Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
cellen uitgewerkte examenvragen €13,99   Ajouter au panier

Examen

cellen uitgewerkte examenvragen

 71 vues  1 fois vendu

oude examenvragen van cellen van de afgelopen jaren die steeds terugkomen. Zeer goed en duidelijk 16/20 mee behaald!!

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 3 mars 2021
  • 36
  • 2020/2021
  • Examen
  • Questions et réponses
Tous les documents sur ce sujet (44)
avatar-seller
lemmeslodders
Examenvragen cellen

 Verklaar volgende begrippen in 1 (max 2) zinnen.
o Heterofagie: receptor-gemedieerde endocytose; speelt een rol in bescherming en
voeding. Lysosomen die extracellulair materiaal bevatten.
o DNA- Helicase: gaat DNA lokaal ontwinden
o Centrale dogma theorie: DNA via transcriptie naar RNA via translatie naar proteiene
o Poly-ubiquinatie: herkenningseiwit voor afbraak van een eitwit door proteasoom.
Proteïne modificatie, bewerkstelligd door een ubiquitine polypeptideketen, waarbij een
slecht opgevouwen eiwit gemerkt wordt met een polyubiquitine tag (kiss of death) om
gedegradeerd te worden in het proteasoom.
o Amfipathische molecule: Molecule die zowel een hydrofobe als hydrofiele groep bevat
(bevat een hydrofobe staart en een hydrofiele kop).
o Autofagie: Lysosomen die intracellilair materiaal bevatten
o Topoisomerase: maken kleine enkelstrengige of dubbelstrengige breuken in dubbele
helix (zullen snel herstellen) om geen overdreven supercoiling te genereren in
ontwonden streng
o Polycistronisch= een gen codeert voor meerdere eiwitten
o Endosymbiont synthese: Theorie die herkomst van mitochondria en chloroplasten
verklaart. Zijn beide onstaan als bacteriële cellen die te leven kwamen binnen grote
cellen
o Lipid raft: microdomein bestaande uit lipide-proteïnecomplex
o Kinesine-13:Kinesine-1 behoort tot de groep van de catastrofines en is een soort
proteïne die inwerkt op de uiteinden van reeds gevormde microtubuli.
o Cotranslationeel transport: Transport waarbij eiwitten het lumen van het ER
binnenkomen terwijl ze worden aangemaakt (tijdens de eiwitsynthese).
o Pinocytose: Een vorm van heterofagie waarbij (sub-)microscopische kleine
vloeistofdruppels met opgeloste stoffen, zoals suikers en eiwitten, vanuit de
extracellulaire ruimte worden opgenomen door levende cellen door middel van
instulpingen (pinocytoseblaasjes van de celmembraan of vesikels). Pinocytose is een
vorm van endocytose.




1

,  OPEN VRAGEN:
Hoe en waarom is genetische variabiliteit tijdens de meiose belangrijk?

Door middel van crossing over en splicing kan men voor genetsiche variabiliteit zorgen. Hierbij zal men m-
RNA op verschillende manieren laten splitsen om zo diversiteit aan de functionele molecule te verhogen
en ook de mogelijkheid tot moleculaire evolutie door nieuwe combinaties van exons tijdens
recombinaties events.

1. HOE KANKER PATHWAYS OMZEILT

Wat is het eindreplicatieprobleem? Hoe wordt het omzeild in kanker?

Aan de uiteinden van lineair DNA staan eindstandige primer die DNA polymerase niet kan verwijderen,
aangezien het ergens moet op kunnen vasthangen. Daardoor worden de chromosomen korter omdat dat
laatste stukje DNA waarop de primer zit niet kan worden gerepliceerd. De uiteinden van de ketens
bestaan telkens uit lange repetetieve sequenties die niet coderen, en als een soort buffer werken. Deze
stukjes noemen we telomeren, ze beschermen tegen erosie van coderend materiaal

De telomeerlengte correleert met de cellulaire levensduur: Telomeerverkoring treedt op bij de meeste
somatische cellen maar in stamcellen en kankercellen zal telomerase geactiveerd worden om de
sequenties aan te vullen.

Wat is het verschil tussen alternatieve splicing en exon shuffeling? Wat is het voordeel van beide?

Bij alternatieve splicing zullen de introns weggeknipt worden en zullen de exons aan elkaar binden. Dit
laat toe om pre-mRNA moleculen op verschillende moleculen te splitsen en dus de diversiteit aan
functionele molecule te verhogen.

Bij een exon shuffeling vindt er recombinatie plaats tussen introns van verschillende genen. Dit zorgt voor
nieuwe combinaties van exons wat de mogelijkheid tot moleculaire evolutie verhoogt.

Bespreek de kernmembraan (structuur/functie) en Met welke celorganel staat de kernmembraan in
verbinding?

