Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Gedrags- en opvoedingsproblemen
Onderwerpen van het vak
• Empirische en theoretisch gefundeerde modellen van interventies in de werkvelden van de
jeugdzorg.
• Nadruk op evidence-based en practice-based modellen. o.a. aandacht voor good practices,
algemeen en specifiek werkzame factoren bij de behandeling van gedragsproblemen.
Doelstellingen
1. De kennisname van wetenschappelijke begrippen en definities bij gedrags- en
opvoedingsproblemen en de wijze waarop deze in de praktijk worden gebruikt om
opvoedingsproblemen op te lossen.
2. De nadere kennisname van de structuur (het beleid) en de doelgroepen van de jeugdzorg in
Nederland.
3. Kennisname van de aard van orthopedagogische diagnostiek en interventies in de verschillende
werkvelden van Jeugdzorg: preventie, (intensieve) ambulante zorg, pleegzorg en residentiële
zorg. De cursus beoogt inzicht en actuele kennis te bieden m.b.t. de vraag welke diagnostiek en
interventies voor jeugdigen met ernstige gedrags- en opvoedingsproblemen in het veld van de
jeugdzorg werkzaam zijn, welke factoren van invloed zijn op de kwaliteit en effectiviteit van de
orthopedagogische hulpverlening en welke manieren van onderzoek gefundeerde kennis
leveren over de kwaliteit en effectiviteit van interventies. Doel is het rationeel gefundeerde
beslissingen kunnen nemen over interventies in relatie tot de problematiek.
1
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Wanneer Wat Docent
19/01/21 HC 1: Effectiviteit Overwijk
Literatuur
• Yperen, T. van, Veerman, J.W. & Bijl, B. (red.) (2017). Zicht op effectiviteit. Handboek voor resultaatgerichte
ontwikkeling van interventies in de jeugdsector. Rotterdam: Lemniscaat. Hoofdstuk 1 t/m 5 (138 p.),
aanbevolen wordt H.13 (36 p.)
• Yperen, T. van (Red.) (2010). 55 vragen over effectiviteit. Antwoorden voor de jeugdzorg. Utrecht: NJi. (p. 7-
68)
26/01/21 HC 2: Internaliserende problematiek Overwijk
Literatuur
• Rooijen, K. van (2018). Preventie en behandeling van angst. Wat werkt? Utrecht: NJi.
• Rooijen, K. van (2018). Preventie en behandeling van depressie. Wat werkt? Utrecht: NJi.
02/02/21 HC 3: Transitie jeugdzorg Drost
02/02/21 HC 4: Externaliserende problematiek Overwijk
Literatuur
• Lange, M. de, Matthys, W., Veld, D. de, Foolen, N., Addink, A., Menting, A., & Bastiaanssen, I. (2018).
Richtlijn ernstige gedragsproblemen voor jeugdhulp en jeugdbescherming. Utrecht: NJi, NIP, BPSW, NVO
(inclusief werkkaarten). (p. 9-92, +werkkaarten 7 p.)
09/02/21 HC 5: Residentiële JZ en sociaal competentiemodel Dorst
16/02/21 HC 6: Jeugdcriminaliteit Drost
Literatuur
• Knot- Dickscheit, J., Knorth, E.J. (red.) (2019) Gezinnen met meervoudige en complexe problemen: theorie
en praktijk. Rotterdam: Lemniscaat. Hieruit de hoofdstukken 6, 8, 14, 15, 16, 17, 19, 20, (115 p.)
• Drost, J.Y. en Hoogterp, E. (2015): Van boefje tot crimineel. Leeuwarden: Reik. 80 p.
• Van der Ploeg, J.D. (2015) Kijk op de Nederlandse jeugd. Antwerpen/Apeldoorn, Garant. ISBN
9789044132557. Hieruit de hoofdstukken: 1, 5, 7, 10, 13, 14, 16, 17, 18, 19 en 20 (100 p.)
23/03/21 HC 7: Psychopathologie/oplossingsgericht werken Batstra
Literatuur
• Batstra, L. (2017) ADHD: Macht en misverstanden . Amsterdam: Uitgeverij Lucht Bv. ISBN 9789492798015.
