Les 1: Wat is horen? + Hoofdstuk 2: fysica, anatomie en fysiologie van het gehoor.
Horen is méér dan geluid detecteren met een oorschelp.
Proces: horen-identificeren/herkennen-interpreteren
Geheel van “hoorfuncties”
Audiometrie tracht met behulp van elektronische instrumenten een zo objectief en reproduceerbaar mogelijke weergave te krijgen van de
auditieve functies van de gehoorgestoorde patiënt.
1.1 Fysica
Geluid is een mechanische energie die zich voortplant als een longitudinale golf doorheen een bepaald medium. In vloeistoffen is de
voortplantingssnelheid hoger dan in lucht. Ontstaat wanneer de deeltjes trillen overdracht energie geluidsbron naar medium.
Geluidsintensiteit W/m² met eenheid in decibel (uitgedrukt als relatieve waarde; vergelijking met referentiewaarde).
Referentiedruk 20 μPa.
dB SPL (sound pressure level): verdubbeling van de geluidsdruk is een verhoging met 3dB.
dB(A) niet op alle frequenties tussen 20 en 20 000 Hz even gevoelig, piekgevoeligheid rond 3 000 – 4 000 Hz. Daarom elektrische filter; A-
filter, respons van het menselijk gehoor tracht te imiteren en ervoor zorgt dat de decibelmeting meer conform biedt voor het gehoor.
dB HL (hearing level) in audiogram (fooncurve).
Zuivere toon: geluid opgebouwd uit 1 frequentie, sinusfunctie. <-> natuurlijke geluiden zijn complexe signalen. Fourier laat toe elk complex
signaal te ontleden en terug te brengen tot een samenstelling van sinusoïdale golven.
Impedantie: frequentie-afhankelijke weerstand die dit systeem biedt tegen een opgelegde kracht, druk of spanning. Hoe lager akoestische
impedantie, hoe gemakkelijker de geluidsenergie kan binnendringen, inverse van akoestische admittantie (compliance).
3 belangrijkste componenten:
Wrijvingscomponent (frequentie-onafhankelijk).
Massacomponent (hoe hoger opgelegde frequentie, hoe moeilijker het wordt een bepaalde massa aan deze frequentie te doen
trillen).
Stijfheidscomponent (hoe hoger de frequentie van de opgelegde energie, hoe kleiner de stijfheidscomponent wordt).
1.2 Anatomie
1.2.1 Uitwendig gehoororgaan (auris externa):
1
, Oorschelp heeft een kraakbeenderig skelet dat voor de soepelheid en stevigheid zorgt. Beide oorschelpen zijn
belangrijk voor het horen in het algemeen en het richtinghoren.
Uitwendige gehoorgang (2,7 cm lang) is een halfopen buis en heeft een eigenfrequentie 3148Hz waarbij er
resonantie kan optreden. Het wegvallen van het versterkingseffect van oorschelp en gehoorgang = occlusie-effect.
Boek p.27
Afwijkingen: microtia-anotia (meestal ook nog andere afwijkingen)
1.2.2 Middenoor (auris media) Lucht middenoor = lucht buitenoor door buis van Eustachius.
Trommelvlies is elastisch, maakt scheiding tussen buitenwereld en middenoor.
Middenoor is een verluchte ruimte in het rotsbeen, onderhouden door buis van Eustachius, ook belangrijke
gasuitwisseling via slijmvlies.
3 gehoorbeentjes met m. stapedius en m. tensor tympani. Stijgbeugel doormiddel van ligg. annulare opgehangen in
ovale venster waardoor hij kan trillen.
Functie tympano-ossiculaire systeem: efficiënt overbruggen impedantieverschil tussen lucht en vloeistof die het
binnenoor vult, = transformatorfunctie, door de drukvariaties met een factor 20 te vermeerderen, hefboomsysteem
1,8 maal.
Functie gehoorbeentjes: dempingsfunctie voor trage bewegingen met een grote impedantie ( <20Hz).
Indien middenoor geen transformatoreigenschappen heeft 99,99% van de binnenkomende geluidsenergie
teruggekaatst = transmissie- of geleidingsverlies (bedraagt maximaal 60 dB). Conductive hearing loss = gehoorverlies
dat veroorzaakt wordt door een probleem in de geluidsoverbrenging ter hoogte van het middenoor of het
uitwendige oor; mechanische problemen: oorprop, trommelvliesperforatie, volledige vernieling middenoorstructuren.
