1 Samenvatting psychologie
2 Inleiding
2.1 De psycholoog en zijn collega’s
De psycholoog Beschermde titel: master in de psychologie
Schrijft geen medicatie voor
Niet door RIZIV terugbetaald
Niet altijd specifiek therapeutisch geschoold
Voordeel: algemene opleiding om pathologie beter te kunnen
inschatten en kan breden zien dan het denkkader waar een
psychotherapeut voor opgeleid is.
BEST om een extra therapie-opleiding hebben voor de praktijk.
De psychotherapeut Geen beschermde titel, geen vaste vooropleiding
Niet altijd psychologisch geschoold
Schrijft geen medicatie voor
Niet door RIZIV terugbetaald
Indien lid van beroepsvereniging
= kwaliteitslabel
Psychiater Beschermde titel: arts!
Mag medicatie voorschrijven & door RIZIV terugbetaald
Niet altijd specifiek therapeutisch geschoold
Opvoeder- begeleider Geen beschermde titel
Mag geen medicatie voorschrijven & niet door RIZIV terugbetaald
Meestal niet therapeutisch geschoold
Vooral ondersteuning van cliënten in dagelijks leven
Geen eindverantwoordelijkheid voor behandelingsplan
Mogen geen diagnoses stellen
Sommige mutualiteiten betalen mits een aantal voorwaarden, een aantal beurten terug bij
vastgelegde lijst psychologen/psychotherapeuten terug. Vaak beperkt tot een aantal doelgroepen
vb. kinderen/jongeren
Klinische psychologie en psychotherapie zijn NOG niet volledig wettelijk geregeld.
o Bepaalde instanties betalen prestaties van psychologen terug binnen bepaalde grenzen en
voorwaarden.
Vele ziekenfondsen betalen voor minderjarigen wel een aantal therapiesessies terug.
,2.2 Grootste specialismen binnen psychologie
Theoretische psychologie
o Functieleer / algemene psychologie
o Ontwikkelingspsychologie (zie levenslooppsychologie)
o Persoonlijkheidspsychologie
o Sociale psychologie (zie sociaal-agogische vaardigheden)
o Fysiologische psychologie
Toegepaste psychologie
o Schoolpsychologie
o Arbeidspsychologie
o Klinische psychologie (m.b.t. stoornissen)
o Sportpsychologie
2.3 Biopsychosociaal model
Overkoepelend model
“De mens is een zich ontwikkelende biopsychosociale eenheid”
Ze bekijkt de interactie tussen biologische, psychische en sociale factoren
Onderzoeken de invloed van deze verschillende factoren op de manier waarop een stoornis zich
ontwikkelt
Voor sommige stoornissen bestaat er een biologische kwetsbaarheid
Voor de meeste psychische stoornissen is er geen eenduidige neurobiologische (zenuwstelsel)
oorzaak
Het gaat om het dynamisch evenwicht tussen genetische kwetsbaarheid en omgevingsfactoren.
2.4 Elke stroming heeft zijn eigen…
Mens- en wereldbeeld
Verklaringsmodellen voor psychische problemen
Methodieken om psychische problemen te behandelen
o Methodieken = de op de praktijk gerichte uitwerkingen van een van deze benaderingen.
Methodieken geven aan hoe je abstracte theorieën kunt toepassen in de hulpverlening.
Methoden en technieken
o Correcte wijze van handelen die binnen een bepaalde methodiek passen.
2.5 Verschillen tussen de psychologische stromingen
Psychotherapeutische opleidingen vaak 1 model
Verschillende componenten van psychisch functioneren:
o Ontwikkelingscomponent
o Neurobiologische component
o Affectieve component
o Cognitieve component
o Gedragscomponent
o Interpersoonlijke component
o Systeemcomponent
Psychotherapieën verschillen in de manier en de mate waarin ze deze factoren in hun
behandeling betrekken
Andere verschillen:
o Meer klantgericht versus persoonsgericht
o Meer gericht op de klacht versus gericht op de mogelijkheden
, Evidence based = wetenschappelijk bewijs
o Het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op zo’n wijze dat de
uitvoering is gebaseerd op de beste beschikbare info over doelmatigheid en
doeltreffendheid de therapie werkt OF het is effectief bewezen dat het werkt.
Keuze van andere methoden of zelfs andere stromingen naargelang
problematiek: wat heeft zijn nut bewezen?
