Samenvatting van Forensische Biologie II waarin het volgende aan bod komt:
- soortconcepten
- biologische achtergrond van humane- en niet-humane biologische sporen (DNA, skelet, haren, tanden, botanische sporen, entomologische sporen, micro-organismen, virussen en wildlife forensics)
- toepass...
1. FORENSISCHE BOTANIE
Gunn A. Essential Forensic Biology. 3rd edition. Chichester: John Wiley & Sons Ltd. H12 Protists, Fungi, and Plants
Forensische botanie is de discipline waarbij plantaardig materiaal wordt gebruikt voor het
oplossen van misdrijven. Het omvat drie verschillende rijken: protisten (amoeben en
diatomeeën), schimmels en planten (hout en pollen).
1.1 PROTISTEN
Protisten zijn alle eukaryoten die geen schimmel, plant of dier zijn en kunnen zowel ééncellig
als meercellig voorkomen. Er zijn verschillende manieren waarop protisten voeding kunnen
vergkrijgen:
- autotroof: fotosynthese (zelfproductie)
- heterotroof: eet andere organisme
- saprotroof: absorberen van dode organische moleculen
Er zijn verschillende soorten protisten die in de forensische botanie worden gebruikt,
namelijk de schaalamoeben, diatomeeën en andere algen en cyanobacteriën (groei op
botten).
1.1.1 GESCHAALDE AMOEBEN
Geschaalde amoeben behoren tot de stam Rhizopode, wortelvoetigen. Er bestaan zo’n 200
soorten en zijn tussen de 30 en de 800 μ m groot. Ze zijn omringd door een harde
karakteristieke ‘schaal’ van silicium, chitine of gelijmde zanddeeltjes. Deze harde schaal blijft
bewaard, waardoor onderzoek hiernaar nog mogelijk is. De geschaalde amoeben komen
voor in waterige milieus, zoals veengronden, moerassen en op de bodem van zoetwater. De
soortsamenstelling is karakteristiek voor bepaalde gebieden. Hierdoor kunnen
personen/voorwerpen (verdachte, slachtoffer, wapen) gelinkt worden aan locaties (plaats
delict).
1.1.2 DIATOMEEËN
Diatomeeën behoren tot de stam Stramenophila, kiezelwier. Er bestaan meer dan 5600
soorten en zijn tussen de 10 en de 100 μ m groot. Het zijn eencellige algen en hebben een
zachte cel, die omringd is door twee glasachtige ‘kleppen’ van siliciumdioxide, ook wel het
exoskelet. De ene klep is iets groter dan de andere, waardoor ze in elkaar passen. Door het
exoskelet, hebben ‘gevaren’ van buitenaf weinig invloed op de cel. De verschijningsvorm is
karakteristiek voor de soort, afhankelijk van de hoeveelheid kenmerken in morfologie kan wat
worden gezegd over de soort of het geslacht. Diatomeeën komen levend voor in zoet, brak
en zout water en in natte gronden. In droge bodemlagen, zoals sediment, kan het exoskelet
bewaard blijven.
De reproductie van de diatomeeën is ongeslachtelijk, waarbij de twee ‘kleppen’ van elkaar
worden gescheiden en bij elke ‘klep’ een nieuwe, kleinere klep wordt geplaatst. Hierdoor
worden de cellen steeds kleiner en komen op een kritisch punt waarbij ze niet meer kunnen
delen. Dan gaan diatomeeën over op geslachtelijke voortplanting, waarbij de zygote weer
terug groeit naar het oorspronkelijke formaat.
De soortsamenstelling verschilt per gebied en jaargetijde door verschil in temperatuur,
saliniteit (zoutgraad water), pH, competitie met andere soorten en stroming. Hierdoor zijn er
gebied specifieke soortsamenstellingen waarmee gebieden geïdentificeerd kunnen worden
en/of periodes bepaald kunnen worden. Water- of sedimentmonsters worden geanalyseerd
om een persoon/voorwerp te linken aan een locatie en daarnaast om het tijdsslot van een
misdaad te bepalen. Bij het sampelen van water- of sedimentmonsters moet rekening
gehouden worden met contaminatie (bv. schone sample-materialen), moeten er van
verschillende plaatsen door het jaar heen samples worden genomen en bij de vondst van
een lichaam moet boven en beneden het wateroppervlak samples worden genomen om
rekening te houden met stromingsverschillen en daardoor verschil in soortsamenstelling.
