1. Explaining health behaviour (Dr. Winnie Gebhardt)
Book Morrison and Bennett : Chapter 1, 3, 4, and 5
2. Changing health behavior (Dr. Winnie Gebhardt)
Book Morrison and Bennett : Chapter 6 and 7
3. Health Promotion at the worksite (Dr. Margot van der Doef)
Book Morrison and Bennett : Chapter 7 and 13
Extra reading: see Course Documents on BB Lectures week 3
4. Mechanisms and diagnosis of stress-related symptoms (Dr. Judy Veldhuijzen)
Book Morrison and Bennett: Chapter 8, 11 and 12
Extra reading: see Course Documents on BB Lectures week 4
5. Symptom perception and illness (Prof. Dr. Andrea Evers)
Book Morrison and Bennett: Chapter 9 and 10
6. Psychosocial consequences of, and coping with, chronic disease (Dr. Sasja
Huisman)
Book Morrison and Bennett: Chapter 14 and 15
7. Pain and pain management (Dr. Véronique De Gucht)
Book Morrison and Bennett : Chapter 16
8. Psychological interventions in chronic disease (Dr. Véronique De Gucht)
Book Morrison and Bennett: Chapter 13 and 17
Extra reading: see Course Documents on BB Lectures week 8
, Week 1
Hoofdstuk 1: Wat is gezondheid?
Hoofdstuk 3: Welke voor de gezondheid risicovolle gedragingen zijn er?
Hoofdstuk 4: Welk gedrag vermindert het risico op gezondheidsproblemen?
Hoofdstuk 5: Hoe kunnen beoordeling en interventie binnen de
gezondheidspsychologie plaatsvinden?
Hoofdstuk 1: Wat is gezondheid?
Verschillende perspectieven op gezondheid
Grieken
o Zagen lichaam en geest als geheel
o Schreven ziekte niet toe aan spirituele zaken
o Hippocrates: vier lichaamssappen (zwarte gal, gele gal, bloed, slijm)
Hingen allemaal samen met bepaalde karaktertrekken
Slijm: verbonden met de winter (koud en nat), grote
hoeveelheid → kalm temperament
Bloed: verbonden met lente (nat en warm), grote hoeveelheid
→ optimistische persoonlijkheid
Gele gal: verbonden met de zomer (warm en droog): grote
hoeveelheid → boos temperament
Zwarte gal: verbonden met de herfst (koud en droog): grote
hoeveelheid → verdriet
Als de sappen in balans zijn is de persoon gezond
o Lichamelijke factoren konden ook van invloed zijn op de geest
o Galen: lichaamssappen zijn ook verantwoordelijk voor bepaalde
ziekten
De geest zou geen rol spelen in het ontstaan van ziekten
o Etiologie: het ontstaan van een ziekte
Middeleeuwen
o Gezondheid werd weer gezien als een functie van spiritualiteit
o Men had weinig controle over hun gezondheid
Renaissance
o Veel aandacht voor individueel denken en doen
o Ziekten kregen organische en fysiologische aandacht
Dualisme: lichaam en geest zijn van elkaar gescheiden, maar er is wel
interactie mogelijk via de pijnappelklier
o Mechanisme: het lichaam is een machine
Gedrag is te reduceren tot het fysiek functioneren van het
lichaam
Basis voor het biomedische model
Biomedisch model / reductionisme
o Ziektesymptomen hebben een pathologie als oorzaak
o Ziektesymptomen kunnen verholpen worden met een medische
behandeling
o Lichaam, geest en menselijk gedrag kunnen worden gereduceerd tot
het niveau van cellen, neurale activiteit en biochemische activiteit
, o Ontleden en autopsie werden geaccepteerd door de kerk → groei
medisch inzicht
Biopsychosociaal model
o Gebaseerd op de aanname dat er een type materie bestaat die je op
twee manieren kunt bestuderen
Subjectieve manier
Objectieve manier
o Houdt rekening met
Fysieke aspecten
Sociale aspecten
Psychologische aspecten
Culturele aspecten
Freud
o Onbewuste conflicten zouden fysieke problemen veroorzaken
Zouden we nu psychosomatisch noemen
o Gezondheid is meer dan de afwezigheid van een ziekte
Het individuele gedrag speelt ook een rol
Gedrag, dood en ziekte
Levensverwachting is omhoog gegaan
o Medicijnen
o Vaccinaties
o Ontwikkelingen in het onderwijs
o Agricultuur
Infectieziekten komen minder vaak voor
Nu zijn vooral kanker-, hart-, long- en leverziekten doodsoorzaken
o Roken
o Alcohol
o Slecht dieet
o Zittende leefstijl
Incidentie: het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid
Prevalentie: hoeveel mensen aan een bepaalde ziekte lijden op een
bepaald moment
Epidemiologie: de leer van het ontstaan en het verloop van ziekten
Individuele, culturele en levensduur perspectieven op gezondheid
Gezondheid en gezond gedrag kunnen verschillen per cultuur, geslacht,
leeftijdscategorie
Jongeren en gezonde mensen beschrijven ‘gezondheid’ vaak als niet ziek
zijn
Ouderen en zieke mensen beschrijven ‘gezondheid’ vaak als afwezigheid
van symptomen en ziekte
Perspectieven van gezondheid
o Niet ziek zijn
Geen symptomen
Geen bezoekjes aan dokter
, o Reserve
Gezond gezin
Snel herstellen
Denken dat je ongezond gedrag wel aankan
o Gedrag: wanneer het om anderen gaat
o Fysisch fit en vitaal zijn
Vaak door jongeren, vooral mannen
Mannen: gevoel van fit zijn
Vrouwen: vol met energie zijn
o Psychosociologisch welzijn: je goed voelen
o Functie: in staat zijn om te werken en te kunnen doen wat je wilt
WHO: gezondheid is een staat van fysiek, mentaal en sociaal welzijn en het
afwezig zijn van ziekte
o Socio-economische en culturele invloeden missen hierbij
Ontwikkelingstheorieën
Het ontwikkelingsproces is een functie van de interactie tussen drie
factoren
o Learning: relatief permanente verandering van kennis, vaardigheid
of bekwaamheid als een resultaat van ervaring
o Experience: wat we doen, zien, horen, voelen en denken
o Maturation: gedachtes, gedrag of fysische groei, toegeschreven
aan de genetische bepaalde volgorde van ouder worden en niet aan
ervaringen
Erikson: acht ontwikkelingsfasen die te maken hebben met het
ontwikkelen van een beeld en karakter m.b.t. gezondheid, op te delen in
vier punten
o Cognitief en intellectueel functioneren
o Taal- en communicatievaardigheden
o Begrip van ziekte
o Gezondheidszorg en het behouden van gezond gedrag
o Fasen
1. Vertrouwen (0 – 1.5 jaar)
2. Autonomie (1.5 – 3 jaar)
3. Initiatief (3 – 6 jaar)
4. Competentie (6 jaar – puberteit)
5. Identiteit (adolescentie)
6. Intimiteit (jongvolwassen)
7. Productiviteit (middelbare leeftijd)
8. Tevredenheid (ouderdom)
Piaget: cognitieve ontwikkeling
o Sensorimotorische fase
0-2 jaar
De wereld begrijpen door sensaties en beweging
Nog geen symbolische gedachten
Beperkte taalvaardigheid
o Pre-operationele fase
2-7 jaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marenthevh. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.06. You're not tied to anything after your purchase.