100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting methoden en technieken 1 kwantitatief tentamen en hoorcolleges en extra info over het kwalitatieve interview (9 gehaald) $8.65   Add to cart

Summary

Samenvatting methoden en technieken 1 kwantitatief tentamen en hoorcolleges en extra info over het kwalitatieve interview (9 gehaald)

1 review
 40 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting is genoeg uitgebreid en bevat alle stof die je moet weten voor het kwantitatieve tentamen van methoden en technieken 1. Hiervoor is het boek Methoden en Technieken van Onderzoek in de Criminologie (8e druk) (Bijleveld) en Kwalitatieve Methoden en Technieken in de Criminologie (3e ...

[Show more]

Preview 4 out of 78  pages

  • Yes
  • February 3, 2024
  • 78
  • 2023/2024
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: lauragroot-zevert • 5 months ago

Translated by Google

Very extensive! very nice, thank you:)

avatar-seller
Probleem 1
1. Wat is wetenschappelijk onderzoek?
(Bijleveld)
Wetenschap
Wetenschap moet in ieder geval rationeel zijn en streven naar de waarheid.
Als je nadenkt over wat wetenschap is komen er enkele begrippen op. Ten eerste zoeken
wetenschappers naar de waarheid, alleen wordt deze over de tijd achterhaald en aangevuld, dus is
het niet zo’n hard begrip. Daarnaast moet wetenschappelijke waarneming objectief zijn, dat wil
zeggen dat wetenschap niet gekleurd mag zijn door de persoon van de onderzoeker. Dat is lastig te
meten en wat dat precies is, is ook lastig vast te stellen, dus we nemen vaak genoegen met
intersubjectiviteit, wat betekent dat het goed genoeg is als verschillende wetenschappers tot
hetzelfde subjectieve oordeel komen. Daarnaast heb je rationaliteit, wat betekent dat we eisen dat
de theorieën waarmee we fenomenen verklaren rationeel zijn, bepaalde regels volgen en uit logische
redenaties zijn opgebouwd.
symbolisch interactionisme  mensen zijn middels symbolen met elkaar verbonden. Onderzoekers
kunnen alleen menselijk gedrag begrijpen als ze de symbolen waarmee mensen interacteren
begrijpen. Dat kan door participerende observatie  onderzoek met vooropgezette ideeën over het
antwoord is niet handig, je moet daarom in de rol van de onderzochte kruipen om de interacties
daarvan te begrijpen.
neopositivisme  als je toetst of de basisuitspraken van onderdelen van wettenschappelijke
theorieën waar zijn of niet, kun je voorspellen hoe waarschijnlijk het is dat uitspraken op basis van
die theorie kloppen
kritisch rationalisme (tegenpool n) (Popper)  absolute kennis bestaat niet, je kan alleen zeker
weten dat iets niet waar is. Het gaat dus om falsificationisme, kijken of je een theorie kan falsifiëren.
Anders is een theorie voorlopig waar, niet waar. Hierbij is alleen interesse in empirisch onderzoek:
onderzoek naar uiterlijk waarneembare fenomenen, het moet te registeren zijn.

6 typen onderzoeken
Afhankelijk van de vraagstelling of de mogelijkheden om aan gegevens te komen kan het onderzoek
anders ingericht worden. Zo heb je verschillende soorten onderzoek:

1. Micro vs macro (vs meso): geen micro-vraag met macro-onderzoek beantwoorden
o Micro: kleine eenheid, individu
o Meso: combi, bepaalde regio of groep, zit tussen macro en micro in
o Macro: groter geheel, staat
Niveauprobleem komt voor doordat criminologie vanuit verschillende disciplines verklaard kan worden
2. Longitudinaal vs cross sectional:
- Longitudinaal: een onderzoek waarin twee metingen die elk een verschillend moment
representeren voorkomen. Het is een onderzoek dat zich over de tijd uitstrekt.
- Prospectief longitudinaal: elk jaar bij dezelfde respondent een vragenlijst afnemen en met
onderzoekssubject meelopen.
- Retrospectief longitudinaal: iemand van 24 wordt gevraagd wat er gebeurde toen hij 10, 12, 14
was, dus je vraagt achteraf aan de respondent om eerdere gegevens te produceren. Dit is
effectiever omdat je veel minder metingen moet doen. Wel minder krachtig, want
geheugenverlies gevoelig, neiging om gebeurtenissen logisch te ordenen en onderzoek naar
historische populatie kan niet .
- Cross-sectioneel: er wordt niet naar verandering gekeken maar naar één moment in de tijd
3. Etnografische studie vs survey vs experiment
- Etnografie: bepaalde groepen mensen onderzoeken (onderzoek attitudes van doelgroep)
- Survey: grootschalige bevraging van een groep personen, met als doel bepaalde kenmerken in
die groep te beschrijven.