Desirée van Tuin 3
, Forensische Biologie II BIO 2.2
De aanwezigheid van diatomeeën in het lichaam wordt gebruikt als indicatie van verdrinking.
Diatomeeën kunnen worden gevonden in:
- de maag, wat aangeeft dat er water is ingeslikt
- de longen, wat aangeeft dat het water werd opgezogen
- bloed, belangrijke organen en beenmerg, wat aangeeft dat het water werd opgezogen
terwijl het slachtoffer nog leefde.
Doordat diatomeeën klein zijn en longen beschadigen tijdens verdrinking, kunnen ze door de
alveoli in de bloedcirculatie terechtkomen. Zodra de bloedcirculatie stopt, blijven de
binnengedrongen diatomeeën op hun plaats, dus als er bijvoorbeeld water in de longen komt
als een slachtoffer al is overleden dan komen de diatomeeën niet in de bloedcirculatie
terecht. De bloedcirculatie stopt alleen niet meteen als een stoffelijk overschot is overleden,
waardoor alsnog diatomeeën in de bloedcirculatie terecht kunnen komen, waardoor de
indicatie van verdrinking niet klopt. Aangezien deze techniek niet 100% betrouwbaar is,
wordt deze niet toegepast op het NFI. Diatomeeën kunnen ook op andere manieren in het
lichaam komen, namelijk door voedsel, zwemmen, gebruik van bepaalde producten of door
open wonden in en ontbinding van het stoffelijk overschot.
Naast een indicatie van verdrinking kan ook de locatie van het slachtoffer en de periode van
verdrinking worden bepaald met behulp van de soortsamenstelling.
Diatomeeën worden zichtbaar gemaakt met behulp van een lichtmicroscoop en een SEM.
Hiermee kan het geslacht van diatomeeën worden bepaald, door de kenmerkende
morfologie per soort/geslacht. Daarnaast zijn er computerprogramma’s met 3D-herkenning,
waarmee diatomeeën herkend en geteld worden. Een (nieuwe) methode om soortbepalingen
te doen bij diatomeeën is met behulp van DNA. Hierbij wordt ernaar er de locatie 18S op het
mitochondriaal DNA (mtDNA) gekeken. Hierbij wordt gebruik gemaakt van DNA-barcoding,
dit is het opstellen van DNA-sequenties. De analyse van DNA-barcodes is een nuttige tool
voor forensische applicatie.
1.2 SCHIMMELS
Schimmels (fungi) komen één- en meercellig voor. Schimmels zijn onder andere
schimmeldraden (hyphae), netwerk van schimmeldraden (mycelium), het vruchtlichaam (bv.
paddenstoel) en gist. Schimmels kunnen geclassificeerd worden in:
- saprofyt waarbij de schimmel zicht voedt met dode (delen van) andere organismen;
- parasiet waarbij de schimmel leeft in of op een organisme van een andere soort en zich
in stand houdt ten koste van dat andere organisme.
- predator waarbij de schimmel actief op zoek gaat naar een prooi, de nematoden.
Schimmels bevatten chitine in de celwanden. De voortplanting is afhankelijk van het soort
schimmel en vindt seksueel of aseksueel, beide via sporen. Sporen ontstaan in het
vruchtlichaam of aan het uiteinde van schimmeldraden. Sporen verspreiden zich heel erg en
kunnen op karakteristieke morfologie geïdentificeerd worden. Deze zijn specifiek voor een
bepaald gebied en jaargetijde. Hiermee kan een persoon/object aan een locatie gelinkt en
een periode bepaald worden.
Schimmels worden nog weinig gebruikt in forensisch onderzoek, aangezien er naast de
locatie en eventueel de periode, er geen wetenschappelijk onderbouwde toepassingen zijn.
Wel wordt er gesproken over een ‘corspe finder’ waarmee paddenstoelen geassocieerd
worden met lijken, dit kan verklaard worden omdat schimmels van ammoniarijke grond
houden (heeft dus niet per se iets te maken met lijken).
Schimmels produceren giftige stoffen, mycotoxinen, waarmee schimmelvergiftiging kan
optreden. Er overlijden jaarlijks nog mensen aan giftige paddenstoelen en in enkele gevallen
worden deze gebruikt voor moorden.
Desirée van Tuin 4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur desireevantuin. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
