Boekhoudrecht: samenvatting
Thema 1: juridisch kader:
1) Wat is boekhoudrecht?
- Ontstaan uit gewoonterecht (als bewijsmiddel) → Kooplieden gebruikte dit reeds vrijblijvend,
ze wouden op 1 of andere manier hun commerciële verrichting kunnen bewijzen bij discussie.
Was toen zwak, niet coherent → rechtsregels in de jaren 70
- Rechtsregels en beginselen voor de registratie in cijfers van verrichtingen en activiteiten;
vaststellen van vermogenstoestand, financiële positie en resultaten
• Soms zonder voorafgaandelijke juridische kwalificatie, vb. betaling van bankrekening
• Soms met voorafgaandelijke juridische kwalificatie, vb. aankoop aandelen boeken als
FVA of geldbelegging? = boeking is anders naargelang hoe je het kwalificeert dus
kwalificatie is nodig.
→Voorbeeld van de
jaarrekening eens
bekijken op
blackboard.
→Geeft een beeld van het vermogen van een onderneming op een bepaald moment = een foto. De
staat van bezititngen en schulden op een bepaald moment.
Activa: geheel van bezittingen en rechte, vd vennootschap
1
, - VA: bezittingen die duurzaam aangewend worden voor de bedrijfsactiviteit. Gedurende een
langere termijn in de VN te gebruiken.
- Vlottende Activa: bestanddelen waarvan men de bedoeling heft deze op korte/middellange
termijn ten gelde te brengen.
Passiva: financieringsbronnen van de VN. Middelen waarmee de VN de bestanddelen aan de actief
kant kunnen verwerven.
- Eigen vermogen: vermogen dat toekomt aan de eigenaar = verschil tussen alle actief
bestanddelen en het vreemd vermogen en voorzieningen = het geheel waar aandeelhouders
recht op hebben.
- Voorzieningen en uitgestelde belastingen: tussen EV en VV: potentiële toekomstige schuld.
- Vreemd vermogen: geleende gelden die terugbetaald moeten worden aan 3rde op korte op
lange termijn.
Resultatenrekening: hoe het resultaat van de balans tot stand komt.
Aanvullende gegevens bij de boekhouding bv. De waarderingsregels en sociale balans = overzicht
aantal tewerkgestelde personen om een beeld te geven of het beleid dat zij voeren een invloed heft
op de tewerkstelling.
2
,2) Bronnen van het BE boekhoudrecht?
- Eerste boekhoudwetgeving dateert van 1975 (thans opgeheven)
- BE wetgeving gebaseerd op Europese Richtlijnen (m.n. Richtlijn 2013/34/EU)
- Wetboek van Vennootschappen 1999 (W.Venn.) ➔Wetboek van Vennootschappen en
Verenigingen 2019 (WVV) (=nieuw wetboek)
- KB 30/01/2001 tot uitvoering W.Venn. ➔KB 29/04/2019 tot uitvoering van het WVV
- Wetboek Economisch Recht (WER): boek 3 vooral relevant
3) Belang van het boekhoudrecht?
- Boekhouding heeft essentiële rol in de maatschappij
1. Beheersinstrument voor bedrijfsleiding: voor eigen processen te kunnen controleren
• Algemene boekhouding: kosten naar hun aard
• Analytische kostprijsboekhouding: kosten volgens hun bestemming → kosten
en opbrengsten per product gaan groeperen om zo te analyseren of producten
winstgevend of verlieslatend zijn en hier beleid naar voeren.
2. Rekenschap en verantwoording
• Bestuur (VNbelang) ≠ aandeelhouder (eigenaar vd VN, heeft individueel
belang en bestuurt normaal de VN niet)
• Verantwoording bij beheer andermans vermogen (van de aandeelhouders) →
aandeelhouders willen weten wat voor investeringen ze gaan doen, welke
beslissingen genomen zijn.
• Bestuur brengt verslag uit aan de algemene vergadering over financiële
toestand vennootschap aan de aandeelhouders (gebaseerd op boekhouding)
• Misleidende of foute informatie kan leiden tot aansprakelijkheidsvorderingen
➔ Vb. Enron schandaal:
een amerikaans
energiebedrijf dat vooral
gas levert, is beginnen
groeien en bood ook meer
aan zoals elektriciteit. Meer
en meer mensen wouden in
de VN beleggen.