Middenoor pathologie: functie van buis van Eustachius:
Ventileren van het middenoor:
Draineren van het middenoor (mucus bij infectie of allergieën)
Dysfunctie buis van Eustachius kan als gevolg hebben:
Otitis Media met effusie (vocht/etter) of “glue ear” (slijm laagje per laagje) zullen buisjes krijgen; diabolo, want anders zal
het trommelvlies bol komen te staan en breekt/scheurt dan open. Krijgt littekens terwijl trommelvlies egaal moet zijn.
Wat werkt de dysfunctie van de buis van Eustachius in de hand (bij kinderen):
Passief roken
Flessenvoeding i.p.v. borstvoeding (zuigreflex buis van Eustachius)
Familiale aanleg
Hoger risico op infecties in kinderopvang
Allergieën, veelvuldige infectie luchtwegen
Schisis
Down syndroom (open mondgedrag)
Gevolgen van glue ear op taal- en spraakontwikkeling
Otosclerosis (probleem met verkalking 40 -50 jaar; beentjesketen gaan verkalken)
Oplossen met een operatie of hoorapparaat. Slecht transport.
2
, 1.2.3 Binnenoor (auris interna) (cochlea en evenwichtsorgaan)
Labyrinth:
Cochlea; omzetting mechanische energie in zenuwprikkels die via de gehoorzenuw (n. cochlearis) naar de
hersenstam en tenslotte de hersenschors worden voortgeleid. 2,5 windingen van basis naar apex.
Scala vestibuli en scala tympani (apex) bevatten perilymfe.
Scala media bevat endolymfe, wordt begrensd door membraan van Reissner en lamina basilaris. Het verschil in
elektrolytensamenstelling in stand gehouden door stria vascularis. Op basilaire membraan orgaan van Corti ( 1 rij
binnenste haarcellen (afferent: naar de hersenstam toe), 3 rijen buitenste haarcellen) verbonden met uiteinden
zenuwvezels die n. cochlearis opbouwen. De haarcellen raken met hun top de membrana tectoria; gelatineuze
massa die vastzit op limbus spiralis. Omgeven en gesteund door steuncellen.
Vestibulum
n. cochlearis:
Type 1: communiceren met binnenste rij haarcellen (afferent; zenuwprikkels van cochlea naar hersenstam) 95%.
Type 2: buitenste rij haarcellen/ganglioncellen bevatten contractiele elementen = basilair membraan vervormen om resonantie-
eigenschappen te wijzigen (efferent).
Boek p.30 -31
Veel moeilijker in te grijpen wanneer het probleem zich in het binnenoor bevindt.
Apex lage frequenties analyseren
Basis hoge frequenties (veel meer gebruikt)
Oudere mensen hogere frequenties verminderd horen (in medeklinkers, explosieven). Helder en traag spreken, luider
spreken helpt niet om de klanken van elkaar te onderscheiden.
Probleem kan genetisch bepaald zijn, haartjes die beschadigd zijn, door medicatie (voor kanker), drugs.
1.2.4 Gehoorzenuw (achter slakkenhuis): overdracht naar centraal zenuwstelsel door Nervus acousticus (N VIII)
n. cochlearis vormt samen met n. vestibularis inferior en n. vestibularis superior de 8e craniale zenuw (n. vestibulocochlearis).
Al deze lopen samen met de 7e craniale zenuw (n. facialis) via de inwendige gehoorgang naar de hersenstam. Deze regio van de
achterste schedelgroeve of fossa posterior noemt men de brughoek of pontocerebellaire hoek.
Perceptief of sensorineuraal gehoorverlies: letsel ter hoogte van cochlea of gehoorzenuw. Naargelang probleem in cochlea of
gehoorzenuw gelokaliseerd, spreken we van een cochleair of sensorieel gehoorverlies, retrocochleair of neuraal gehoorverlies.
Gemengd gehoorverlies: aandoening zowel middenoor als cochlea aantast.
Centraal gehoorverlies: letsel ter hoogte van hersenstam of auditieve cortex.
Mogelijke pathologie: acousticus neurinoma (gezwel/tumor op gehoorszenuw)
Het centraal auditieve systeem:
Klankpatronen worden in de hogere gehoorcentra vergeleken met in het geheugen opgeslagen klankpatronen.
Contextuele informatie
Vermogen om selectief te luisteren naar het geluid/spreker die men wil horen
Gebeurt door verschillen in aankomsttijd, sterkte en klank van een geluid in de afzonderlijke oren
Snelle verwerking van deze klankpatronen in hogere hoorcentra in de hersenen
Helpt alert reageren (verwittigen gevaar)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aagjedebosschere. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $12.49. You're not tied to anything after your purchase.