen. Bij
straffen en belonen spelregels:
o Belonen gewenst gedrag blijkt in de praktijk veel meer effect te hebben dan straffen
van ongewenst gedrag;
o Negeren ongewenst gedrag is effectiever dan bestraffen;
o Als er gestraft moet worden, geen lichamelijke straf of mishandeling. Kinderen
hebben recht op een geweldloze opvoeding (Nederlandse wet).
- Tekst en uitleg: kinderen weten niet alles wat ze moeten weten, ze vragen veel. Maar het is
ook nodig om ongevraagd dingen te vertellen en uit te leggen. Bijvoorbeeld school.
Opvoedingsstijlen:
- Autoritaire opvoedingsstijl: ouders voeden kinderen streng op. Verhoudingsgewijs vaak en
snel straffen en geen tegenspraak van kinderen accepteren, wil is wet. Ouders gaan uit van
hun overwicht en macht over de kinderen.
- Laissez-faire (laat maar waaien) opvoedstijl: ouders laten hun kinderen hun gaan, corrigeren
zelden en kinderen zelf laten ontdekken wat gevolgen van hun gedrag zijn. Kan bewust maar
ook onbewust, past beter of gemakzucht.
- Democratische opvoedingsstijl: ouders bespreken veel met kinderen, luisteren naar kinderen
en nemen samen besluiten. Ouders en kinderen staan op gelijke voet, ze zijn gelijkwaardig.
Uitgangspunt is wederzijds respect.
- Autoritatieve opvoedingsstijl: variant van democratische opvoedstijl. Autoritatief opvoeden
betekent dat ouders kinderen grootbrengen met duidelijke regels en grenzen waar zij zich
strikt aan houden. Hebben wel begrip op verzet dat kinderen laten zien. Maken geen gebruik
van macht. Uitgangspunt is wederzijds respect in combinatie met gezag van ouders.
Opvoedstijlen ook op bijv. basisscholen. Verschillende varianten, Angenent in Opvoeding en
persoonlijkheidsontwikkeling onderscheidt 4 begrippen:
- Warmte (Autoritatieve opvoedstijl);
- Dominantie (autoritaire opvoedstijl);
- Toegeeflijkheid (permissieve of laissez-fairestijl);
- Koelheid (afwezige of verwaarlozende opvoedstijl).
,Nieuwe wetten, Jeugdwet en WMO, gaan ervan uit dat burgers eerst hun eigen kracht en
capaciteiten aanspreken en een beroep doen op de mensen in hun omgeving, voordat zij
professionele hulp inroepen.
Doel van opvoeding
Functioneel opvoeden: verwijst naar de vanzelfsprekende dagelijkse omgang met kinderen.
Intentioneel opvoeden: is sprake van reflectie van ouders (en andere opvoeders) op hun opvoedend
handelen en sturend optreden. (Bewust opvoeden).
M.J. Langeveld zag opvoeding als een ontmoeting tussen volwassene en een kind waarbij
volwassenen en kinderen niet zomaar met elkaar omgaan, zoals buren. Volwassenen hebben een
nadrukkelijk doel voor ogen: zij willen invloed uitoefenen op kinderen, gericht op zelfstandigheid en
mondig worden.
Huub Angenent definieert opvoeding als het begeleiden van kinderen in hun
persoonlijkheidsontwikkeling. Doel opvoeding: bevorderen dat kinderen in iedere leeftijdsfase
adequaat functioneren.
Zelfstandigheid en autonomie: kinderen moeten later op eigen benen staan en niet langer afhankelijk
zijn van omgeving.
Persoonlijkheidsontwikkeling: kinderen moeten kwaliteiten en sterke kanten kunnen ontdekken en
zich ontwikkelen tot verstandige volwassenen die goed voor zichzelf opkomt (assertief) en rekening
houdt met anderen (sensitief).
Ontwikkeling
Stella Chess en Alexander Thomas, verschillende typen baby’s op basis van eigenschappen:
- Gemakkelijke baby (40%): regelmatig eten, drinken en slapen. Huilen niet veel en als ze
huilen makkelijk te troosten. Reacties tamelijk voorspelbaar.
- Moeilijke baby (10%): vaak slechtgehumeurd, huilen veel en onregelmatig in eten, drinken en
slapen. Gauw uit hun doen bij nieuwe dingen of situaties. Reacties niet voorspelbaar.
- Langzaam-aan-baby (15%): wisselende stemmingen en lijken op moeilijke baby maar hebben
tijd nodig om aan nieuwe situaties of vreemde mensen te wennen. Snelle veranderingen en
ontwikkelingen halen kind uit hun doen.
- Peper-en-zoutbaby (35%): beetje van alles in karakter. Sommige opzichten moeilijk andere
makkelijk. Wisselende stemmingen, soms prikkelbaar en dan weer opgewekt. Gedrag alleen
voorspelbaar als je ze heel goed kent.