In 2001 energiecrisis maar
ondanks deze crisis bleef
Enron winst boeken = raar =
onderzoek begonnen.
Enron had 1000
spookvennootschappen had
opgezet om belastingen te
ontduiken om de boekhouding beter te doen lijken. Aandeelhouders heel wat geld kwijtgespeeld
door foute informatie uit de boekhouding.
3
, →verkoop van Omega
pfarma aan Perrigo en
Mylan wilt in 2015
Perrigo overkopen.
Myland doet een
overnamebod maar
wordt afgekeurd door
Perrigo want bestuur
zegt tegen
aandeelhouders dit bod
is veel te laag, we zijn
veel meer waard. Dus
aandeelhouders
beslissen om dit bod
niet te aanvaarden. → Perrigo heft met omega pharma dan mss toch een kat in de zak gekocht en is
toch niet zoveel waard = foutieve informatie.
3. Bescherming van derden
• Derden die contractuele verplichtingen hebben aangegaan met vennootschap
(bv. leveranciers, banken, klanten): in welke mate kan vennootschap
verplichtingen nakomen? Bv. Als een bank een lening wilt geven moet deze
kunnen inschatten of de VN dit zou kunnen terugbetalen.
• (Potentiële) investeerders: in welke mate kan vennootschap voldoende
toekomstig rendement geven?
→Perrigo had Omega pharma gekocht in 2014, nu rechtszaak hangende omdat Perrigo beweerd dat
Omega Pharma de boekhouding kunstmatig heeft opgefleurd bv. Door te doen alsof opgeslagen
goederen verkocht zijn terwijl dit niet zo was.
4
, ➔ Doorlichtig van de boekhouding kan er ook voor zorgen dat sommige overnames niet
doorgaan.
Ontex, de fransen wilde die aanvankelijk overnemen, maar verlaagd nadat ze de boekhouding
van Ontex onderzocht hadden end it bod is dan niet aanvaard geweest.
4. Sociale relevantie
▪ Werknemers, omgeving
5. Informatie voor de overheid
▪ Belastingen, macro-economische doeleinden
4) Primauteit op het fiscaal recht:
- Boekhoudrecht als gemeen recht voor het fiscaal recht: Je start altijd vanuit de cijfers die
blijken vanuit de jaarrekening voor de belastingen.
o “ ... de fiscale administratie zal de regels van dit besluit met betrekking tot de
waarderingen, de afschrijvingen, de waardeverminderingen en de voorzieningen,
aannemen voor het bepalen van de belastbare basis, tenzij in die mate waarin de
fiscale wetgeving er uitdrukkelijk zou van afwijken...” Eerst dit verslag aan de koning
(Verslag aan de Koning KB 8/10/1976)
o “De belastbare winst, behoudens uitdrukkelijke afwijking door de fiscale wet, wordt
vastgesteld overeenkomstig de regels van het boekhoudrecht” Later deze Cassatie
(Cass. 20/2/1997. Cass; 10 juni 2010)
o Ondertussen in de wetgeving vastgelegd in artikel 24: Wet 17 maart 2019: codificatie
van dit beginsel in art. 24 WIB: waarom toegevoegd? → door wijziging in het
vennootschapsrecht. Aanvankelijk gold de werkelijkezetelleer = VN met een werkelijke
zetel waren onderworpen aan het belgische boekhoudrecht. Nu overgeschakeld naar
statutaire zetelleer = vanaf dat een VN haar statutaire zetel in België is, is deze
onderworpen aan het belgische boekhoudrecht, ongeacht waar de werkelijker zetel is.
