Dit is een korte samenvatting van wat er het belangrijkste was bij de oefeningen van fiscaal recht. Dit vak wordt in het tweede jaar gegeven op KdG in de richting Financie- en verzekeringswezen. Deze samenvatting is geschreven in eerste zittijd van het academiejaar .
1. Kan je die persoon wel ten laste nemen:
- descendenten: kinderen, kleinkinderen (tot in het oneindige verder naar beneden op de stamboom),
pleegkinderen, adoptekinderen
- ascendenten: ouders, grootouders (ook weer tot in oneindige maar naar boven op stamboom),
schoonouders
- zijverwanten tot de 2e graad (= broer of zus)
2. Deel uitmaken van het gezin op 1/1/AJ
- Je moet domicilie hebben op dat adres van de persoon waarvan je ten laste zou zijn, dus op kot
ziten is geen probleem.
3. Geen inkomen ontvangen die voor de belastngplichtge een beroepskost is.
- Als je bij je zelfstandige moeder werk = BK voor je moeder als zij je een inkomen geef.
- MAAR: vb je werkt bij een BVBA waarvan je moeder/vader bedrijfsleider is en je werkt daar als
jobstudent dat is geen probleem want een BVBA is een aparte rechtspersoon.
LET OP: als die BVBA jou ook bedrijfsleider maakt (voor toekomstge bedrijfsovername vb.) en
als je dan als kind van BRUTO meer dan 2000 € verdient en als dit meer is dan 50% van het
belastbare inkomen van dat kind. (wel uitzondering voor onderhoudsuitkeringen, deze tellen niet
mee voor die helf te berekenen)
4. Onvoldoende bestaansmiddelen
- de algemene regel voor gehuwden, berekend voor KINDEREN = 3270
- alleenstaanden met kinderen/feitelijk samenwonenden : 4720
- voor anderen (dus niet kinderen) is de regel sowieso 3270 zelfs als die alleenstaand is.
HOE BEREKEN JE DE BESTAANSMIDDELEN:
BEROEPSINK DIVERS ONROER ROERE
OMSTEN E ENDE NDE
INKOMS INKOMS INKOMS
TEN TEN TEN
BRUTO
ONTVANGSTEN
- VRIJSTE
LLING
BRUTO
BESTAANSMIDDELEN
, - KOSTE
N
(20%)
NETTO
BESTAANSMIDDELEN
HET TOTAAL VANONDER VAN ALLE NETTO BESTAANSMIDDELEN MOET DUS MINDER ZIJN DAT 3270 OF
4720.
JE MOET DUS ALLE 4 DE VOORWAARDEN NAGAAN EN KIJKEN OF ZE ALLEMAAL OK ZIJN
ALS ER 1 NIET OK IS IS HET KIND OF DE OUDER NIET TEN LASTE !
Opm.
- De OI en de RI mag je alleen meetellen voor te zien of het kind ten laste is indien het kind
MEERDERJARIG is.
DE VRIJSTELLINGEN:
Staan op gelijst op pg 55 in het handboek: er is een verschil tussen volledig vrijgesteld wat het geen
bestaansmiddelen maakt en dan moet je ze ook niet vermelden in je schema. Sommigen zijn gewoon voor een
deel vrijgesteld dan zet je gewoon bij vrijstelling het bedrag van de vrijstelling deze bedragen staan ook in de
lijst met geïndexeerde bedragen.
Voor sommige vrijstellingen vb. voor BP met ouders in huis moet je kijken naar hoe oud die ouders zijn want als
ze 65+ zijn dan hebben ze een vrijstelling op hun pensioen van 26300.
Indien je WERKSTUDENT bent heb je GEEN vrijstelling van 2720 !!!
DE KOSTEN
Beroepsinkomsten: De kosten zijn altjd 20% bij de BI tenzij het bedrag minder is dan 450 dan doe je gewoon –
450 en als de BBM minder zijn dan 450 trek je gewoon alles af je gaat dus niet onder nul.
Diverse inkomsten: gewoon min 20%, hier zit geen minimum op van 450.
Onroerende inkomsten: Enkel dus opnemen als het kind/ of wie je ook ten laste zal nemen (vb broer of zus)
MEERDERJARIG IS. De kosten berekening is hier heel wat ingewikkelder:
LET OP: Als het onroerend goed waarover je aan het beslissen bent in de gemeenschap zit van de 2 ouders die
je vb ten laste neemt dan deel je de huur door 2 voor je berekend want dan moet je dat schema voor de 2
ouders maken. Ook het KI zal je door 2 delen indien beide ouders evenveel eigenaar zijn van het pand
waarover men spreekt. op het einde van de berekening bij 2 ouders ten laste of niet moet je in dat schema
, wel de 2 NBM samen tellen en vergelijken met 3270. (enkel 3270 omdat het gaat om OUDERS niet om
KINDEREN)
2. HOE DOE JE EEN AANGIFTE
- Je vermeld telkens de eerste 4 cijfers van de code, je schrijf voor gehuwden enkel de man kant (=
code met een 1)
Stel 1 mevrouw is zelf gehandicapt dan moet je de code voor een gehandicapt persoon vermelden maar dan
met een 2 van voor in plaats van een 1.
- Indien het kind of andere persoon niet ten laste is vul je die ook NIET in in de aangife !
- Bij feitelijk samenwonen vul je sowieso de 1 kant in dus de codes met een 1, bij feitelijk
samenwonen of bij een scheiding moet je ook beslissen waar de kinderen ten laste zijn kan
maar bij 1 persoon zijn dus alle kinderen zijn van 1 persoon ten laste dat kan niet anders !
3. HOE BEREKEN JE DE BELASTINGVRIJE SOM ?
BASIS: hangt af van je inkomsten als BP slide met bedragen (met afouw regeling)
TOESLAGEN:
- Kinderen = schema in slides en per kind gaat het bedrag omhoog
- Gehandicapte kinderen = 1580 per gehandicapt kind telt dus eigenlijk dubbel van 1 kind
- Indien je een ouder ten laste neemt: 3160 per ouder
- Indien je alleenstaand bent met kinderen ten laste (maar dus echt alleenstaand niet feitelijk
samenwonend met nieuwe vriend ofzo) 1580
- Indien je alleenstaand bent en je hebt een kind ten laste en je hebt een laag loon: maar laag is
sowieso als je minder hebt dan 15320 jaarlijks toeslag is dan 1020 maar als je loon hoger is dan
15320 en minder dan 19410 dan is er een afouwregeling
FORMULE: 1020 * 19410 – wat je verdient/19410 – 15320 (dan is de uitkomst daarvan de toeslag
die je krijgt)
OP de belastngvrije som laat je dan de schijven los (zijn andere dan de normale schijven van de gewone
personenbelastng) en dan weet je wat je van belastngkortng krijgt.
DEEL 2: VAK 3
1. BASISSCHEMA
NUMMER SOORT AANGIFTE OI (per jaar)
1. Eigen woning / /
2. Eigen prof gebruik X105: KI 0
3. Private verhuur X106: KI OI = GKI *1,4
4. Prof verhuur X109:KI Netohuur
X110:Brutohuur
Controle: die netohuur moet minstens gelijk zijn aan GKI *1,4 en indien GKI*1,4 hoger is dan de netohuur
neem je GKI*1,4 op in je OI ipv netohuur.
GKI= KI * 1,7863 en dan AFRONDEN dan pas *1,4 doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studentkul1998. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.79. You're not tied to anything after your purchase.