1

, - Experiment: opzet in een laboratorium waarbij groepen met of zonder interventie worden
vergeleken
4. Kwalitatief vs kwantitatief
- Kwantitatief: op zoek naar de hoeveelheid van een verschijnsel. Gebruik van meetinstrumenten
en vragenlijsten  theorie wordt vertaald naar concrete waarnemingen of vragen  d.m.v.
statistiek, enquêtes en grote populatie, het is toetsbaar en generaliseerbaar  voorbeeld
methoden:
 Survey: grootschalige bevraging van een groep personen, met als doel bepaalde kenmerken
in die groep te beschrijven en te relateren met andere kenmerken.
 Experiment: opzet in een laboratorium waarbij groepen met of zonder interventie worden
vergeleken
- Kwalitatief: opzoek naar het hoe van een bepaald verschijnsel. Gebruik van open interviews en
participerende observatie (resultaten in woorden)  flexibele methodes, ongestructureerde
interviews. Scepcis tegenover ‘objectieve’ waarnemingen waar evidence-based voorspellingen
over worden gemaakt.  voorbeeld methoden:
 Verstehende/ interpretatieve benadering: kenmerkend voor kwalitatief onderzoek is het
begrip ‘Verstehen’ - Max Weber. Begrijp iemands handelen en de betekenis die hij eraan
geeft. Je leert de werkelijkheid te begrijpen vanuit emic perspectief (vanuit gezichtspunt
actor) (=doel sociale wetenschappen)
 Etnografische studie: langere tijd bepaalde mensen observeren en gesprekken met hen
voeren om een ruim beeld te krijgen over hun keuzes, opvattingen en motieven
 Je kunt ook kwalitatieve met kwantitatieve methoden combineren, dit heet mixed methods
5. Historisch vs contemporain
- Historisch onderzoek kan betrekking hebben op vragen naar het verleden zoals ‘bracht men
kinderen voor de rechtbank?’. We doen soms historisch onderzoek als we geïnteresseerd zijn in
zeldzame fenomenen, zoals het effect van economische crisis op criminaliteit. Daarnaast gebruikt
om over lange tijd trends te onderzoeken, bvb over 3 generaties mannen. Moeilijk, want invulling
incomplete gegevens wegens overlijden, maar ook makkelijker, want gegevens niet beschermen.
- Contemporain onderzoek is het hedendaagse onderzoek en dat is al het onderzoek naar
verschijnselen die nu plaats vinden.
6. Toetsend vs exploratief
- Onderscheid naar aard van de vraagstelling
- Toetsend vaker bij kwantitatief, je onderzoekt een nulhypothese (geen effect populatie) en een
alternatieve hypothese (wel effect populatie) en kijkt welke klopt, bvb gemiddelde onveiligheids
gegevens 2000 en 2021 vergelijken en zo beantwoorden of de NL populatie zich wel/niet
onveiliger is gaan voelen sinds 2000. Onderzoek is gerichter, duidelijker en heeft hardere, maar
ook oppervlakkigere conclusies.
- Exploratief: vraagstelling is veel meer verkennend, meer open en minder gericht, dieper graven:
niet alleen kijken naar de hoeveelheid maar ook naar de aard van het fenomeen. Vaker
kwalitatief  vraag minder duidelijk omschreven, en minder harde conclusies. Soms voorloper
grootschalig onderzoek om eerst meer te begrijpen over fenomeen. Kan evt ook op kwantitatieve
wijze, maar vaker kwalitatief.
7. Primair vs secundair
- Gaat om de soort gegevens die worden gebruikt.
o Primair zijn gegevens die de onderzoeker zelf heeft verzameld
o Secundair zijn gegevens die eerder door anderen zijn verzameld, soms voor hetzelfde doel.
Voordeel: relatief goedkoop en snel te verkrijgen. Nadeel: minder controle op de kwaliteit,
diepte en precisie, vaak niet gemeten zoals je had gewild.