Ontwikkeling kind:
- Motorische ontwikkeling: kinderen groeien en worden fysiek vaardiger. Begint met
grijpbewegingen met vingers en dan kruipen, staan en lopen. Geleidelijk aan leren ze
specifieke vaardigheden zoals tekenen en schrijven. Ook fietsen en zwemmen. Motorische
ontwikkeling houdt in dat kinderen alle onderdelen van hun lichaam geleidelijk aan leren
beheersen en dat ze over een goede coördinatie gaan beschikken.
- Cognitieve ontwikkeling: mens is redelijk wezen, heeft speciale manier om met de
werkelijkheid om te gaan, namelijk gedachten. Kinderen doen in alle fasen van hun
ontwikkeling kennis en inzichten op. Kennis op verschillende terreinen: woorden leren. Leren
, begrippen en verhoudingen, leren lezen en rekenen, in geheugen opslaan, leren denken en
informatie verwerken.
- Sociaal-emotionele ontwikkeling: kinderen leren in de eerste jaren te binden en te hechten
en gaandeweg over onderlinge verhoudingen tussen mensen.
Kinderen ontwikkelen eigen persoonlijkheid:
- Cognitieve functies (waarnemen, voorstellen, geheugen, denken, emoties):
- Vermogens, zoals intelligentie;
- Temperament;
- Karakter;
- Secundaire eigenschappen zoals meningen, houdingen en gewoonten.
Fasen van ontwikkeling:
- Baby (0-1): belangrijkste is ontwikkeling hechte band ouders, bijzonder moeder.
- Dreumes (1-2): eerste stapjes. Ontstaan scheidingsangst maar ook overwinnen
scheidingsangst. Eerste woordjes. Zindelijkheidstraining.
- Peuter (2-4): praten en zinnetjes bouwen (NEE). Koppigheidsfase. Hand-oog-coördinatie
zover dat ze lijntjes kunnen tekenen. Peuters spelen naast elkaar, niet met elkaar. Einde van
fase, overdag zindelijk. Peuterspeelzaal bereidt kinderen voor op basisschool.
- Kleuter (4-6): naar school, eerste 2 jaar spelenderwijs basis gelegd voor leerproces dat
kinderen vanaf groep 3 doormaken. Praten met complete zinnen, tekeningen maken.
Beginnend denken in concepten. Samen spelen met andere kinderen. Eten zelfstandig.
Overdag zindelijk en meeste ook snachts.
- Schoolkind (4-12): kunnen lezen, rekenen, schrijven. Ook leren ze steeds beter hoe ze hun
gedachten en gevoelens kunnen uiten en naar anderen luisteren. Ze leren hoe ze moeten
leren. Ontstaan drang tot competitie. Kinderen brengen meer tijd met elkaar door en
bewegen zich zelfstandiger- wereld wordt groter en contacten belangrijker. Hechte
vriendschappen ontstaan.
- Pre-puberteit (ong. 10- ong. 13): voortgezet onderwijs markeert nieuwe ontwikkelingsfase.
Lichaam begint opnieuw aan een groeispurt. Borstvorming bij meisjes en secundaire
haargroei bij jongens en meisjes. Jongens steeds meer bewust van onderlinge fysieke en
sociale verschillen. Vrienden belangrijk. Kinderen onvermoeibaar.
- Puberteit (ong.12- ong. 16): laatste groeispurt en seksueel rijpen. Eerste menstruatie en
eerste zaadlozing. Seksuele identiteit ontwikkelen en eerste seksuele ervaringen.
Verwarrende en ingewikkelde fase. Relatie ouders gecompliceerd, 2 e koppigheidsfase. Kost
veel energie, pubers vaak moe. Ontwikkeling uitgesproken mening en voorkeur.
- Adolescentie (ong. vanaf 16): lichamelijk klaar voor volwassen leven, rijpingsproces gaat nog
wel door. Veel wonen nog bij ouders en zitten nog op school. Studie- en beroepskeuze, kost
veel tijd en zijn adolescenten selectiever in vrijetijdbesteding. Jongeren maken zich
overtuigingen eigen. Eerste seksuele relaties.
Socialisatie
In gezin belangrijkste onderdeel van opvoeding: kinderen leren in de eerste levensjaren wat het
betekent om zich aan iemand te hechten. Als kinderen groter worden zijn er meer verbanden, zoals
school of sportvereniging. Hierin doen kinderen ervaringen op en worden zij vertrouwd met
waarden, normen, opvattingen en gedragsregels. Dit vindt plaats via imitatie, uitleg en sociale
controle. In alle verbanden vindt een vorm van socialisatie plaats.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur pippedagogiek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.