Inhoudsopgave
Persoonlijkheidsstoornissen en Bordeline...........................................................................................3
Collitis Ulcerosa....................................................................................................................................5
Epilepsie................................................................................................................................................7
Anesthesie............................................................................................................................................10
Ziekte van parkison............................................................................................................................12
Syndroom van down...........................................................................................................................15
Alzheimer............................................................................................................................................17
mamma carcinoom.............................................................................................................................21
Ontwikkeling adolescent....................................................................................................................27
intensieve zorgvrager.........................................................................................................................28
Pre operatieve zorg.............................................................................................................................28
Post operatieve zorg............................................................................................................................29
Signaleringsplan.................................................................................................................................31
Leefstijladvies.....................................................................................................................................32
Rapporteren........................................................................................................................................33
begeleidingsmethodiek en Triple c....................................................................................................34
MDO....................................................................................................................................................36
Sociale kaart........................................................................................................................................36
Rouw en verlies bij ouders.................................................................................................................37
Family centered care..........................................................................................................................38
Palliatieve/ terminale zorg.................................................................................................................39
Andere culturen..................................................................................................................................41
Zorgvrager met de ziekte van parkinson..........................................................................................46
zorgvragers met epilepsie...................................................................................................................48
Zorgvragers met bordeline................................................................................................................49
Zorgvragers met een mammaca........................................................................................................50
Zorgvragers in de adolescentieperiode..............................................................................................50
Prentale diagnostiek...........................................................................................................................53
Overbelaste mantelzorger..................................................................................................................54
Voedings- en vochtpatroon/ dehydratie............................................................................................54
Meetinstrumenten...............................................................................................................................55
klinisch redeneren..............................................................................................................................60
EWS.....................................................................................................................................................63
Bordeline/leverfalen............................................................................................................................64
Palliatieve fase.....................................................................................................................................66
DE STUDENT GEEFT EEN DEFINITIE VAN PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN
EN KAN VERSCHILLENDE VORMEN MET BIJBEHORENDE KENMERKEN
BENOEMEN
Een persoonlijkheidsstoornis is een psychische aandoening waarbij iemand zich anders gedraagt dan
de maatschappij van die persoon verwacht. Iemand met deze stoornis heeft vaak last van starre en
negatieve trekken, heftige emoties en problemen met het onderhouden van sociale contacten. Vaak
loopt iemand vast in het dagelijks leven.
Verschillende vormen persoonlijkheidsstoornissen:
Persoonlijkheidsstoornis cluster A (vreemd of excentriek (afwijkend) gedrag):
- Paranoïde-persoonlijkheidsstoornis (wantrouwen jegens andere mensen, achterdochtig)
- Schizoïde persoonlijkheidsstoornis (weinig behoefte aan contact met anderen)
- Schizotypische persoonlijkheidsstoornis (isoleert van anderen, afwijkend gedrag vertoont
en onconventionele opvattingen heeft)
Persoonlijkheidsstoornis cluster B (theatraal, emotioneel of grillig gedrag):
- Antisociale persoonlijkheidsstoornis (antisociaal gedrag, roekeloos, agressief,
prikkelbaar, impulsief en onverschillig overkomen, rekening houden met andere is lastig)
- Borderline persoonlijkheidsstoornis (sterke stemmingswisselingen, moeite met stabiele
relaties en bang om in de steek gelaten te worden)
- Theatrale (histrionische) persoonlijkheidsstoornis (staat graag in het middelpunt,
spontaan, charmant en sociaal en bent erg aanwezig, je dikt je gevoelens aan)
- Narcistische persoonlijkheidsstoornis (vindt zichzelf beter dan anderen, vertoont
egoïstisch gedrag, is dominant en wil bewonderd worden, gebrek aan
inlevingsvermogen)
Persoonlijkheidsstoornis cluster C (gespannen of angstig gedrag)
- Vermijdende persoonlijkheidsstoornis (niet prettig om onder de mensen te zijn, voel je
minderwaardig, gevoelig voor kritiek of bang voor een negatief oordeel)
- Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis (overmatig afhankelijk opstelt, er is niet genoeg
zelfvertrouwen om zelf iets te ondernemen of beslissingen te nemen en er is constant de
bevestiging van geruststelling van anderen nodig)
- Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis (ervaren een sterke drang om alles onder
controle te hebben, voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos uit te voeren
vaak zonder enige emotie)
https://www.parnassiagroep.nl/uw-probleem/wat-is-een-persoonlijkheidsstoornis
KAN EEN ZIEKTEANALYSE VAN BORDERLINE (BPS) MAKEN WAARBIJ
OORZAKEN, SYMPTOMEN, BEHANDELING EN PROGNOSE UITGEWERKT ZIJN
EN DIT TOEPASSEN OP EEN CASUS
Bps is een borderline persoonlijkheidsstoornis, dit is een psychiatrische aandoening die
iemands dagelijks functioneren erg kan beperken. Iemand lijdt dan aan emotionele
instabiliteit, gedragsstoornissen en is doorgaans vatbaar voor problemen in relaties met
anderen, zowel privé als professioneel. Je kunt het herkennen door: instabiliteit in de
menselijke relaties, emotionele labiliteit, verstoord zelfbeeld en impulsiviteit.