Hieruit de hoofdstukken 2, 3 en 9 (56 p.)
02/03/21 HC 8: Pleegzorg praktijk Van Oijen/Ter Huizen
09/03/21 HC 9: Pleegzorg praktijk
Literatuur
• Konijn, C., Admiraal, S., Baart, J., van Rooij, F., Stams, G.-J., Colonnesi, C., … Assink, M. (2019). Foster care
placement instability: A meta-analytic review. Children and Youth Services Review, 96, 483–499. (15 p.)
• Vanderfaeillie, J., Goemans, A., Damen, H., Van Holen, F., & Pijnenburg, H. (2018). Foster care placement
breakdown in the Netherlands and Flanders: Prevalence, precursors, and associated factors. Child & Family
Social Work, 23(3), 337–345. (9 p.)
• Knot- Dickscheit, J., Knorth, E.J. (red.) (2019) Gezinnen met meervoudige en complexe problemen: theorie
en praktijk. Rotterdam: Lemniscaat. Hieruit hoofdstuk 22 Kind In Gezond Systeem (kings): een trauma-
georiënteerde behandeling voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen (11 p.)
• Grietens, H., Van Oijen, S., & Ter Huizen, M. (2012). Ingrijpende levensgebeurtenissen en
traumasymptomen bij pleegkinderen: Een verkennend onderzoek in Noord Nederland. Orthopedagogiek:
Onderzoek en Praktijk, 51(1), 16 - 27. (11 p.)
• Vanderfaeillie, J., Vanschoonlandt, F., Van Holen, F., De Maeyer, S. & Robberechts, M. (2014) Traumatische
gebeurtenissen en traumatische stresssymptomen bij pleegkinderen: een verkennende studie in
Vlaanderen. Kind & Adolescent. 35 (3). 135 – 149. (15 p.) 89
• Wubs, D., Batstra, L., & Grietens, H. W. E. (2018). Speaking with and without words—An analysis of foster
children’s expressions and behaviors that are suggestive of prior sexual abuse.Journal of Child Sexual Abuse:
Research, Treatment, & Program Innovations for Victims, Survivors, & Offenders, 27(1), 70–87.
• Zeijlmans, K., López, M., Grietens, H., & Knorth, E. J. (2017). Matching children with foster carers: A
literature review. Children & Youth Services Review, 73, 257–265.
• Zeijlmans, K., López, M., Grietens, H., & Knorth, E. J. (2018). “Nothing goes as planned”: Practitioners reflect
on matching children and foster families. Child & Family Social Work, 23(3), 458–465.
23/03/21 Tentamen: Take home (open vragen)
15/06/21 Hertentamen: Take home (open vragen)
2
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
College 1 Effectiviteit
Evidence-based practice/ Practice-based evidence
Doelstelling voor vandaag
- Aangeven welke factoren van invloed zijn op de kwaliteit en effectiviteit van de
orthopedagogische hulpverlening.
- Toelichten welke manieren van onderzoek gefundeerde kennis leveren over de kwaliteit en
effectiviteit van interventies.
• Effectiviteit
• Wetenschappelijkgestuurd effect onderzoek
• Praktijkgestuurd effect onderzoek
• Rationeel gefundeerde beslissingen nemen over interventies in relatie tot de problematiek
Wat is evidence-based practice?
• APA (2005): Evidence-based practice in psychology is the integration of the best available
research with clinical expertise in the context of patient characteristics, culture and preferences.
Een evidence practice aanpak is het integreren van individueel klinische expertise van een
hulpverlener met daarbij de meest actuele kennis en bewezen effectieve interventies. Kennis, kunde
en ervaring van de behandelaar wordt gecombineerd met bewijstukken vanuit de wetenschap.
Hierbij wordt rekening gehouden met de unieke problemen en achtergrond van de cliënt.