Sommige stromingen hechten op zich al meer belang aan evidence-based
werken bv. Biopsychosociaal kader, cognitieve gedragstherapie
Practice based = goed theoretisch onderbouwd of wat door de praktijk als effectief wordt
verondersteld.
o Bv. Cliëntgericht kader, psychodynamisch kader
Verschillen tussen verschillende psychotherapieën worden kleiner omdat men meer gaat zoeken
naar een balans tussen de tegengestelde benaderingen
Orthopedagogische praktijk is gewoonlijk:
o Eclectisch ( het beste eruit gekozen)
o Integratief (dingen combineren zodat deze elkaar aanvullen of een geheel vormen)
o Ze combineren vaak bruikbare elementen uit verschillende benaderingen/theoretische
kaders.
Eclectisch en integratief werken wordt zeker belangrijk door toenemende nadruk op
vraaggestuurde en herstelondersteunende hulpverlening (meer nadruk op eigen kracht, eigen
deskundigheid en mogelijkheden van cliënt eigen verhaal en beleving van cliënt staan centraal
ipv theoretisch kader)
2.6 Hoe kiezen voor bepaalde stroming of methodiek?
Werkrelatie met de cliënt blijkt wetenschappelijk van even groot belang dan de specifieke
therapeutische techniek
Bij het hanteren van dezelfde techniek boekt een empathische therapeut betere resultaten dan
minder invoelende behandelaar
Er moet ook een ‘klik’ zijn:
o Heeft te maken met eigenschappen en achtergronden
o “leertherapie” om te werken aan eigen persoon als behandelaar
“Het mooiste is een combinatie van een bij je hulpvraag passende interventie die wordt
toegepast door een therapeut door wie je je begrepen voelt en met wie je in vertrouwen kan
samenwerken.” best door een goed opgeleide en bevoegde professional!
Bij een groep cliënten is er ook sprake van spontaan herstel of zelfherstel. Mensen hebben soms
dusdanig veel herstelkapitaal, dit wil zeggen: sociale steun, kracht, inzicht, motivatie en trucs.
Conclusie professionele hulpverleners zijn niet altijd nodig.
,3 Experientiële en cliëntgerichte benaderingen
Onstaan
Humanisme ontstaan vanuit kritiek op psychoanalytische en gedragstherapeutische
benadering
Psychoanalytische benadering
o Nadruk op gestoord en destructief gedrag
Gedragstherapeutische benadering
o Mens is programmeerbaar cf. conditioneren (gedrag aanleren door beloning en straf)
Te weinig aandacht voor:
o Menselijke vrijheid
o Mogelijkheid tot het maken van keuzes
o De betekenis die mensen geven aan hun ervaringen
Cliëntgerichte hulpverlening
= elke mens heeft aangeboren kracht om zichzelf te ontwikkelen in een richting die goed is voor
henzelf en de anderen. Mensen willen zichzelf ontplooien!
Cliëntgericht:
o Unieke beleving van de cliënt staat centraal
o Cliënt stuurt de therapie
o Cliënt in plaats van patiënt: nadruk op de beschikbare mogelijkheden
o Proces belangrijker dan het doel
o Relatie therapeut- cliënt staat centraal
Experiëntieel:
o Belang van lichamelijk gevoelde ‘experience’ persoonlijke ervaring
Mensen die vastgelopen zijn , moeten geholpen worden om in vrijheid terug keuzes te kunnen
maken de hulpverlener moet daarom begrijpen hoe de cliënt de dingen beleeft.
Cliëntgerichte benadering: Rogers
Rogers (1902 – 1987)
Rogeriaanse psychotherapie (= Klassieke cliëntgerichte benadering)
Belangrijke begrippen:
o Zelfontplooiing
o Onvoorwaardelijke acceptatie
o Incongruentie
o Positieve mogelijkheden
Zelfontplooiing
Elke mens wordt geboren met een positieve kern, het (ware) ‘zelf’
o Het ‘ware zelf’: wat je werkelijk diep vanbinnen ‘echt’ bent
o Actualiseringstendens: het zelf is voortdurend in ontwikkeling en wil verborgen
talenten actualiseren
Indien de groei niet wordt belemmerd, kunnen mensen hun mogelijkheden ontwikkelen en
zich tot een volledig functionerend persoon uitgroeien
o Staat open voor nieuwe ervaringen
, o Is autonoom
o Houdt rekening met anderen
Mensen ontwikkelen zich dus voortdurend
o Je kan een persoon niet definitief ergens indelen: geen diagnostiek waarbij mensen
worden gezien als een “geval” van een “stoornis”
o Blokkades in ontplooiing kunnen verdwijnen
Cliëntgerichte hulpverlening richt zich op
o De persoon en niet op de stoornis
o De hele persoon, op de manier waarop het denken, voelen en doen geïntegreerd zijn
in het ‘zelf’
o De unieke betekenis die het ‘zelf’ aan het leven geeft
Therapie: belevingen van een cliënt in het hier en nu, begripvol volgen, exploreren en
accepteren.
