Economieën van landen vergelijken:
Bbp: de waarde van alle goederen en diensten die in 1 jaar in een land worden
geproduceerd.
o Gemiddeld inkomen: totaal inkomen:aantal inwoners
Koopkracht: hoeveelheid goederen of diensten die je voor een bepaald bedrag kunt
kopen.
Inkomensongelijkheid
Beroepsbevolking: aantal mensen in land dat kan en wil werken in leeftijd van 15-65
jaar. (vs industrieproducten en diensten en mexico veel minder)
Mexico semi-periferie: gebeid dat tussen centrum en periferie valt
VS centrum: land of gebied met meeste rijkdom en macht
Perfirie: arm achtergeblevengebied afhankelijk van centrum (bv Afrika)
Vs tot centrumland:
Veel grondstoffen (steenkool, ijzererts) industrialisatie mogelijk veel landbouwgrond,
mechanisatie van landbouw groot voedselaanbod
Industrialisatie grote vraag naar werknemers veel immigranten vanuit Europa
uitbreiding infrastructuur.
Internationale arbeidsverdeling: de verdeling van taken in de wereld tussen landen die
grondstoffen en agrarische producten leveren aan landen die daar met veel kennis en
kapitaal industrieproducten maken
Mexico was een kolonie van Spanje
Verhouding van waarde van import en export was niet in evenwicht schulden groeien in
periferie landen = ruilvoetverslechtering, oplossing = zelf opbouwen van industrie
1930 ::; Mexico: opzetten van importvervangende industrie (zelf maken en niet meer
inkopen) bv kleding, frisdranken de basis dingen gingen ze later ook zelf maken
o Monopoliepositie hoge prijzen, lage kwaliteit
o Buitenlandse technologie ingevoerd weer afhankelijk
o Olie gevonden in mexico afhankelijk van export schommelingen in prijs
crisis (schulden niet af kunnen betalen)
o Gunstige vestegingsplaats:
Lage loonkosten
Vrije handel zones belastingsvoordelen
Goedkope laaggeschoolde arbeidskrachten
1944:;;;; mexico lid van de NAFTA (noord american freetrade agreement)
o Mag je vrij handelen.
Groei van export opkomende economie: van oorsprong perifeer land waarvan
de economie en het bbp snel groeien
,Samenvatting §1.3
Verstedelijking: de groei van stedelijke gebieden doordat mensen van platteland naar de
stad gaan (in Mexico en VS hoog)
Bevolkingsspreiding: de verdeling van bevolking over een gebied (beide landen ongelijk)
Bevolkingsdichtheid: het gemiddeld aantal inwoners per km2 (VS hoog)
VS meer ouderen dan in Mexico
Leeftijdsopbouw: de verdeling van de bevolking over leeftijdsgroepen
Verschil in geboortecijfer (Mexico hoger dan VS)
o snellere bevolkingsgroei: toename van bevolking in land of gebied
Demografische transitie
Welvaart laag: sterftecijfer en geboortecijfer HOOG (fase 1)
Stijgende welvaart: betere voeding, hygiëne, medische zorg sterftecijfer daalt
(fase 2)
Toename welvaart: ouders minder kinderen nodig om voor hen te zorgen en
inkomen daling van geboortecijfer (fase 3)
Beide laag (fase 4)
Hispanics: inwoners van vs die oorspronkelijk afkomstig zijn uit midden of zuid amerika
(15%)
Identiteit: het geheel van culturele kenmerken van een groep
Cultuur: datgene dat een groep mensen gemeenschappelijk heeft aan waarden, gewoonten,
opvattingen
Etnische groep: groep die cultuur en identiteit deelt (VS: blanken, Mexico: mestiezen: blanke
vader en indiaanse moeder of andersom, kwart van Mexico)
Vs cultuur, geloof (protestants) bepaald door Engelsen kolonie en Europese migranten
spreken Engels
Mexico cultuur, geloof (rooms katholiek) bepaald door oorspronkelijke indiaanse bevolking
en Spaanse kolonisten spreken Spaans
Cultuur gaan overlappen:
Migratie
Werkplek aan andere kant van grenzen
Geïmmigreerde famieleden
Toerisme
, Samenvatting §1.4
Pushfactoren: redenen om te vertrekken uit een land (armoede, onveilig, weinig werk)
Pullfacoren: redenen om naar een gebied toe te gaan (werkgelegenheid, hoge lonen,
gezondheidszorg)
Hindernissen migratie:
Regelgeving
Bewaking
Natuur (woestijn/rivier)
Geld
Band met familie/streek/dorp
Afstand
Werkgelegenheid: het aantal banen dat beschikbaar is voor de beroepsbevolking in een land
(hoog in de VS, loon ook hoog in de VS)
Legale migratie/ vraag gestuurde migratie: het verhuizen naar een ander land met
toestemming van de overheid (Bracero verdrag)
Geldzendingen: geld dat migranten naar hun familie in het land van herkomst sturen
Illegale migratie: het verhuizen naar een ander land zonder toestemming van de overheid
(nam toe na eindiging Bracero verdrag, 1965) (vraag gestuurde migratie aanbod
gestuurde migratie)
1986 strafbaar om illegale Mexicanen in dienst te nemen, seizoensarbeid deels legaal
daling illegale migratie stijging legale migratie
Getrapte migratie= migratie in tee stappen, eerst eigen land zoeken naar werk en dan
migreren naar VS
Informele sector: economische sector waarin mensen werk doend at niet officieel, dus
zonder contract wordt uitgevoerd en geen belasting erover wordt betaald (mexicanen in VS)
Formele sector: economische sector waarin mensen werken in een officiële baan met
contract waar ze belasting over betalen (sommige migranten met vergunning)
Verdringing op de arbeidsmarkt: het innemen van banen van de bestaande bevolking door
migranten
Etnische spanningen: spanningen tussen diverse culturele bevolkingsgroepen (gevolg van
arme illegale mexicanen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvmaanen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.20. You're not tied to anything after your purchase.