(Decorte)
Goed onderzoek is onderzoek dat tot nieuwe en betere vragen leidt en daarnaast vragen beantwoordt.
Het beste is combi kwalitatief en kwantitatief onderzoek.
Soorten onderzoek
Afhankelijk van het doel van het onderzoek zijn er verschillende typen onderzoeken:

2

,- exploratief/verkennend onderzoek (exploreren als doel)
 Exploratief onderzoek wordt vaak uitgevoerd op nieuwe onderzoeksterreinen, waarbij de doelen van
het onderzoek zijn: de omvang of reikwijdte van een bepaald fenomeen, probleem of gedrag verkennen,
een aantal eerste ideeën over dat fenomeen genereren, of de haalbaarheid van een uitgebreider
onderzoek naar dat fenomeen testen. Oftewel: het doel is om te komen tot inzichten op een domein waar
tot nu toe weinig over te weten is. Daarnaast kan het ook zo zijn dat iets onderzocht wordt waar we wel
veel over weten, om een nieuwe onderzoeksdoelgroep te bestuderen. Kenmerk is dat we er weinig over
weten en dat het noodzaak is om meer te weten.
 Dit onderzoek leidt misschien niet tot een heel nauwkeurig begrip van het doelprobleem, maar kan de
moeite waard zijn om de aard en omvang van het probleem in kaart te brengen en kan dienen als een
nuttige voorloper van diepgaander onderzoek.
 Veel kwalitatief onderzoek is verkennend van aard. Dat komt deels doordat onderzoekers kwalitatief
onderzoek wel een bekijken als een vooronderzoekstechniek. Bovendien is het geschikt om explorerend
te werk te gaan, de onderzoeksmethoden zijn namelijk flexibel.
- verklarend onderzoek (verklaren als doel)
 Zoekt naar verklaringen voor waargenomen verschijnselen, problemen of gedrag.
 Terwijl beschrijvend onderzoek het wat, waar en wanneer van een fenomeen onderzoekt, zoekt
verklarend onderzoek naar antwoorden op vragen over het waarom en hoe.
 Vooral kwantitatief, want daarin worden met statistische modellen voorzichtige uitspraken gedaan
over de causaliteit van bepaalde verbanden.
 Ook mogelijk kwalitatief, de onderzoeker zal op zoek gaan naar het ontdekken van oorzaken in de
betekenisgeving van personen door diepgaand op de geschiedenis en de persoonlijke leefwereld van
respondenten in te gaan. Wel zeldzaam door beperkte onderzoekspopulatie.
 Vereist sterke theoretische en interpretatievaardigheden, samen met intuïtie, inzichten en
persoonlijke ervaring.
- beschrijvend onderzoek (beschrijven als doel)
 de waarde van het onderzoek is hier het aanleveren van een zorgvuldige en gedetailleerde beschrijving
van een bepaalde case (=praktijkgeval)/fenomeen die bestudeerd wordt. De verantwoording bestaat in de
kennis en inzichten die de omstandige beschrijving van een case kan bijdragen.
 De observaties moeten gebaseerd zijn op de wetenschappelijke methode en zijn daarom
betrouwbaarder dan toevallige observaties door ongetrainde mensen.
 Ligt ten grondslag aan kwalitatief onderzoek. Kwalitatief onderzoek gaat over het in de diepte
beschrijven van processen van betekenisgeving en een van de wijzen daarvoor is het omstandig
beschrijven van de case.
- emancipatorisch onderzoek (sociale verandering als doel) (bij Decorte erbij, niet bij Bhattacherjee)
 in actieonderzoek wil de onderzoeker niet alleen kennis opdoen maar ook samen met de onderzochten
een sociaal probleem aanpakken of betrokkenen aanreiken om dit te doen. De verantwoording ligt dus
naast de verworven theoretische kennis ook en vooral op emancipatorisch vlak (=bevorderen gelijke
rechten).

(boek Bhattacherjee)

Onderzoek is pas wetenschappelijk als het bijdraagt aan een wetenschappelijk geheel en het een
wetenschappelijke methode volgt.

Wetenschap
Wetenschap verwijst naar een systematisch en georganiseerd geheel van kennis op elk onderzoeksgebied
dat wordt verworven met behulp van de "wetenschappelijke methode".