Onvoorwaardelijke acceptatie
Iedereen heeft behoefte aan positieve waardering (acceptatie) = universele behoefte
Noodzakelijk voor het zelf om te kunnen ontwikkelen:
o Onvoorwaardelijk geaccepteerd worden door je ‘opvoeders’ als persoon, ook al wordt je
gedrag niet altijd geaccepteerd.
o Niet onvoorwaardelijk geaccepteerd worden: pas geaccepteerd worden als we bv.
anderen een plezier doen, prestaties leveren
o Voorwaardelijke acceptatie: het verliezen van je ‘zelf’
Overaangepast gedrag:
Mensen gaan zich naar de voorwaarden gedragen om liefde/waardering
te krijgen
Het gevolg is dat je zal vervreemden van jezelf (incongruentie)
Incongruentie Je ontwikkelt een ‘false self’ of ‘onrecht ik’ waardoor het ‘ware
zelf’ op de achtergrond raakt.
Je weet op een bepaald moment niet meer wat je echt denkt en voelt.
Incongruentie: vervreemd van anderen en van onszelf
Doen onszelf anders voor dan dat we ‘zijn’
o Allerlei gevoelens worden niet toegelaten omdat ze niet passen bij het zelfbeeld
o Buitensluiten van gevoelens kan leiden tot gevoelsarmoede
o Star in ons gedrag door ervaringen en feedback die ons zelfbeeld aantasten “buiten te
sluiten”
o Gebrekkige verbinding tussen ‘zelf’ en hoe we ons uiten (wat we doen klopt niet met wie
we zijn)
o Bij incongruentie is er sprake van een communicatiestoornis in onszelf
Gevoelens en gedachten passen niet bij ons zelfbeeld, worden niet toegelaten
‘willen-moeten’ -dilemma: kan voortkomen vanuit incongruentie
Conflict ‘zelf’ en ideaal ik (vanuit verwachtingen van anderen) moeilijk om eigen doelen te
stellen
Een mens hoeft deze conflicten niet te ervaren
o Mens kan in harmonie leven met zijn omgeving en congruent zijn tegelijk
Verschil Freud:
, Conflict tussen behoeftes ‘es’ en eisen vanuit de omgeving en van het ‘superego’. Dit
‘superego’ bevat een ideaal-ik. Het ego moet hierin bemiddelen. Deze conflicten zijn
onvermijdelijk.
Incongruentie en problemen
Personen met een probleem of stoornis
o Is van zichzelf vervreemd
o Ontwikkelt op onevenwichtige manier
o Kan zich op verschillende manieren uiten
Incongruentie is het centrale probleem bij alle gedragsproblemen en stoornissen
Incongruentie duidt op verstoorde ontwikkeling van het ‘zelf’
o Mensen gaan beginnen drinken om hun problemen te vergeten. Als ze dronken zijn
worden ze kwaad. Ze steken die kwaadheid op de alcohol want ze denken dit is niet
‘ik’. Ze zijn vervreemd van hun kwaadheid.
Positieve mogelijkheden
Cliëntgerichte therapie
o Het ‘zelf’ en ideaalbeeld dichte bij elkaar brengen
o Je ‘zelf’ herontdekken en eigen doelen stellen
Bv: burn-out lat ligt te hoog ze gaan proberen om het ideaalbeeld en het
gewone beeld dichter bij elkaar te brengen
Acceptatie van de persoon
o Gedrag kan gecorrigeerd en begrensd worden maar de persoon mag zich niet
afgewezen voelen in zijn beleving
Cliëntgerichte therapie is heel belangrijk en heel zwaar. Mensen staan hier
niet in contact met hun eigen gevoelens. Je accepteert de persoon maar niet
het gedrag. Je moet de persoon niet afwijzen maar het gedrag. Je gaat
toekennen wat goed is en wat slecht is.
Noodzaken om congruent te blijven of te worden
o Positieve acceptatie
o Echt contact
o Empathie
Innerlijke conflicten zijn dus niet noodzakelijk
Destructief gedrag komt voort uit blokkades van de persoonlijke groei
Men kan destructief gedrag aanpakken door:
o Na te gaan waarin de persoon zich geblokkeerd of afgewezen voelt
o De persoon hierin te begrijpen
Acceptatie betekent echter niet dat alles mag!!!