5
, In het fiscaal recht wanneer de werkelijke zetel in België is gelegen, is deze
onderworpen aan vennootschapsbelastingen. Stel nu dat we een VN hebben waar het
beslissingscentrum in BE ligt maar het statutaire zetel in het buitenland ligt. Dan is deze
onderworpen aan de Belgische vennootschapsbelasting maar aan het buitenlandse
boekhoudrecht. Dit brengt problemen met zich mee want de BE
vennootschapsbelasting moet vastgesteld worden volgens het Belgisch
boekhoudrecht. De VN met werkelijke zetel in BE en statutaire zetel in buitenland zal
door artikel 24 ook een belgische boekhouding moeten invoeren.
- Voorbeelden primauteit boekhoudrecht:
o Overlopende rekeningen (thema 3)
o Begrip aanschaffingsprijs (thema 4)
o Afschrijvingen over termijn opstalrecht (thema 5)
o Waardevermindering bijkomende kosten aankoop terreinen (thema 5)
o …
- Voorbeelden expliciete afwijking fiscaal recht:
o Aftrekbaarheid vooruitbetaalde kosten voordat wet werd aangepast (thema 3)
o Meegekochtdividend (thema 2)
o Voorzieningen en dubieuze debiteuren (thema 5)
- Voordeel: minder distorsies tussen fiscaal recht en boekhoudrecht
- Gevolgen: wijzigingen boekhoudrecht hebben ook een impact op het fiscaal recht
o Bv. activering van kosten van onderzoek als immateriële vaste activa: niet meer
mogelijk sinds KB 18/12/2015 (art. 91 KB.W.Venn.)
o Fiscale voordelen afhankelijk van activering als immateriële vaste activa ???
o CBN 2016/16, 2016/27
o Zie ook thema 4 en 5
5) Boekhoudrechtelijke verplichtingen:
Wetboek Economisch Recht (WER) (in 2018 gewijzigd op een aantal punten)
1. Toepassingsgebied:
o Boekhoudplichtige onderneming (art. I.5 WER en art. III.82, verruimde definitie vanaf
1/11/2018)
• Iedere onderneming die in België zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
(enkel in België dus iemand die Belgisch is maar in het buitenland een zelfstandige
beroepsactiviteit uitoefent = niet boekhoudplichtig, ook enkel over ondernemingen
die zelfstandig zijn, dus geen werknemers)
• Onderneming ≠ rechtspersoon → natuurlijke personen zijn geen rechtspersonen.
• Niet: bestuursmandaten (het feit dat je een bestuursmandaat uitoefent in een VN,
dit aspect allen maakt u opzich nog niet een boekhoudkundige onderneming.
o Iedere onderneming naar Belgisch recht = VN met statutaire zetel in BE
o Buitenlandse onderneming met in België gevestigde bijkantoren of centra van
werkzaamheden. Cumulatieve voorwaarden (CBN 2018/06 en 2019/02):
• Regelmatig handelingen verrichten die tot maatschappelijke activiteit behoren =
verlengstuk van moederbedrijf (ook administratieve taken)
6
, • Vertegenwoordigd door lasthebber in België die buitenlandse vennootschap t.a.v.
derden kan verbinden (=eigen directie)
• Derden kunnen rechtstreeks handelen met lasthebber in België zonder zich naar
moeder te moeten wenden (moet rechtstreeks zaken kunnen doen met bijkantoor
zonder naar moederbedrijf te moeten wenden)
• Uitzondering: geen autonoom bedrijf (art. 92, §2 W.Venn./ art. 3:1 WVV)
o Begrip bijkantoor ≠ fiscaal begrip “Belgische inrichting” of “vaste inrichting (CBN 2018/06)
➔ Wanneer er geen bijkantoor is in het boekhoudrecht (=geen boekhouding
moeten naleven) kan het nog wel zijn dat we een belgische inrichting hebben in
het fiscaal recht.
Bv. bouw-en constructiewerkzaamheden
Bv. vertegenwoordiger die geen machtiging bezit om namens de vennootschap
overeenkomsten te sluiten. (voor een bijkantoor is dit wel een voorwaarde)
Stel nu dat we een situatie hebben waarbij we geen bijkantoor hebben waardoor
de onderneming geen belgische boekhoudkundige verplichtingen moet naleven,
maar wat als deze onderneming wel een belgische inrichting heeft? Dan zal die
een aangifte moeten indienen en de winst moet berekend worden want hier
kunnen belgische belastingen op betaald moeten worden. Hoe gaan we dit dan
doen? → Artikel 307 van het wetboek inkomstenbelasting dan staat daar in dat er
bij de aangifte formulieren ingediend moeten worden waaronder ook een
jaarrekening. Hoewel er wettelijk gezien mss geen verplichting is om een
jaarrekening op te stellen zal deze deze voor fiscaal doeleinden toch moeten
opstellen.
