Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Hoorcollege aantekeningen Inleiding Burgerlijk Recht €4,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Hoorcollege aantekeningen Inleiding Burgerlijk Recht

 12 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit document bestaat uit aantekeningen van alle hoorcolleges van Inleiding Burgerlijk Recht. het betreft week 1 t/m 12

Aperçu 4 sur 48  pages

  • 5 mars 2021
  • 48
  • 2020/2021
  • Notes de cours
  • Professor h.b. krans
  • Toutes les classes
avatar-seller
Week 1
Goederen: zaken en vermogensrecht
Goederen (art. 3:1): alle zaken en alle vermogensrechten
Zaken (art. 3:2): de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten
 Onroerend: grond, nog niet gewonnen delfstoffen, beplantingen + gebouwen en werken
met de grond verenigd
Vermogensrecht (art. 3:6) - eigendom versus vorderingsrechten
Zakelijk of persoonlijk
 Eigendom: zakelijk (ding)
 Vorderingsrecht: persoonlijk (persoon)
Absoluut of relatief
 Eigendomsrecht: absoluut --> kan worden gehandhaafd jegens iedereen
 Vorderingsrecht: relatief --> rechtsbetrekking tussen 2 bepaalde personen: schuldeiser en
schuldenaar
Rechtshandeling
Een rechtshandeling is een handeling die gericht is op rechtsgevolg
 Meerzijdige rechtshandelingen: meerdere personen (bv overeenkomst: iemand doet een
aanbod en de ander ervaart dit) - gericht tot iemand anders, diegene hoeft er niet mee in te
stemmen
 Eenzijdige rechtshandeling: tot stand gebracht door één persoon – bv opzeggen
huurovereenkomst
 Art. 3:32-3:39
Totstandkoming rechtshandeling
 Wilsvertrouwensleer:
1. 1e grondslag: geopenbaarde wil (art. 3:33 BW) --> is hier een probleem mee?
Dan verder naar 2e grondslag:
2. Het opgewekte vertrouwen (art. 3:35 BW)
Grondslag 1: geopenbaarde wil
 Geopenbaarde wil (partij die een fiets wil kopen, verzekering wil afleggen etc)
 Vorm van de verklaring (art. 3:37 lid 1 BW): kan in iedere vorm
 Moment tot stand komen (art. 3:37 lid 3): moet die persoon hebben bereikt
Er kan een situatie ontstaan waardoor er sprake is van discrepantie wil en verklaring: verklaring kan
door diverse oorzaken afwijken van wil, zoals vergissing, verspreking, verschrijving, dubbelzinnig
woordgebruik.
Grondslag 2: opgewekt vertrouwen
 Opgewekt vertrouwen (art. 3:35 BW)
 Is het vertrouwen gerechtvaardigd? Dan komt de rechtshandeling wel tot stand
 Goede trouw (art. 3:11 BW) - diverse omstandigheden
Uitleg dubbele grondslag
1. Art. 3:33 BW:
In geval dat wil = verklaring: geldige rechtshandeling
In geval dat wil niet verklaring is: in beginsel geen rechtshandeling, tenzij je een geslaagd beroep kan
doen op art. 3:35 BW
2. Art. 3:35 BW:
 Verklaring of gedraging van een ander
 Die is opgevat als een verklaring/gedraging van een bepaalde strekking (subjectief)
 En in de gegeven omstandigheden ook zo mocht opvatten (objectief)

