1.1 Beroepshouding
Als je verpleegkundige zorg verleent, heb je een professionele relatie met de zorgvrager:
een zorgrelatie. Een zorgrelatie heeft als doel gezamenlijk te werken aan een optimaal
en zo zelfstandig mogelijk functioneren van de zorgvrager of aan het behouden van zijn
mogelijkheden. In deze relatie staan de wensen en de mogelijkheden van de zorgvrager
centraal. Terwijl je de verzorging uitvoert, praat je met de zorgvrager. Dit doe je om
informatie te ontvangen, informatie te geven en aandacht te geven aan de beleving van
de zorgvrager. Een belangrijk uitgangspunt bij de communicatie is dat de zorgvrager
gelijkwaardig is aan de zorgverlener.
Kenmerken zorgrelatie
De vraag, wensen, gewoonten en mogelijkheden van de zorgvrager zijn
uitgangspunten van de zorgrelatie.
De basis van de relatie is gelijkwaardigheid, in het besef dat de zorgvrager
afhankelijk is.
Er zijn belangrijke grenzen in de zorgrelatie
Als je met de zorgvrager communiceert terwijl je verpleegkundige zorg verleent, let dan
op het volgende.
Vraag de zorgvrager naar zijn wensen en ideeën, mogelijkheden en gewoonten.
Respecteer de mening en de beleving van de zorgvrager.
Houd rekening met de gevoelens van de zorgvrager.
Let op non-verbaal gedrag van de zorgvrager en besteed daar aandacht aan.
Reageer aandachtig en betrokken op de beleving van de zorgvrager.
Toon tijdens de communicatie respect voor de persoonlijkheid van de zorgvrager.
Houd rekening met de privacy van de zorgvrager en je beroepsgeheim.
Bespreek de zorg die je verleend hebt.
Sta open voor opmerkingen over jouw gedrag.
1.1 Visie op zorg:
Een visie is een geheel van ideeën en overtuigingen over wat belangrijk is in een
organisatie. Deze ideeën zijn belangrijk voor het beleid en voor de manier waarop de
zorg verleend wordt.
Voorbeeld; Bewoners van ons verpleeghuis mogen zelf hun dag indelen. Dus Warme
maaltijden komen gekoeld uit de centrale keuken en worden opgewarmd als de bewoner
daar trek in heeft.
In de meeste visies van zorginstellingen staat tegenwoordig de zorgvrager centraal. Dat
betekent dat organisaties uitgaan van de wensen en de behoeften van de zorgvrager.
Ook landelijk wordt nagedacht over visies op zorg. Begrippen als vraaggerichte
zorg, vraag-gestuurde zorg en belevingsgerichte zorg staan tegenwoordig sterk in de
belangstelling.
Vraaggerichte zorg: Een gezamenlijke inspanning van patiënt en hulpverlener die erin
resulteert dat de patiënt de hulp ontvangt die tegemoetkomt aan zijn wensen en
verwachtingen en die ook voldoet aan professionele standaarden.’ ‘Zorg die uitgaat van
de wensen en ervaren behoeften van de cliënt, die in dialoog met de professional tot
stand komt en waarbij de cliënt uiteindelijk beslist.’
Vraag-gestuurde zorg: Gaat een stap verder dan vraaggerichte zorg. De zorgvrager
bepaalt daadwerkelijk het aanbod; er wordt niet alleen richting gegeven aan het
zorgaanbod. De zorgvrager stuurt zijn eigen zorg. Hij bepaalt de inhoud en de organisatie
van de zorg, met het beschikbare budget.
Belevingsgerichte zorg: is beleving die de zorgvrager heeft van zijn situatie, zijn ziekte en
mogelijkheden het uitgangspunt van de zorgverlening.
Bij langdurige zorgverlening is de relatie tussen de zorgvrager en de zorgmedewerker
erg belangrijk. Beiden zijn deskundig: de zorgvrager is ervaringsdeskundige op het
gebied van zorgverlening en het inpassen van gezondheidsproblemen in het dagelijks
leven en de zorgverlener heeft de vakmatige, professionele deskundigheid. De
zorgvrager en zorgverlener bepalen samen de inhoud van de zorg en stellen in
gezamenlijk overleg een plan van aanpak op, op basis van gelijkwaardigheid.
1.2 Zelfregie bij de oudere zorgvrager
Valpreventie: Vallen komt relatief veel voor bij ouderen en zorgvragers met een
beperking en kan grote lichamelijke en sociale gevolgen hebben. Veel organisaties
hebben hun eigen programma’s of protocollen voor valpreventie en er wordt voortdurend
onderzoek naar gedaan.