2. Algemene verplichtingen
I. Boekhouding voeren volgens regels boekhoudwet (‘regelmatige boekhouding’ – enkel
regelmatige boekhouding heeft bewijskracht tov de fiscus)
“Elke onderneming voert een voor de aard en de omvang van haar bedrijf passende
boekhouding en neemt de bijzondere wetsvoorschriften betreffende dat bedrijf in acht.” (art.
III.82 WER)
• Rekeningenstelsel (art. III.84, zesde lid WER) - zie verder bij dubbele boekhouding
• Grotere graad van detaillering bij grotere ondernemingen -MAR (KB 12/9/1983), vb.
individuele klanten-en leveranciersrekeningen
→onderneming verkoopt product aan klant.
Boeken onder actief, onder vorderingen (400). Een
VN die 1000 klanten heeft zal er baat bij hebben een
subrekening toe te voegen per klant. Een kleine VN
zal dit niet doen = passende boekhouding.
7
, II. Inschrijving en boeking van alle verrichtingenin dagboek (art. III.84 WER)
• Papier of geïnformatiseerde systemin (je mag kiezen zolang je je reglementeert aan de
wettelijke voorschriften. Informaticasysteem moet ook de onveranderlijkheid in acht
neemt = zoals op een papieren versie kan je niet me typex werken → verkeerde
verrichting moet gecorrigeerd worden end it moet in het informaticasysteem ook op
deze manier verlopen!)
• Zonder uitstel (=baat bij om zo snel mogelijk de verrichting in te boeken om het goede
overzicht te behouden. Een afschrijving heeft geen relatie met een 3de partij, deze kan
men bv. WEL 1x per jaar doen) , getrouw (telkens een verantwoordingsstuk nodig),
volledig (datum, volgnummer, identificatie van verantwoordingsstuk,..) en naar tijdsorde
(in een bepaalde volgorde)
• Materiële continuïteit, regelmatigheid, onveranderlijkheid(art. III.87 WER)
III. Gedagtekend verantwoordingsstuk (art. III.86, eerste lid WER)
• Intern (bv. inventarisdocument) / extern (bv. factuur, bankuittreksel)
• 7 jaar bewaren (mag langer) / 3 jaar indien geen bewijs jegens derden (art. III.86, vierde
lid WER)
IV. Opstellen van inventaris eenmaal per jaar (art. III.89, §1 WER; art. 92, §1 W.Venn./ art. 3:1
WVV)
• Vaststelling van alle vermogensbestanddelen op een bepaald ogenblik (<-> boeking
verrichting= registratie van bepaalde gebeurtenis/feit) – controleren of al uw activa en
passiva nog aanwezig zijn en of er iets is dat nog geboekt moet worden.
• Op datum van jaarafsluiting
V. Rekeningen aanpassen aan inventaris en opmaken van een jaarrekening (art. III.90, §1 WER; art.
92, §1 W.Venn./ art. 3:1 WVV)
VI. Formaliteiten inzake houden en bewaren van de boekhouding
• Bewaring en archivering boekhouding: 7 jaar (art. III.88 WER)
▪ Origineel / afschrift
▪ Ook software & systemin → toegankelijkheid moet verzekerd worden, moet
gearchiveerde stukken kunnen blijven lezen en overanderlijkheid blijft ook
gelden (CBN 2016/22)
• Uitzondering: in geval van vereffening: 5 jaar (CBN 2011/21; art. 195 W.Venn./ art
2:102 WVV)
→ kosten besparen en de
boekhouding gaan
centraliseren in Polen. Men
gaat dan in alle EU van deze
onderneming een uniform
boekhoudsysteem
implementeren maar alles zal
in Polen gebeuren.
8