– internationaal privaatrecht:
verwijzingsregels -> gaat bepalen welke recht bevoegd is in een bepaald geschil en met welk
recht je dat geschil moet oplossen
– volkenrecht (internationaal publiekrecht) :
Regelt een houding tussen staten -> staat / staat
staat / internationale instellingen inrichting en werking int. instellingen
➔ Raad van Europa: voor ons belangrijkste instelling
Grondwet:
-> meest fundamentele wetgeving
-> Voor iedereen bindend: zowel voor burger als overheid
-> een basisovereenkomst tussen de burger en de overheid
-> bepaalt in grote lijnen hoe de staat bestuurd wordt, met andere woorden hoe de instellingen
(het parlement, de regering, de rechtbanken,) georganiseerd zijn en hoe de burgers zich tot die
instellingen verhouden
-> bepaalt wie bevoegd is om wetten te maken en wie bevoegd is om die wetten uit te voeren
en in concrete gevallen toe te passen
-> bepaalt ook welke rechten de burger kan laten gelden ten aanzien van de overheid (vrijheid
van meningsuiting, vrijheid van onderwijs,)
-> bestaat uit rechtsregels
De Grondwet is een geheel van fundamentele rechtsregels die:
A. De werking en organisatie van de instellingen bepalen
B. De verhouding bepalen tussen de instellingen en de burger
C. De verhouding bepalen tussen de instellingen onderling
➔ De grondwet kan in België maar gewijzigd worden als specifieke procedureregels
worden nageleefd
• fundamentele rechtsregels
- inhoudelijk:
• Structuren en werking van staatsorganen -> inrichting en werking van de staat
• Bescherming van rechten en vrijheden
- gewone wetgever niet bevoegd
7.02.1831 -> hierop werd de grondwet officieel afgekondigd, goedgekeurd
,Grondwetsherzieningen : kiesrecht
• 1893 algemeen meervoudig stemrecht -> belasting betalen voor te mogen stemmen
• 1921 algemeen enkelvoudig stemrecht
Grondwetsherzieningen: stemrecht
Eerste verkiezingen en er was enkel stemrecht voor de meest vermogende Belgen. De lage
klassen hadden uiteindelijk ook iets te zeggen na enkele opstanden. Uiteindelijk kregen de
mannelijke arbeiders een stemrecht. Ze kregen 1 stemrecht. De meer vermogenden kregen
meerdere stemrechten afhankelijk van diploma, vermogen...
20ste eeuw
➔ Vanaf de tweede wereldoorlog gebeurde er een aantal belangrijke zaken in België
➔ België was eerste land dat industirele revolutie introduceerde
➔ Na wereldoorlog: nieuwe industriën, havens die zich ontwikkelen
➔ België behoorde tot 1 van de 5 meest welvarende landen
Het gebruik van de in België gesproken talen is vrij
1873-1962
➔ Door de Taalwetten worden het Nederlands, het frans en het Duits als officiële talen
erkend
1960
➔ Zware staking langs Waalse kant. Vraag van Walen om economisch zelfstandig te
beslissen
Terugkeer Leopold
➔ Nationaal referendum: mensen konden voor het eerst zelf beslissen of ze Napoleon
terug als koning wouden. De Walen gingen zich hiertegen verzetten
Staatstaal:
➔ Frans was de officiële staatstaal. Frans werd gezien als beter dan Nederlands. Hierdoor
spraken steeds meer Belgen, Frans (de verfransing van België). De universiteit van
Leuven was uiteindelijk ook verfranst
1963
➔ Vastlegging van de taalgrens en de taalgebieden, 27 gemeenten aan weerskanten van
de taalgrens krijgen een bijzonder taalstatuut, de zogenaamde faciliteiten
,1993
➔ België is een federale staat
Frans schuift op in noordelijke richting
Dia 12, 13,14,15 niet kennen
Grondwetsherzieningen : staatshervorming (2)
• 2000 Lambermontakkoord 5e staatshervorming -> gaat over financiën
– strikt genomen geen wijziging Grondwet: bijzondere wetten
• 2012 Vlinderakkoord 6e staatshervorming-> noemt zo door het strikje van Elio dieroepo ->
het politieke akkoord rond de zesde staatshervorming in België
Het Egmonpact
➔ De faciliteiten, recht om het frans te gebruiken aan de Vlaamse kant -> gelde enkel
voor de huidige bewoners en niet voor de toekomstige bewoners
➔ Werd een uitdovend recht
➔ Elke deelstaat heeft zijn eigen financiële bevoegdheid na een tijde wat in het begin
niet zo was
De staat
De staat constitutieve elementen:
Wat heb je nodig om over een staat te kunnen spreken?
I. Grondgebied
II. Bevolking
III. Gezag
Bevolking
➔ Onderhorigen
➔ Apatride (=staatloos)
➔ Bipatride (=dubbele nationaliteit)
➔ Vreemdelingen
➔ Minimumrechten
➔ Preferentiële rechten
➔ Toegang tot het grondgebied -> als belg kan je probleemloos binnen komen, als niet
belg zal je een visuum nodig hebben
➔ Uitwijzing
➔ Uitlevering van mensen aan andere landen
➔ Asielrecht -> ontstaan in de middeleeuwen door scheiding van wereldlijke en
katholieke kerk
, De uitlevering houdt in dat er op grond van een tussen twee staten afgesloten verdrag,
wordt overgegaan tot de overbrenging van :
• een verdachte
• een reeds veroordeelde persoon (executie-uitlevering) bij beslissing van de Minister
van Justitie.
Tussen EU-lidstaten wordt gebruik gemaakt van een Europees aanhoudingsbevel en
spreekt men niet langer van een uitlevering maar wel over een overlevering.
De beslissing omtrent de overlevering is uitsluitend een rechterlijke bevoegdheid
Overlevering -> binnen de Europese Unie
Uitlevering -> buiten de Europese Unie
Regeren -> vooruitzien
Soevereiniteit
➔ Souverein= de absolute heerser uit de middeleeuwen
➔ baas in eigen land
➔ eigen beslissingsmacht
➔ niet houden aan regels die anderen je opleggen
Georganiseerd gezag
• regeert en bestuurt
• interne soevereiniteit (=volkssoevereiniteit, kan alleen door het volk worden uitgeoefend)
• externe soevereiniteit (=erkenning van internationaal recht door staten)
De staat: ontstaan en einde
Het onstaan van een staat
• historisch feit
➔ Opgenomen worden in de club van landen
➔ Ontstaan door andere staten
Het einde
➔ Splitsing in verschillende staten
➔ Opslorping door een andere staat
Fundamentele rechten
• onafhankelijkheid
• recht op zelfbehoud
• recht op waardigheid
• recht op gelijkheid
• recht op immuniteit
Staatsvormen
➔ graad van individuele vrijheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller victoiregarcia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.21. You're not tied to anything after your purchase.