2 categorieën:
- Natuurwetenschappen  de wetenschap van natuurlijk voorkomende objecten of verschijnselen. Het
kan onder andere onderverdeeld worden in fysische wetenschappen (bvb natuurkunde, scheikunde),
aardwetenschappen (bvb geologie) en levenswetenschappen (bvb biologie).


3

, - Sociale wetenschappen  de wetenschap van mensen/verzamelingen mensen en hun
individuele/collectieve gedragingen. Het kan onder andere onderverdeeld worden in psychologie,
sociologie en economie.
 Natuurwetenschap is heel precies, nauwkeurig, deterministisch en onafhankelijk van de onderzoeker.
Sociale wetenschap daarentegen is minder nauwkeurig, deterministisch of ondubbelzinnig.

Kan ook worden ingedeeld op het doel:
- Basiswetenschappen (ook wel zuivere wetenschappen genoemd)  wetenschappen die de meest
fundamentele objecten en krachten, relaties tussen hen en wetten die hen besturen uitleggen zoals
wiskunde en natuurkunde.
- Toegepaste wetenschappen (ook wel praktische wetenschappen genoemd)  wetenschappen die
wetenschappelijke kennis uit de basiswetenschappen toepassen in een fysieke omgeving zoals
bouwkunde die natuurkunde en scheikunde toepast.
Het doel van wetenschap is het creëren van wetenschappelijke kennis. Wetenschappelijke kennis verwijst
naar een gegeneraliseerde verzameling wetten en theorieën om een interessant fenomeen of gedrag te
verklaren dat wordt verworven met behulp van de wetenschappelijke methode.
Wetten zijn waargenomen patronen van verschijnselen of gedragingen, terwijl theorieën systematische
verklaringen zijn van het onderliggende fenomeen of gedrag.

Logica (theorie) en bewijs (waarnemingen) zijn de twee steunpilaren waarop wetenschappelijke kennis is
gebaseerd is. Theorieën geven betekenis en belang aan wat we observeren en observaties helpen
bestaande theorieën te bekrachtigen of te verbeteren of nieuwe theorieën te vormen. Elke andere manier
van kennisverwerving kan niet als wetenschap worden beschouwd.


Wetenschappelijk onderzoek
Het doel van wetenschappelijk onderzoek is om wetten te ontdekken en theorieën te vormen die
natuurlijke of sociale verschijnselen kunnen verklaren, of met andere woorden, wetenschappelijke kennis
opbouwen. Deze kennis kan wel imperfect zijn en best ver van de waarheid vandaan. Bovendien is er
helemaal geen universele waarheid, maar een evenwicht van meerdere waarheden.

Aangezien theorieën en observaties de twee pijlers van wetenschap zijn, werkt wetenschappelijk
onderzoek op twee niveaus: een theoretisch niveau en een empirisch niveau.
- theoretisch niveau  ontwikkelen van abstracte concepten over een natuurlijk of sociaal fenomeen en
relaties tussen die concepten
- empirisch niveau  testen van theoretische concepten en relaties om te zien hoe goed ze onze
observaties van de realiteit weerspiegelen, met als doel het vormen van betere theorieën.
 Zo worden theorieën over de tijd steeds beter en passen ze steeds meer bij de realiteit.

Er zijn 2 vormen van wetenschappelijk onderzoek:
- inductief onderzoek  Het doel van een onderzoeker is het afleiden van theoretische concepten en
patronen uit geobserveerde gegevens (heet ook theorie-vormend onderzoek)
- deductief onderzoek  het doel van de onderzoeker is om concepten en patronen die bekend zijn uit de
theorie te toetsen met behulp van nieuwe empirische gegevens (heet ook theorie-toetsend onderzoek).
Daarnaast is ook het doel om de theorie te verbeteren en uit te breiden.

inductief en deductief onderzoek zijn twee helften van de
onderzoekscyclus waarin voortdurend wordt gewisseld
tussen theorie en observaties. Een complete onderzoeker
kan ze hele onderzoekscyclus doorlopen en zowel
inductief als deductief onderzoek uitvoeren.

Hoewel zowel inductief als deductief onderzoek belangrijk
is voor de vooruitgang van de wetenschap, lijkt het erop


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller brittvzx. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.65  2x  sold
  • (1)
  Add to cart