• Carr (2009, p. 8) “Evidence-based practice in medicine and psychotherapy involves the judicious
and compassionate use of the best available scientific evidence to make decisions about patient
or client care. In psychotherapy, it involves taking account of avaible scientific evidence about
‘what works’ on the one hand, and client’s unique problems, needs, rights, and preferences on
the other, and making balanced compassionate judgements (APA Presidential Task Force on
Evidence Based Practice, 2006; Norcross et al., 2006).
Hulpverlener, wetenschap en perspectief cliënt: wat kunnen wij het beste doen?
Goede hulpverlening is van onschatbare waarde in de samenleving. Kennis uit onderzoek levert een
bijdrage aan het verbeteren van kwaliteit aan hulp. Als kinderen en jongeren tijdig een goede
ondersteuning krijgen, groeien ze op tot evenwichtige volwassenen met minder problematiek en
kunnen ze beter hun weg kunnen vinden in de maatschappij. Kinderen, jongeren en ouders hebben
recht op de meest effectieve behandeling. Evidence based practice werken is minder afhankelijk van
de individuele behandelaar, duidelijk; zijn goed beschreven en vaak om te zetten in een protocol met
procedures. De overheid dringt vanwege kosten aan op de meest effectieve behandelingen.
3
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Theorie EBP
Oorsprong:
• Medische wetenschappen begin jaren ‘90
• Gedacht als doorsnede tussen voorkeur, kunde en evidentie
Bollen: klinische expertise, voorkeur cliënt, wat weten we vanuit onderzoek
In ontwikkeling:
• Nadruk ligt op een vierde element ‘clinical expertise’
De nadruk is meer op de klinische expertise gaan liggen.
• De impact (omvang) van de elementen kan veranderen
Het niet altijd om dit in evenwicht te houden. Bijvoorbeeld: een cliënt wil heel graag een
bepaalde behandeling terwijl je als hulpverlener iets anders geschikt vindt. Soms is het beter om
eerst mee te gaan met de cliënt, zodat de cliënt meer gemotiveerd raakt.
• Ideaal, niet realiteit
Transitie naar pedagogiek:
• Ingebed in zijn context
• Nadruk op een vijfde element ‘besluitvorming’
• Evenwichtige inbreng van de partijen
• Proces, niet behandeling
• Cliënt wordt herkent in zijn complexiteit
• 4 e element: value-based
Cliënt heeft altijd interactie met context. Het is een proces de EBP en
niet een behandeling. De cliënt wordt gezien in de complexiteit van
de problematiek.
4
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Voorbeeld dagelijkse praktijk: website stichting opvoeden.
‘De beste opvoedinformatie’. Zou op het snijvlak van de drie punten moeten liggen. Vanuit
praktijkprofessionals, ouders en het wetenschappelijk onderzoek bekeken.
Evidence based practice
Is een methode van werken: expliciet, transparant, reproduceerbare verantwoording van keuzes op
basis van wetenschappelijk bewijs (evidence).
Effectiviteit van een behandeling
Internet therapie
Laagdrempelig, kost minder, gemakkelijk, meer anoniem. Therapie gaat per telefoontjes, mail, sms.
Het past niet bij iedereen en afhankelijk van de problematiek die iemand heeft. Het is belangrijk dat
de therapeut is aangesloten bij een bepaalde groep; kijken naar de kwaliteit hiervan. Kosteneffectief.
Een hele grote groep mensen met problematiek kan bereikt worden vanwege laagdrempeligheid.
Begrip effectiviteit
Al deze punten moeten worden geïnventariseerd voor de effectiviteit (wordt vaak niet gedaan):
• Cliëntsatisfactie: cliënttevredenheid is niet genoeg om te bepalen of de behandeling effectief is.
Cliënten zijn vaak snel tevreden met hulp überhaupt; hoop op behandeling geeft ook vaak
positieve resultaten.
• Probleemreductie / verbetering functioneren
• Doelrealisatie
• Geen uitval
• Kwaliteit van bestaan: moeilijk te meten, subjectief.