Uitgangspunten
Denken, doen, voelen, geïntegreerd in “ware zelf”
Natuurlijke neiging tot zelfactualisatie
“zelf” heeft acceptatie, empathie en echt contact nodig om te kunnen groeien
Leven betekent altijd in ontwikkeling zijn
Persoonstyperingen / classificaties = momentopnames
Leven is een proces: doel bereiken is minder belangrijk
Menselijke vrijheid
Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun keuzes
Unieke beleving & betekenisgeving van elke mens
Begeleiden veronderstelt begrip van hoe hij “zelf” het leven ervaart
, Als zelfbeeld afwijkt van het “ware zelf” is er incongruentie
Naast “zelfbeeld” vaak ideaalbeeld: omvat alle geïnternaliseerde “moetens” uit omgeving
Als “ideaalbeeld” te sterk afwijkt van “zelf” ontstaat ook incongruentie
Nodig om te kunnen groeien: accepterend, empathisch contact nodig om incongruentie op
te lossen
Onvoorwaardelijke acceptatie, echtheid en empathie
Positieve onvoorwaardelijke acceptatie
Alles accepteren wat de cliënt ervaart
Een veilige sfeer creëren zodat de cliënt zich uitgenodigd voelt om de eigen gedachte- en
gevoelswereld te verkennen.
Dit houdt niet in dat elk gedrag geaccepteerd wordt
Empathie
Concrete, gedetailleerde, genuanceerde inleving en begrijpen van de belevingswereld van de
cliënt
Je leeft je in in de andere, zonder ermee samen te vallen
Je komt vlakbij maar toch bewaar je afstand
Echtheid
Als hulpverlener zelf niet incongruent zijn:
o Eigen gevoelens niet wegdrukken
o Eventueel iets laten weten van eigen gevoelens over cliënt
o Laten merken dat je betrokken bent als “echt mens”, niet enkel als therapeut
Echtheid: wanneer wel of niet?
o Volledig versus gedeeltelijk transparantie t.ov. de cliënt: discussie laat ik als therapeut
ook irritaties zien?
Eerst: ja, want je helpt de cliënt door eerlijk te zijn in je gevoelens
Irritaties best dmv ik-boodschap (niet oordelend)
Later: therapeut moet volledig openstaan ten opzichte van zichzelf (interne
congruentie) maar niet per definitie t.o.v. cliënt (externe congruentie)
Zelfonthulling door de therapeut:
o Enkel indien aansluit bij behoeften van cliënt
o Gedoseerd en in functie van cliënt
Zelfonthulling door ervaringsdeskundigen
Specifieke vorm van zelfonthulling: delen van ervaringsdeskundigheid
Ervaringsdeskundigen delen eigen ervaringen met herstel van een stoornis of beperking
Kenmerken:
o Minder wij-zij denken tussen hulpverlener en cliënt
o Relatie gelijkwaardiger
o Schaamte rond kwetsbaarheid wordt minder bij cliënt
Valkuilen:
, o Projectie van eigen verhaal door deskundige
o Te weinig oog voor andere perspectieven
Nodig: reflectie op relatie met cliënt
Niet adviseren, maar begrijpen en verhelderen
Niet geven van: oplossingen, adviezen, theorieën, interpretaties of diagnoses
Wel:
o verhelderen en reflecteren op wat de persoon vertelt
o Zowel op het verbale als het non- verbale
o Proberen de beleving van de persoon te begrijpen
o Op een accepteerde manier (niet veroordelen)
Doel van cliëntgerichte therapie
De cliënt meer zicht laten krijgen op zichzelf
De cliënt meer laten durven ervaren
De cliënt weer keuzes leren maken die passen bij hem
Emoties die niet werden toegelaten toegankelijk maken
Het zelfbeeld dichter bij het echte ‘zelf’ brengen
Dit door het gebruik van specifieke gesprekstechnieken
Gesprekstechnieken
Doel = zelfexploratie bevorderen
Doorvragen Zelfonthulling
Samenvatten Verhelderend reflecteren (interpreteren
Aanmoedigen van de situatie)
Spiegelen Exploreren
Confronteren Zoeken naar betekenis van ervaringen
Benoemen van gevoelens Bevestigen
= non- directieve technieken (je gaat niet de cliënt volgen en niet sturen)
De behoeftenpiramide van Maslow
Maslow (1908 – 1970-
Innerlijke groeikracht mensen kunnen zichzelf ontplooien
Zelfactualisatie maximale mogelijke uit jezelf halen
o Dit is pas mogelijk als er aan een aantal lichamelijke en psychische basisbehoeften is
voldaan