In de Landelijke Prevalentiemetingen Zorgproblemen (LPZ) worden onder andere de
zorgproblemen vallen en vrijheidsbeperkende maatregelen gemeten. Deze onderzoeken
zijn ook de basis van de kennisbundel Valpreventie. Er werd onderzoek gedaan naar
zorgvragers uit de acute-, chronische- en thuiszorg. Uit dit onderzoek bleek
dat:
bijna 7,8% van de zorgvragers in de laatste dertig dagen gevallen was; bijna één op de
vier vallers vaker dan één keer valt; 44 % van de valincidenten gepaard gaat met letsels.
In de chronische sector vielen vooral zorgvragers met dementie, hart- en vaatziekten,
ziekten van het botspierstelsel en bindweefsel. In de thuiszorg ging het vooral om
zorgvragers met hart- en vaatziekten, ziekte van het bewegingsstelsel, diabetes, ziekten
van de ademhaling, en ziekten van oor en oog. In de acute sector ging het vooral om
zorgvragers met hart- en vaatziekten.
Gevolgen van een valongeval bij ouderen:
Lichamelijke gevolgen; zoals een botbreuk (bij ouderen zijn klachten vaker
blijvend)
Sociale gevolgen; bang om opnieuw te vallen, hierdoor grotere kans op depressie
dit vermindert de mate van activiteit en mobiliteit en zo ook de sociale contacten.
Afhankelijker van medische en sociale voorzieningen. Kan een woningaanpassing of
verhuizing nodig zijn.
Regelmatig de risico’s bij de cliënt en de omgeving inventariseren.
Cliënt, mantelzorger of familie betrekken.
(Bijna-)valincidenten registreren en verbeteracties in gang zetten.
Valpreventieve maatregelen nemen.
Multidisciplinaire samenwerking verbeteren.
1.3Pijn begrijpen
Chronische aandoeningen hebben vaak een grote invloed op het dagelijks leven van de
zorgvragers. De zorgverlening voor deze zorgvragers zal dan ook anders zijn dan die
voor zorgvragers met een kortdurende aandoening die weer geneest. Hier komen een
aantal verpleegproblemen aan de orde die extra aandacht verdienen bij het verlenen van
zorg aan zorgvragers met een chronische aandoening. Pijn is een van de meest
voorkomende verpleegproblemen. Bovendien is pijn van invloed op veel andere
verpleegproblemen. Als verpleegkundige heb je een belangrijke taak in het signaleren en
verhelpen van pijn bij zorgvragers.
Begeleiding bij pijn
Pijn is een signaal van het lichaam dat er iets niet in orde is. Pijn wordt als negatief en
onaangenaam ervaren, maar als we geen pijn zouden voelen, zouden wij geen medische
hulp zoeken. Pijn speelt dus zeker een positieve rol in ons leven.
Wanneer heeft iemand pijn? Dat is een vraag die niemand kan beantwoorden, omdat pijn
een subjectief verschijnsel is.
Het model van Loeser.
Pijn is een subjectief begrip; wat voor de ene persoon erge pijn is, kan voor de andere
slechts lichte of zelfs geen pijn zijn. Omdat alleen de lichamelijke, medische uitleg van
pijn niet genoeg is om het verschijnsel pijn te kunnen begrijpen, gebruiken we het model
van Loeser. Dit laat zien hoe pijngedrag ontstaat en hoe de lichamelijke, psychische en
sociale kanten van pijn met elkaar samenhangen. Het model bestaat uit vier cirkels die
de vier ‘onderdelen’ van pijn voorstellen:
Binnen in de cirkel staat de nociceptie: de waarneming van de lichamelijke
beschadiging.
Als tweede de gewaarwording van pijn: het bewust worden van pijn.
Als derde de pijnbeleving: het emotioneel en lichamelijk voelen van pijn.
Ten slotte het pijngedrag: het gedrag waaraan een ander kan zien dat de persoon
pijn heeft.
Nociceptie en pijngewaarwording
In dit model worden de eerste en tweede cirkel bepaald door het opvangen, voorgeleiden
en gewaarworden van een pijnprikkel. Pijnzenuwen zijn zenuwen die pijnprikkels
overbrengen naar de hersenen. De zenuwuiteinden liggen vooral in de huid, de
slijmvliezen, kapsels van organen en spieren en gewrichten. Als zo’n zenuwuiteinde
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sydneyoolbekkink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.