Het begrip ‘effectiviteit’ in perspectief
• Wetenschappelijk perspectief: kijken of er een causaal verband aangetoond kan worden tussen
interventie en uitkomsten. Deze interventie heeft het effect bewerkstelligt en er was geen
andere oorzaak.
• Praktijk perspectief: zijn doelstellingen bereikt en is de cliënt tevreden?
Het wetenschappelijk perspectief
Causaliteit
Men wil binnen de wetenschap weten of de interventie ook echt verantwoordelijk is voor het
resultaat dat het geeft. Een oorzakelijk verband tussen een bepaalde variabele is belangrijk –
enerzijds interventie en anderzijds het gedrag. De interventie moet invloed uitoefenen.
5
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Randomized Controlled Trial: een aantal kanttekeningen
RCT niet altijd haalbaar/gewenst: lastig om een controlegroep te vinden (een groep die geen
zorg/normale zorg blijft krijgen). Kost veel geld. Context speelt een rol: van de cliënt, instelling,
behandelaar. Veel variabelen spelen een rol; lastig om onder controle te houden als onderzoeker.
Bepaalde protocollen kunnen niet altijd worden uitgevoerd, bijvoorbeeld vanwege bepaalde
problematiek. De hectiek van de dagelijkse praktijk is ook van invloed op onderzoek.
• Realiteit van de praktijk: clean onderzoek: 1 op 1 effect gerelateerd aan de interventie (causaal)
is lastig in de dagelijkse praktijk; om alles onder controle te houden.
• Ethische bezwaren: een controlegroep blijft een behandeling/interventie onthouden.
• Perspectief cliënt en therapeut: vanuit cliënt en therapeut dubbelblind doen is lastig: er kan
teleurstelling optreden omdat de cliënt in de controlegroep zit en hierdoor de interventie of
behandeling mist. Dit heeft dan al effect op de uitkomsten van de behandeling.
Effect size (effectgrootte)
Terug te vinden in de literatuur “55 vragen over effectiviteit”.
• Effectiviteit uitgedrukt in effect size: hoeveel
standaarddeviaties een experimentele groep t.o.v. de
controlegroep vooruit is gegaan
• Cohen’s d als index
Stand van zaken effectonderzoek
• Preventieve interventies: staan steeds meer centraal, levert besparing op. Redelijk wat studies,
vooral internationaal. Nederlands onderzoek schaars. Er is meer onderzoek nodig naar
effectiviteit in behandelingen in Nederland. Het economisch niveau van het land is van invloed.
Hoe hoger het niveau (landelijk onderwijs niveau) hoe moeilijker te zien of een interventie
effectief is. De cijfers die internationaal worden gezien zijn misschien te optimistisch.
Internationale cijfers zijn niet direct te vertalen naar Nederland.
• Jeugdhulpinterventies onderzocht met experimenteel onderzoek>gemiddeld genomen effectief.
• Echter: onderzochte interventies bij enkelvoudige problemen. Zoals ADHD.
• Nu: meer focus op onderzoek naar werkzaamheid van elementen in interventies voor
verschillende doelgroepen. Complexiteit bij cliënten (comorbiditeit) speelt vaak in de praktijk en
komt centraal te staan in toekomstig onderzoek. Effectsize in Nederland wordt op klein geschat.
• Implementatie bewezen effectieve interventies aandachtspunt. Er is weinig sprake van
doorontwikkeling.
• In praktijk uitgevoerde onderzoeken bij specifieke interventies laten kleine tot matige effecten
zien.
• Veel interventies in de praktijk zijn onvoldoende geëxpliciteerd om ze aan een goed
effectonderzoek te onderwerpen.
(Van Yperen 22 , Veerman & Bijl, 2017, p23)
Grenzen EBP
• Afwezigheid van evidence betekent niet afwezigheid van effectiviteit. Het betekent niet dat het
niet werkzaam is als er geen onderzoek naar is gedaan.