,Als dit allemaal opgaat, is het gevolg: geen beroep op het ontbreken van de overeenstemmende wil
--> dus er komt een rechtshandeling tot stand
Art. 3:34 is een verlenging van art. 3:33 BW:
 Geestelijke stoornis
 Verband tussen geestelijke stoornis en de verklaring
Overeenkomst
 Meerzijdige rechtshandeling, waarbij een of meer partijen jegens een of meer anderen een
verbintenis aangaan (art. 6:213)
 Een overeenkomst kan tot stand komen door een aanbod en de aanvaarding daarvan (art.
6:217)
 Overeenkomst leidt tot verbintenissen (verplichtingen)
Aanbod
 Eenzijdige rechtshandeling
 Ten onderscheiden van: uitnodiging om in onderhandelingen te treden – dit is geen aanbod
 Aanbod omvat alle essentiële elementen die nodig zijn voor die overeenkomst
 Vervalt door:
Verwerping (art. 6:221 lid 2)
Tijdsverloop (art. 6:221 lid 1)
Herroeping (art. 6:219 lid 1)
 Onherroepelijk aanbod: als je zelf een termijn hebt genoemd
Aanvaarding
 Eenzijdige rechtshandeling
 In beginsel vormvrij (art. 3:37 lid 1) - maar art. 7:2 --> koop van woning moet schriftelijk
 Moet inhoudelijk overeenstemmen met aanbod
 Van het aanbod ‘afwijkende aanvaarding’ (dus bevat andere informatie) is eigenlijk een
nieuw aanbod
Misverstand
Art. 3:35: toespitsen op misverstand:
Wat hebben partijen over en weer verklaard en wat hebben zij afgeleid uit elkaars verklaringen en
gedragingen?

Week 2
Vertegenwoordiging
Standaardsituatie: A en B handelen zelf. A doet een aanbod en B aanvaardt --> er komt een
overeenkomst tot stand. Maar wat nou als bv A afwezig is, A een rechtspersoon is zoals de AH, A
onder curatele is gesteld?
Dan gaan we over op vertegenwoordiging --> er is sprake van een tussenpersoon die een aanbod
doet namens A.
Bevoegde vertegenwoordiging
A verleent volmacht aan T, vervolgens doet B een aanbod – art. 3:66 lid 1 BW:
1. Gevolmachtigde T verricht een rechtshandeling
2. In naam van A
3. Binnen de grenzen van zijn bevoegdheid
Gevolg: overeenkomst tussen A en B
Bronnen van vertegenwoordigingsbevoegdheid
1. Volmacht - A verleent volmacht aan T om hem (A) te vertegenwoordigen (art. 3:60 lid 1 BW)
2. Wettelijke vertegenwoordiging - ouder vertegenwoordigt minderjarig kind (art. 1:245 lid 4)
of curator vertegenwoordigt onder curatele gestelde (art. 1:386 jo. 3:337 BW)

, 3. Vertegenwoordiging van een rechtspersoon - door bestuurders (Boek 2)
4. Bevoegde zaak waarneming - art. 6:201 BW
Volmacht
Bevoegdheid die de volmachtgever verleent aan de gevolmachtigde om in naam van de
volmachtgever rechtshandelingen te verrichten.
Niet privatief: de volmachtgever mag zelf de bevoegdheid ook nog uitvoeren
Onbevoegde vertegenwoordiging
 Geen overeenkomst tussen A en T dus ook niet tussen T en B
 Er is geen toereikende volmacht gegeven --> T handelt niet binnen de grenzen van zijn
bevoegdheid
 T moet schade aan B vergoeden (art. 3:70 BW)
Hoofdregel en 2 uitzonderingen
Hoofdregel: geen overeenkomst tussen de achterman en de wederpartij
Uitzondering:
1. Bescherming van gerechtvaardigd vertrouwen van wederpartij (B) --> art. 3:61 lid 2 – of:
2. Bekrachtiging door achterman (A) --> art. 3:69 BW
In beide gevallen is er wel een overeenkomst tussen A en B
1. Bescherming gerechtvaardigd vertrouwen toereikende volmacht
 T verricht rechtshandeling in naam aan A
 Verklaring of gedraging van A (toedoen A)
 Gerechtvaardigd vertrouwen B op toereikende volmacht aan T
Vertrouwen van wederpartij moet zijn gebaseerd op een ‘verklaring of gedraging’ van A
Vertrouwen mag niet uitsluitend zijn gebaseerd op wat T (onbevoegde vertegenwoordiger) heeft
gezegd en gedaan
2. Bekrachtiging
A bekrachtigt overeenkomst (dus hij gaat er later toch wel mee akkoord)
Gevolg (art. 3:69 BW): overeenkomst A-B is dan toch geldig.
Wilsgebreken
 Wilsvertrouwensleer (art. 3:33-3:35): verschil tussen wat je zegt en wat je daadwerkelijk
wilt – wil en verklaring
 Wilsgebreken: de wijze waarop je wil zich heeft gevormd:
1. Bedreiging (3:44 lid 2)
2. Bedrog (3:44 lid 3)
3. Misbruik van omstandigheden (3:44 lid 4)
4. Dwaling (6:228)
Dwaling – art. 6:228 BW
 Partij had bij het aangaan van de overeenkomst een onjuiste voorstelling van zaken
 Partij zou bij een juiste voorstelling van zaken de overeenkomst niet hebben gesloten
 Dwaling is te wijten aan:
1. Inlichting van de wederpartij
2. Wederpartij schond mededelingsplicht
3. Wederzijdse dwaling
 Dwalende mag vernietigen, tenzij:
1. Dwaling betrof een ‘uitsluitende toekomstige omstandigheid’
2. ‘Voor rekening dwalende’ - o.a. koper schond eigen onderzoeksplicht
3. Dwaling niet kenbaar
3 gevallen
Inlichting wederpartij (art. 6:228 lid 1 sub a) - voorbeeld: Baris/Riezenkamp arrest