De kernmembraan of nucleaire enveloppe bestaat uit een dubbele membraan, waarvan het buitenste
continu is met de membraan van het ER. In de enveloppe zijn er invaginaties, deze vergroten het
membraanoppervlak en worden het nucleoplasmatisch reticulum genoemd. Membraanproteïnen binden
met het cytoskelet, dit zorgt voor verankering en eventueel mobiliteit van de cel in de kern. Er is contact
tussen het cytoplasma en het nucleoplasma via nucleaire porie complexen (NPC). De membraanheeft
verschillende functies: compartimentalisatie, lokalisatie van functie, selectief transport en
signaaldetectie.Het bestaat uit eenviskeuzedubbellaag van lipiden (fosfolipiden, glycolipiden
en sterolen) en eiwitten(integrale, perifere en lipide-verankerde membraaneiwitten). Er vormen zich ook
lipid rafts, dit zijn microdomeinen waarin bepaalde lipide-proteïne complexen zich organiseren. De
binnenkant van de dubbellaag is hydrofoob en de buitenkant is hydrofiel.

Wat gebeurt er met een proteïne in het ER indien het niet goed opgevouwen geraakt?

Als een eiwit slecht wordt opgevouwen, wordt er een glucose-eenheid toegevoegd diede opvouwing van
het eiwit moet helpen. Als een juiste opvouwing echt niet lukt, dan wordt het eiwit naar het cytoplasma
gevoerd, waar het gestript wordt van alle modificaties. Daarna krijgt het een poly-ubiquitine tag (kiss of



2

,death), waardoor het herkend wordt en afgebroken wordt in het proteasoom.Slecht opgevouwen
proteïnen worden verwijderd met ER geassocieerde degradatie (ERAD)


Geef voorbeelden van de pathways die betrokken zijn bij de veranderingen in
de membraanasymmetrie. Leg ook uit waar de moleculen zich oorspronkelijk bevinden (4ptn)
Membraanlipiden worden aangemaakt in het ER en dan naar de plasmamembraan vervoerd. De cel houdt
de asymmetrie actief in stand met behulp van gespecialiseerde enzymen: scramblases en flippases.
Fosfatidylserine en -ethanolamine komen normaal gezien vooral voor in de binnenste laag.
Fosfatidylcholine en sfingomyeline komen vooral voor in de buitenste laag. Fosfatidylserine kan door
inactivatie van het fosfolipide translocator flippase naar de buitenzijde van de membraan gericht worden.
Als dit gebeurt, is dat een teken dat de cel in apoptose gaat.



Wat is de meest voorkomende pathway bij endocytose? Welke pathway is hier een uitzondering op en
hoe denk je dat dit de “Achilleshiel” van de cel is
De meest voorkomende pathway bij endocytose is receptor-gemedieerde endocytose. Hierbij bindt cargo
aan transmembraan receptors. Het cytoplasmatisch receptordomein bindt adaptines dat clathrine
rekruteert. Clathrine polymerisatie buigt membraan. Dynamine windt zich rond de nekregio en verbruikt
GTP voor constrictie. Het vrij vesikel verliest mantel en fuseert met een endosoom
Wat is treadmilling? Bij welke cellen komt het voor en geef ook een tekening
Treadmilling gebeurt voornamelijk bij microtubuli en microfilamenten, en gebeurt wanneer de kritieke
concentratie (Cc) tussen de kritieke concentratie van de + en de -pool in ligt. De kritieke concentratie is de
concentratie waarbij de microtubulus niet aangroeit en niet afgebroken wordt. Wanneer er meer subunits
zijn dan deze concentratie zal er polymerisatie plaatsvinden, wanneer er minder zijn zal de tubulus
worden afgebroken.De Cc is hoger voor het -uiteinde, er moeten dus meer subunits zijn voor
polymerisatie begint. Hierdoor zal de +zijde sneller aangroeien. Wanneer de Cc dus tussen de 2 inligt, zal
er aan de pluszijde polymerisatiegebeuren (dus de tubulusgroeit aan) terwijl deze aan de min kant
wordt afgebroken. Als we dit bekijken lijkt het dus alsof de microtubuli voortbeweegt, maar dit is niet het
geval




Wat is het verschil tussen tumor suppressors en proto-oncogenen? Welke onderverdeling is er dan nog
bij de tumor suppressors en wat is het verschil?

Tumor suppressors en proto-oncogenen spelen beide een rol bij carcinogenese. Oncogenen daartegen
coderen voor eiwitten die de kankerontwikkeling induceren. Die oncogenen bestaan uit proto-oncogenen
die gemuteerd zijn. Ze bevorden ook de celproliferatie. Tumor suppressor genen daarentegen geven
alleen aanleiding tot kanker wanneer ze geinactiveerd worden. We onderscheiden 2 soorten.