• Evidence geeft geen 100% zekerheid maar waarschijnlijkheid.
• Lastig om effecten op gebied van kwaliteit van leven te meten. Hangt van subjectiviteit van
cliënten af.
• Generaliseerbaarheid van wetenschappelijke kennis naar de praktijk. Lastig om iets uit
onderzoekscontext te veralgemeniseren naar andere contexten. Externe factoren zijn
contextgevoelig. In de klinische praktijk zijn factoren minder goed controleerbaar. In onderzoek
worden ideale omstandigheden gecreëerd om causaliteit aan te tonen.
• Waardevol bij kritisch gebruik. In welke context is de studie uitgevoerd en kan ik dit gebruiken in
mijn context.
6
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Beoordeling kwaliteit van onderzoek: Literatuur tips
- Sutherland, W.J., Spiegelhalter, D. Burgman, M.A. (2013). Twenty tips for interpreting scientific
claims. Nature, 53, 21 november.
- Nadine Böke (2013):
http://www.wetenschap24.nl/nieuws/artikelen/2013/november/Hoeherken-je-betrouwbaar-
onderzoek-
• Foutmarge (standaardfout): hoe kleiner, hoe meer betrouwbaar onderzoek. Geen enkele
uitkomst is 100% exact. Geeft bepaalde mate aan van waarschijnlijkheid, geen zekerheid.
• Kwantitatief onderzoek: Grote steekproef: hoe groter de steekproef, hoe grotere conclusies.
• Correlatie is geen causatie: er kan altijd een derde variabele zijn; context speelt een rol.
• Controlegroep is belangrijk
• Hou rekening met onderzoeker en proefpersoon. Dubbelblind is beter dan niet dubbelblind
• Rekening houden met vertekening/bias
• Let op significantie: kleine P-waarde belangrijk
• Replicatie is belangrijk
• Wetenschappers zijn ook maar mensen (en hebben niet altijd de waarheid in pacht)
Wat heb je nodig om tot gewogen besluitvorming te komen?
• Theorie en kennis m.b.t. interventiemethoden (wat, waar, hoe)
• Theorie en kennis m.b.t. onderzoek
• Vaardigheden en competenties (bijv. deskundigheid, transculturele afstemming, ethiek)
• Kennis over EBP als methode en besluitvormingsproces
Informatiebronnen t.b.v. EBP
• Ervaring en inzicht van de professional zelf
• Collegiaal getoetste artikelen in vakbladen
• Informatie van de gebruiker
PICO model
Binnen dit model wordt een brug gelegd tussen onderzoek en praktijk. Een casus wordt ingebracht
en kritisch nagedacht hoe te handelen op basis van wetenschappelijk bewijs. Welke behandeling kies
je voor de cliënt?
Het PICO model staat voor:
• Patient, (wij noemen dit cliënt)
• Intervention,
• Comperison,
• Outcome,
5 stappen methode Evidence Based Practice
(EBP) werken:
1. Beantwoordbare vraag formuleren
2. Zoektocht naar antwoorden
3. Evaluatie van wetenschappelijk bewijs
4. Toepassen van interventie
5. Evaluatie van de resultaten
7
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Stap 2: Zoektocht naar antwoorden
Informatiebronnen: Databases
• Databank effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugd Instituut (www.nji.nl)
• Landelijk Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (www.kenniscentrum-kjp.nl)
• Trimbosinstituut (www.trimbos.nl)
• Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (http://www.ncj.nl/)
• Volksgezondheid (https://www.volksgezondheidenzorg.info/)
Interventiematrix
Brengt landelijk erkende interventies in beeld. Komt voort uit tien veel voorkomende vragen en
problematieken bij opvoeden en opgroeien.
- https://www.nji.nl/nl/Databank/Interventies-bij-veelvoorkomendevragen-en-
problemen?utm_medium=email
Hoe krijgen we meer kennis over de effecten van de hulpverlening?
