Volledige samenvatting van "Hoofdstuk 6 wonen" van het vak Omgevingspsychologie/OPSY (1e jaar), gegeven door prof. dr. Gustaaf C. Cornelis.
De samenvatting is gemaakt uit het boek "Theorie Mens en Ruimte - Omgevingspsychologie" van de auteur A. Standaert en ook uit de slides op BB.
6. Wonen
‘Thuis’ refereert aan de belangrijkste plaats in ons leven: een kamer, een huis, een
appartement. Plaatsen waar we erg graag zouden wonen geven ons een thuisgevoel. Het is
een primair territorium.
6.1. Definities
6.1.1. Een eerste benadering
Een huis is geen ‘thuis’.
Huis / residentie: een fysieke structuur.
‘Thuis’: verzameling van culturele, demografische en psychologische betekenissen die we
linken aan een fysieke structuur. Een thuis kan je niet kopen.
6.1.2. Wat is een residentie?
Een residentie kent vele verschijningsvormen: kasteel, caravan, hoeve, een appartement, …
Alle zijn het fysieke structuren.
Altman somt 5 kerndimensies op waarlangs residenties kunnen verschillen.
1) Permanent/tijdelijk
2) Gedifferentieerd/homogeen
3) Gemeenschappelijk/gescheiden
4) Identiteit/stereotypisch
5) Open/gesloten
1. Permanent/tijdelijk
• We hebben in het Westen doorgaans vaste verblijfplaatsen. Voor sommigen is één niet
genoeg: tweede verblijfplaats.
• In minder geïndustrialiseerde landen hebben mensen tijdelijke verblijfplaatsen:
regelmatig verhuizen ze.
2. Gedifferentieerd/homogeen
Huizen kunnen worden ingedeeld in verschillende kamers met elk een verschillende functie
of men kan in één ruimte meerdere dingen doen.
• In een sterk gedifferentieerde woning zijn er veel kamers met elk een andere functie.
• In een homogene woning gaat bijna elke activiteit door in dezelfde ruimte.
De mate van differentiatie is een functie van de welstand en heeft een grote invloed op ons
gedrag: differentiatie beïnvloed privacy en territorialiteit.
3. Gemeenschappelijk/gescheiden
Deze dimensie heeft te maken met het al dan niet betrekken van aparte residentie door
kerngezinnen. In Oosterse culturen leven meerdere generaties onder één dak, in Afrikaanse
culturen wonen soms niet-verwante families in één woning. In het Westen gaan kinderen na
hun studies het huis uit.
1
, 4. Identiteit/stereotypisch
• Woningen reflecteren vaak de persoonlijke smaak van de bewoners. Met identiteit
bedoelt men de mate waarin de residentie de persoonlijkheid van de bewoners uitbeeld
(dit kan in meer of mindere mate).
• Een woning is stereotypisch wanneer ze past in de cultuur.
5. Open/gesloten
Deze dimensie geeft aan in welke mate een woning open staat voor derden (buren,
bezoekers). Sommige huizen zijn omgeven door hoge muren, hekwerk en/of hagen. Andere
niet. Bewoners kunnen hartelijk of koel bezoekers ontvangen.
Besluit
Voor al deze dimensies is er een grote variatie tussen en in culturen. De effecten op het
gedrag zijn moeilijk te onderzoeken. In Vlaanderen is de ideale residentie:
• permanent, gedifferentieerd, niet-gemeenschappelijk, gesloten en geeft ze identiteit,
• toch neemt men ook tijdelijke, homogene en gemeenschappelijke, open en
stereotype residenties (studenten).
6.1.3. Wat is een thuis?
Het concept ‘thuis’ staat voor een geheel van betekenissen.
• Aanvankelijk de plek waar men vandaan kwam: mensen kregen vaak ook een
familienaam die verwees naar de plek van afkomst (en niet de genealogie).
• Vanaf de 17de eeuw verwijzing naar de (primaire) residentie. Niettemin: grote
verschillen tussen thuis en residentie.
Ook ‘thuis’ gaan we beschrijven aan de hand van een reeks kernwoorden. Als een residentie
daaraan voldoet is het een thuis, zoniet louter een verblijfplaats.
1. Toevluchtsoord
Het is een plek die ons beschermd voor gevaren van buitenaf, die ons veiligheid biedt, die
ons privacy verleend, omdat we deze plek (denken te) controleren. Thuis vinden we rust.
2. IJkpunt
Onze thuis geeft ons een plaats in de wereld. Onze thuis laat toe ons leven te ordenen:
• we vertrekken er en we keren ernaar terug (ruimtelijk)
• we voelen er continuïteit, tot we verhuizen (tijdsdimensie): onze kindertijd in het
ouderlijke huis, dagelijkse patronen (herhaald gedrag).
3. Identiteit
Thuis staat symbool voor wie we zijn, een fysieke structuur voor onze identiteit:
• Thuis geeft (vaak) onze sociaal-economische status weer.
• Thuis toont onze gezinsstructuur: met wie we samenleven (vb. kot of bij de ouders).
Wij kiezen een thuis, maar omgekeerd worden we ook bepaald door onze thuis (vb. als we
opgroeien).
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sofiemees. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.