Wat voor ziekte gaat het?
Bps, borderline persoonlijkheidsstoornis.
, Symptomatologie
Sterke stemmingswisselingen en voel je je erg instabiel, je kunt opeens heel kwaad zijn en
het andere moment weer heel vrolijk of somber. Je kunt impulsief reageren. Iemand met
borderline is ontzettend bang om in de steek gelaten te worden.
Etiologie
Combinatie van erfelijke aanleg en gebeurtenissen in de jeugd.
Pathologie en pathofysiologie
De belangrijkste biologische factor is aanleg. Impulsief gedrag, heftige emoties en
stemmingswisselingen kunnen in aanleg aanwezig zijn. Dit heeft te maken met de
verwerking van prikkels in de hersenen.
Diagnostiek
De diagnose borderline wordt vastgesteld door eerst een uitvoerig onderzoek te doen
doormiddel van een psychodiagnostisch onderzoek. Dit onderzoek wordt afgenomen door
ene psychodiagnostisch medewerker die u een aantal vragenlijsten voorlegt.
Therapie
- Sociaalpsychiatrische begeleiding, leer je hoe je kunt leven met borderline deze
begeleiding is er ook voor familie en vrienden.
- Dialectische bedragstherapie (DGT)
- Mentalization Based Treatment (MBT), gedrag kunnen begrijpen en verklaren
- Schema focused therapie (SFT), cognitieve gedragstherapie die mensen met bps kan
helpen hardnekkige patronen van denken, voelen en doen te veranderen.
- Transference Focused Psychotherapie (TFP), richt zich op conflicten in relaties en de
snelle wisselingen in het beeld van iemand op zichzelf en van andere heeft.
- Acceptance en commitment therapie (ACT), leren mensen met bps om zich te richten
op dingen die zij kunnen beïnvloeden, zoals hun eigen gedrag, in plaats van controle
porberen te krijgen over dingen die zij niet kunne beïnvloeden, zoals emoties en
gedachten.
Prognose
De stoornis is ernstig en complex, circa 10 procent overlijdt al gevolg van zelfdoding. Toch
blijkt de prognose ook weer niet voor iedereen slecht, na het veertigste jaar gaat het met de
helft van de patiënten zoveel beter dat zij niet meer aan de DSM-criteria voor de stoornis
voldoen.
Verpleegkundige relevantie:
6 basisprincipes als leidraad in de benadering:
1. Actief zijn: vertrouwen geven dat je betrokken en geïnteresseerd blijft
2. Verantwoordelijkheid tonen en de patiënt motiveren om verantwoordelijkheid te nemen
voor het eigen gedrag
3. Tegelijk authentiek zijn als wel professioneel blijven: jezelf zijn in het contact maar tevens
weten waar professionele grenzen liggen en deze respecteren en bewaken
4. Steunen en perspectief bieden: borderline patiënten kunnen verbetering verwachten
wanneer zij een actieve rol gaan aannemen. Daarbij kunnen ze rekenen op steun van de
hulpverlener.
5. Bedachtzaam zijn; verdraag de hevige emoties van de patiënt en blijf reflecteren op zijn
gevoelens door een houding van “niet weten” aan te nemen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller willemijnkorteschiel2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.