Top down implementeren van interventies die hun effect in onderzoek hebben bewezen
- Transport van onderzoeksinterventies vanuit het wetenschappelijke kader naar de klinische
praktijk en onderzoeken of de implementatie goed gaat.
- Onderzoek naar het welslagen van de implementatie
Bottom-up onderzoek van interventies die in de praktijk worden uitgevoerd
- Middels praktijkonderzoek effectiviteit in kaart brengen.
Switch: wetenschap naar praktijk
8
,Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Het praktijk perspectief
Practice Based Evidence (PBE)
Op praktijk/handelen gebaseerde ervaring dat een bepaalde interventie betrouwbaar betere
resultaten laat zien ten opzichte van een andere interventie.
Reflecteren op de dagelijkse praktijk, praktijkkennis expliciteren, uiteenlopende ervaringen met
elkaar vergelijken, systematiseren en analyseren. Als we beter weten wat ‘echt’ werkt kunnen we
meer flexibel omgaan met bepaalde interventies en gebruik maken van de werkzame elementen.
(Bron: Smeijsters: kenvak.hszuyd.nl/files/Onlinepub/NU.pdf)
Effectladder: Niveaus van bewijskracht, soorten onderzoek en Erkenning praktijkgestuurd onderzoek
(Van Yperen, Veerman & Bijl, 2017, p. 34: boek Zicht op effectiviteit)
Samenhang tussen EBP en PBE (continue verbeter cyclus)
Practice Based Evidence (PBE): bottum-up. Evidence-Based Practice (EPB): top-down.
9
, Gedrags- en opvoedingsproblemen l SPO/RUG Groningen l 2021
Werkzame principes van resultaatgerichte ontwikkeling van interventies (RGOi)
1. Aansluiting
o aan ontwikkelingsniveau van de interventie: op welk niveau zit de interventie → volgende
stap
2. Inbedding
o in de uitvoering van de interventie (deel van hulpverlenend handelen,
onderzoeksinstrumenten, taakverdeling, voor- en nameting bijvoorbeeld)
3. Benutting
o voor de praktijk (praktijkverbetering): het onderzoek moet worden opgenomen in de cyclus
van praktijkverbetering; kwaliteitszorg.
4. Samenwerking
o Elk niveau (primair proces, instelling, beleid, onderzoeker) eigen aansluiting, inbedding en
benutting. Onderzoekers werken samen met praktijk en beleid.
(Van Yperen, Veerman & Bijl, 2017)
Grenzen bottum-up onderzoek
• Compromissen moeten sluiten tussen het meest wenselijke (onderzoek) en het meest haalbare
(praktijk)
• Afhankelijkheid van motivatie van organisatie/instelling en medewerkers
• Generaliseerbaarheid van resultaten/praktijkervaringen naar algemeen werkzame principes is
lastig
o Zonder controlegroep is het moeilijk te bepalen in welke mate de uitkomsten toe te
schrijven zijn aan interventie
o Afhankelijk van betrouwbaarheid en validiteit van instrumenten (meet je wat je wilt meten?;
sommige schalen hebben en te laag meetniveau)
o Aggregeren van resultaten op cliëntniveau naar instellingsniveau is lastig (als iets in een
kleine groep onderzocht is, zijn percentages weinig zeggend)
Doelstelling voor vandaag
Aangeven welke factoren van invloed zijn op de kwaliteit en effectiviteit van de orthopedagogische
hulpverlening.
Toelichten welke manieren van onderzoek gefundeerde kennis leveren over de kwaliteit en
effectiviteit van interventies.
• Effectiviteit
• Wetenschappelijk gestuurd effect onderzoek
• Praktijkgestuurd effect onderzoek
• Rationeel gefundeerde beslissingen nemen over interventies in relatie tot de problematiek
Belangrijk om mee naar huis te nemen
EBP is een besluitvormingsproces waarbij de voorkeuren/ervaringen van de cliënt, de klinische
expertise van de hulpverlener en wetenschappelijk onderzoek een rol spelen in het
besluitvormingsproces.
10