,  Niet elke onjuiste mededeling
 Niet van belang of de mededeling te goeder trouw of te kwader trouw is gedaan
Zwijgen (sub b)
 Wederpartij had dwalende behoren in te lichten
Wederzijdse dwaling (sub c)
 Beide partijen gingen bij het sluiten van de overeenkomst uit van dezelfde onjuiste
voorstelling van zaken, tenzij...
 Voorbeeld: kunstkoop
Rechtsgevolg wilsgebreke
Rechtshandeling is vernietigbaar (3:44 lid 1 BW en 6:228)
 Rechtshandeling is vooralsnog geldig
 Partijen zijn gebonden totdat een van hen de overeenkomst vernietigt
Hoe vernietigen?
 Buitengerechtelijke verklaring (art. 3:50 BW), of
 Rechterlijke uitspraak
Vernietiging heeft terugwerkende kracht (art. 3:53) - achteraf gezien is er nooit een overeenkomst
geweest
Inhoud overeenkomst
Art. 6:248 lid 1 BW: de door partijen beoogde rechtsgevolgen
Overige factoren die de inhoud van de overeenkomst bepalen:
 Wet, gewoonte, eisen van redelijkheid en billijkheid
Haviltex-maatstaf: het gaat niet alleen om de taal (wat er letterlijk in de wet staat)
‘Cao-norm’
 Op enkele terreinen een andere uitlegnorm dan de Haviltex-norm
 Ratio: uitleg is relevant voor rechtspositie van derden
 In beginsel beantwoording doorslaggevend (objectief uit te leggen)
 Overgang met Haviltex is vloeiend
Redelijkheid en billijkheid
 Art. 6:248 lid 1 BW: aanvullende werking
 Art. 6:248 lid 2 BW: beperkende werking – beding is niet van toepassing voor zover ‘naar
maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar’

Week 3
Nakoming: verrichten van een prestatie die beantwoordt aan de verbintenis. Je doet precies wat de
verbintenis van je verlangt.
Door wie? Aan wie?
Art. 6:27 BW
Als de betaling wordt gedaan door of aan een derden, is de betaling dan ook bevrijdend?
Door wie: de debiteur of een derden (art. 6:30 BW). Door een derden kan, mits er aan 2
voorwaarden is voldaan:
a. De derden moet handelen met de bedoeling om ook daadwerkelijk voor de ander te
betalen, niet voor zichzelf.
b. Soms staat er duidelijk in het contract dat een derden niet kan handelen.
Aan wie: in beginsel kun je niet aan een derden betalen, maar toch kan het (art. 6:32 jo. 34 BW):
a. Als de schuldeiser iemand heeft gemachtigd.
b. Art. 6:32 BW: bekrachtiging van de schuldeiser (je hebt aan de verkeerde betaald maar ik ga
er toch mee akkoord).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emmagoedkoop. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80796 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,49
  • (0)
  Ajouter