De RB tumor suppressor is een erfelijke aandoening. En leidt tot kanker ter hoogte van de retina. Hierbij
erfen kinderen een deletie in chromosoom 13. Tijdens de delingen zal een retinale cel sneller een mutatie
oplopen wat aanleiding geeft tot kanker. Het betroffen gen, het RB gen, heeft een cruciale checkpoint
functie. Het blokkeert de transitie van G1 naar S in afwezigheid van de juiste groeifactoren. Het komt vaak
voor in verscheidene kankers.




3

, De p53 tumor suppressor is van belang voor het blokkeren van de celcyclus en inductie van apoptose
wanneer een cel een DNA schade heeft opgelopen. p53 is een regulatorisch gen dat normaal inactief is
door binding met Mdm2, maar door DNA-schade kunnen gevoelige kinases (Chk1 en Chk2) geactiveerd
worden die p53 gaan activeren. p53 zorgt na activatie dat het eiwit Puma tot expressie komt wat een
death-promoting protein is en apoptose in gang zet. Het verlies van de functie van p53 zorgt er dus voor
dat Puma niet tot expressie komt waardoor apoptose niet in gang kan komen. De mutaties in dit gen
leiden dus tot cellen die met beschadigd DNA kunnen overleven. Hierdoor verhoogd je risico op kanker
indien men dit overerft.

We onderscheiden nog 2 andere soorten tumor suppressors waarvan het verlies niet direct tot kanker
leidt. De gatekeepers zal aan excessieve proliferatie en tumorvorming doen indien ze geinactiveerd wordt.
Voorbeelden hiervan zijn p53 en RB. Caretakers staan in voor de genetische stabiliteit maar niet
rechtstreeks voor celproliferatie of overleving. Genetische instabilliteit wordt bekomen door een
caretaker dysfunctie.

Is TRF2 een proto-oncogen, een caretaker tumor suppressor of een gatekeeper tumor suppressor?
Verklaar
TRF2 is een dysfunctionele telomeer die ook tot de breakage-fusion-bridge cycles bijdraagt. Het is een
caretaker tumor suppresor omdat het instaat voor genetische stabiliteit maar door dysfunctie van DNA,
schade,herstel of chromosoomsortering (inactivatie) zorgt het voor de genetische instabiliteit. Tijdens de
breakage-fusion-bridge cycles zal dubbelstrengige DNA een breuk ondervinden en wordt dan door een
weinig selecief herstelmechanisme van de cel aangepakt door het te fuseren met een ander uiteinde.
Daardoor wordt die bij mitose verkeerd uiteen getrokken en ontstaat er een nieuwe breuk.

Gatekeepers voorkomen celproliferatie rechtstreeks en tumoren. Voorbeelden van gatekeepers zijn p53
en RB. Proto-oncogen zijn in feite normale cellulaire genen die een bijdrage leveren aan de regulatie van
celgroei en overleving. Maar door een mutatie vormen ze oncogenen die aanleiding kunnen geven tot
kanker.

Bespreek de kernporie?

Op de kernmembraan vinden we 3000-4000 poriecomplexen. Ze bestaan uit 30 verschillende proteïnen:
nucleoporines.Het nucleair poriecomplex (NPC) heeft een octagonale symmetrie.Aan beide zijden vormen
8 subeenheden een ring die een centraal kanaal (transporter) van 9nm vasthouden.De transporter wordt
geacht de beweging van macromoleculen te faciliteren, geholpen door vezelachtige fenylalanine-
glycinerijke FG-proteïnen (selectieve barrière). Aan de perinucleaire zijde staat een vezelachtige
mandstructuur in voor verankering met de nucleaire lamina. NPCs staan in voor passief en gereguleerd
actief transport.Er worden bijvoorbeeld histonen, mRNA’s, replicatie-en transcriptie-enzymenen
ribosomale subunits getransporteerd.Het nucleair transport wordt gedreven door een Ran gradiënt. Ran
is een GTP-ase dat in GTP en GDP gebonden vorm verschillend reageert met specifieke effectoren.


Bespreek de pathways die gebruik maken van de schikking van lipiden in de membraan

Indien NLS aanwezig is in een proteïne, is dat een bewijs dat dat het enige proteïne in de kern is?
neen, We hebben een proteïne in het cytoplasma dat graag naar binnen wilt gaan (bruin). Dat proteïne zal
binden met een importferine, het karyoferine dat specifiek proteïnes naar binnen brengt. Het herkent dus
specifiek een NLS-sequentie. Hiermee weet de karyoferine van “ oké, ik moet naar binnen.” De nucleaire
poriecomplexen zullen zich dan openstellen. (proteïnen kunnen er gemakkelijk doorheen!). Het opent ook
zeer selectief en in aanwezigheid van een karyoferine. In de kern zit er heel veel Ran-GTP dat zal binden


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lemmeslodders. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79202 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€13,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter