Samenvatting sociale psychologie hoofdstuk 7
Attitudes en overredende communicatie
7.1 Attitudes
De meningen en voorkeuren van mensen worden aangeduid met de term attitudes. Attitudes zijn
evaluaties: beoordelingen in termen van goed, positief, benaderbaar, of juist slecht, negatief, te
vermijden. Het zijn evaluaties van objecten, mensen, plaatsen, ideeën en ook gedragingen.
Voorbeeld van een antwoordschaal om attitudes te meten:
Zeer negatief --------------------------------------- neutraal --------------------------------------- zeer positief
Bijvoorbeeld:
Een positieve attitude hebben over het eten van hamburgers (voedsel)
Een negatieve attitude hebben over ‘moeilijk doen’ (gedrag)
Een attitude geeft in eerste plaats een geneigdheid aan. Dat wil zeggen dat we nooit zeker weten wat
iemand zal denken, voelen of doen; maar dat we wel weten wat het meest waarschijnlijke is,
gegeven een bepaalde attitude.
We gebruiken onze attitudes om o.a. snel te kunnen oordelen en snel te kunnen reageren.
Voordeel: weinig cognitieve inspanning. Als je eenmaal een attitude hebt, kun je op basis daarvan
handelen zonder veel afwegingen te hoeven maken (tijdswinst).
Nadeel: we staan niet open voor informatie die onze attitudes tegenspreekt (verlies aan flexibiliteit
en openheid).
Er zijn drie aspecten van attitudes te onderscheiden:
1. Cognitief component (beliefs)
Toekenning van kenmerken aan objecten of gedragingen
2. Affectief component
Gevoelens ten opzichte van een object of gedrag
3. Gedragscomponent
De neiging tot handelen met betrekking tot het object
Voorbeeld:
1. Dit boek is moeilijk/makkelijk
2. Ik vind dit boek leuk om te lezen
3. Ik ga verder lezen
Deze componenten functioneren niet los van elkaar: ze beïnvloeden elkaar juist. Toch is er niet altijd
overeenstemming tussen gevoelens, opvattingen en gedrag.
Bijvoorbeeld: ‘ik vind dit mooie muziek’ (affectief component) kan ongerelateerd zijn aan de opvatting
‘dit is de eerste CD van de band’ (cognitief component), en hoeft ook niet te betekenen dat je de CD
daadwerkelijk koopt (gedragscomponent).
Attitudes kunnen zowel een cognitieve basis, een affectieve basis als een gedragsmatige basis
hebben.
1
,Pogingen om een attitude te beïnvloeden zijn effectiever wanneer ze goed aansluiten bij de basis van
de attitude.
Bijvoorbeeld: in een onderzoek waarin mensen hun oordeel moesten geven over energydrank werd
de attitude van ‘denkers’ (cognitief) meer beïnvloed door een boodschap met argumenten over de
kwaliteit van het product en de ‘voelers’ (affectief) werden meer beïnvloed door de lekkere smaak
die ze proefden.
Component = onderdeel
7.1.2 Sterkte van attitudes
Sterke attitudes zijn relatief stabiel en resistent tegen beïnvloeding. Ze hebben meer invloed op ons
gedrag en de manier waarop we informatie verwerken.
De volgende kenmerken zeggen iets over de sterkte van attitudes:
1. Belang
2. Toegankelijkheid
3. Extremiteit
4. Intensiteit
5. Kennisbasis
6. Centraliteit
7. Lage ambivalentie
8. Overeenstemming tussen impliciete en expliciete attitudes
1. Betreft het een attitude die iemand persoonlijk raakt?
2. Is het een attitude die gemakkelijk te binnen schiet als iemand geconfronteerd wordt met
het object?
3. Heeft iemand een uitgesproken evaluatie of juist een relatief neutrale?
4. Is er een sterke emotionele component?
5. Weet iemand veel over dit attitude-object en is de attitude op die kennis gebaseerd?
6. Staat de attitude in verband met andere attitudes, is de attitude ingebed in het
waardesysteem van de persoon?
7. Wijzen alle elementen in de attitude dezelfde kant op of maken zowel positieve als negatieve
elementen deel uit van de attitude?
8. Impliciete attitude: gevormd op basis van onbewuste associaties met het attitude-object
Expliciete attitude: gevormd door bewuste gedachten en overwegingen
De verschillende kenmerken van attitudesterkte zijn niet onafhankelijk van elkaar. Sommige attitudes
zijn belangrijker dan andere, als voorspeller voor gedrag, maar ook doordat ze verbonden zijn met
belangrijke persoonlijke waarden, persoonlijke belangen of groepen die belangrijk zijn voor een
persoon.
2
, Een ander aspect van attitudesterkte is de stabiliteit van attitudes.
Attitudes worden ook beïnvloed door de context. Dit verklaart dat attitudes vaak instabiel zijn. Dit
geldt niet voor attitudes die sterk zijn.
Contextuele factoren:
- Toegankelijke constructen
Toegankelijke informatie is informatie die makkelijk en snel bij mensen opkomt. Omdat op
verschillende momenten verschillende informatie toegankelijk is, komt niet steeds dezelfde
attitude boven.
Bijvoorbeeld: als een vliegramp met schokkende details in het nieuws is geweest of je hebt het
van dichtbij meegemaakt, is deze levendige en verassende informatie over het algemeen meer
toegankelijk en heeft dan ook meer invloed op attitudes.
- Standaarden
Het vergelijkingsmateriaal dat op een bepaald moment voorhanden is fungeert ook als context
(contrast-effect).
Bijvoorbeeld: Vergeleken met Hitler is iedereen aardig
- Stemming
Een andere bron van informatie die mensen gebruiken is hun stemming. Vooral bij mensen die
niet doorhebben dat zij door hun stemming worden beïnvloed treedt het effect op.
Bijvoorbeeld: zonnig weer beïnvloedt de stemming van mensen positief
- Doelen
Op verschillende momenten kunnen verschillende doelen geactiveerd zijn bij mensen en de
attitude beïnvloeden. Afhankelijk van welk doel het sterkste is geactiveerd, kan de attitude van
moment tot moment verschillen.
Bijvoorbeeld: chocolade eten als troostvoer omdat je verdrietig bent, of geen chocolade eten
omdat je fit wil worden en aan het trainen bent voor de marathon.
7.1.3 Structuur en consistentie van attitudes
Consistente beliefs: je vindt dit boek interessant, leerzaam, nuttig, onderhoudend en het leest lekker
weg (overwegingen).
Verschillende beliefs: het boek is interessant en leerzaam, maar niet spannend of humoristisch.
Attitudes die op tegenstrijdige beliefs gebaseerd zijn noemen we ambivalent. De attitude hangt dan
af van het gewicht van de verschillende beliefs.
Bijvoorbeeld: als je grappig en spannend boek belangrijker vindt dan leerzaam en nuttig, is je attitude
over dit boek negatief. Een ander voorbeeld zijn verkiezingsprogramma’s.
Als er ambivalentie is tussen een impliciete attitude en een expliciete attitude spreken we van een
duale attitude. Vaak weten mensen niet waar hun impliciete attitude vandaan komt. Aan de
expliciete attitude liggen bewuste ideeën en cognities ten grondslag; deze attitude is meer
doordacht. Gaat het om sociale gevoelige onderwerpen dan hebben mensen vaker ambivalente,
duale attitudes.
Een andere oorzaak van ambivalentie in attitudes is dat mensen een heterogeen sociaal netwerk
hebben en dus tegenstrijdige informatie en standpunten horen van verschillende mensen.
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mmklein1994. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.