100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Grondwettelijk recht $7.17   Add to cart

Summary

Samenvatting - Grondwettelijk recht

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

samenvatting grondwettelijk recht met inbegrip van de grondwet, Belgische bestuursniveaus, Europese bestuursniveaus, de gelaagde rechtsorde, democratievormen, structuur Parlement, staatsvorm, etc...

Preview 4 out of 34  pages

  • December 7, 2023
  • 34
  • 2019/2020
  • Summary
  • Unknown
avatar-seller
Parmentier Innes


1 Algemene inleiding
Hoofdstuk 1

1.1 inleiding
1.2 De grondwet
1.2.1 betekenis en functies

Eerste functie:
- positieve functie
- democratische organisatie van de overheidsmacht organiseren
- Zorgt ervoor dat de politieke gemeenschap zich constitueert tot een rechtsgemeenschap
- Bevat fundamentele regels
- Zorgt er bij ons voor dat er volkssoevereiniteit is.
Let wel niet elke staat met een GW is democratisch
Tweede functie:
- negatieve functie
- overheidsmacht beperken, bestrijden van willekeur en machtsmisbruik
- Via verticale en horizontale machtenscheiding en invoering fundamentele rechten en vrijheden.
Locke en Montesquieu
Horizontale machtenscheiding:
- Trias Politica
- absolute machtenscheiding (zoals Fr in 1791) of een systeem van checks en balances, waarbij men
dus nog samenwerkt en elkaar controleert.
- Voordelen: onafhankelijkheid van de rechterlijke macht mogelijk en laat arbeidsverdeling en
specialisatie toe.

Verticale machtenscheiding:
- tussen verschillende territoriaal omschreven overheden, gelaagde rechtsorde
- Duitsland constitutioneel pluralisme
- decentralisatie of federalisme (verspreiding bevoegdheden tussen verschillende autonome
rechtsorders).
- subsidiariteitsbeginsel: hogere overheid moet zich in eerste instantie niet bemoeien met taken die
op een lager niveau kunnen worden gerealiseerd. Beogen van meer democratie, dichter bij de
burger.


Grondwet werd gezien als een maatschappelijk contract (Locke en Hobbes)
Home homini lupus; Bellum omnium contra omnes


1.2.2 Grondwet in materiële en formele zin
Grondwet in materiële zin: geheel aan fundamentele regels, deze regels staat niet allemaal in de
grondwet bv BWHI

Grondwet in formele zin: tekst bekleed met een bijzonder gezag, die moeilijk wijzigbaar is.

, Parmentier Innes


1.2.3 Classificaties

 De grondwet en de democratievorm
- directe democratie
Bevolking maakt zelf wetten en neemt rechtstreeks deel aan besluitvorming bv referenda ’s
en volksvergaderingen

- Representatieve democratie
via vertegenwoordigers bv parlement. Laat professionalisering van de politiek toe, burgers is
wel amper betrokken bij besluitvorming

- Participatieve democratie
Burger rechtstreeks bij het beleid betrokken

- Deliberatieve democratie
Publiek debat, uitwisseling van argumenten

- Meerderheidsdemocratie en pacificatiedemocratie
Een pacificatiedemocratie beschermt de minderheid tegen de meerderheid en focust dus op
een consensus niet enkel op meerderheid van stemmen.

 Grondwet en regeringsvorm
- Parlementair systeem: Samenwerking regering en parlement, regering moet
verantwoording afleggen aan parlement, bovendien wordt ze verkozen uit parlement. Bv VK

- Presidentieel systeem: President afzonderlijk verkozen, regering is geen verantwoording
verschuldigd en men maakt geen deel uit van het parlement bv VS

Frankrijk: semi-presidentieel regime
Regering moet verantwoording afleggen aan parlement, maar president rechtstreeks apart
verkozen. Risico op cohabitation.

 Grondwet en staatsvorm
- Gecentraliseerde eenheidsstaat
Soevereiniteit onverdeeld bij centrale overheid, interne en externe deconcentratie wel
mogelijk. Geen rechtspersoonlijkheid, wel hiërarchisch toezicht bij deconcentratie.

- Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Er kan territoriale of functionele decentralisatie plaatsvinden. Daarbij is er wel een eigen RPH
en administratief toezicht.

- Federale staat
Autonome deelstaten, niet soeverein! Soevereiniteit blijft liggen bij federale overheid,
deelstatelijke normen hebben kracht van wet. Bevoegdheidsverdelende regels in grondwet.

- Confederale staat
Internationale samenwerking tussen soevereine lidstaten. Soevereiniteit ligt bij
deelnemende staten. Er geldt een secessierecht. Grondslag zijn verdragen.

, Parmentier Innes


- Federatie of unie van staten
Tussenvorm, soevereiniteit verdeeld of gesplitst, geen hiërarchie. Spanning tussen federale
en democratisch principe van besluitvorming.

- federale principe: rechten van kleinere deelgebieden beschermt tegen electorale
meerderheid, wordt opgelost door tweekamerstelsel

- Democratische principe: gewone meerderheid, elke burger gelijke kansen

 Algemene kenmerken federaties
- centripetaal of centrifugaal
- symmetrisch of asymmetrisch
- duaal of coöperatief



1.3 centrale thema’s van het grondwettelijk recht

1.3.1 verankering

Counter-majoritarian difficulty: spanning tussen rechtsstaat en democratie -> verwijzing naar verhaal
Odyseus, grondwet moeilijk wijzigbaar om te weerstaan aan de verleiding om haar eigen
fundamenten door een stemming onderuit te halen.


1.3.2 Rechterlijke controle op UM en WM

Amerika: diffuus toetsingsstelsel, Marbury v. Madison, fout in redenering: Waarom komt het toe aan
rechterlijke macht?

Centraal toetsingsstelsel: speciaal daarvoor opgericht grondwettelijk hof



Hoofdstuk 2: Bronnen
2.1 inleiding
2.2 Belgische bestuursniveaus
2.2.1 Belgische grondwet

Historische achtergrond:
Als kritiek op Nederlandse bestuursmodel van Willem I, zijn regime wordt soms omschreven als het
monsterverbod tussen katholieken en liberalen.
- positie van de koning: geen ministeriële verantwoordelijkheid t.o.v. Parlement, geen rechterlijke
controle op bestuurshandelingen
- ondervertegenwoordiging zuidelijke Nederlanden, begroting slechts om de 10 jaar
- Godsdienst en onderwijspolitiek: over bemoeienis
- Beperkte rechten en vrijheden: inbreuken persvrijheid, vrijheid van vereniging
- Taalpolitiek: Hij wou in Vlaanderen het Nederlands als officiële taal, maar dit ging in tegen de
belangen van de Belgische Franse Elite.

, Parmentier Innes


Latere ontwikkelingen:
- Cijnskiesstelsel  algemeen enkelvoudig stemrecht
- Communautaire geschiedenis: autonomie streven van deelstaten. Eenheidsstaat  federale staat.


Kenmerken Belgische grondwet:

 Art. 33 GW: alle machten gaan uit van de natie
(bij de opstelling van de grondwet was er nog geen onderscheid tussen volkssoevereiniteit
en nationale soevereiniteit)

 Hanteert een representatieve democratie en een pacificatiedemocratie
 Regeringsvorm: Parlementaire monarchie
Doel: Macht van de koning aan banden leggen, le roi règne mais ne gouverne pas
Art. 88 GW, Art. 105 GW

 Onafhankelijke rechterlijke macht: Art. 151 GW, Art. 159 GW
 Liberale grondrechtencatalogus: persvrijheid, onderwijsvrijheid Art. 24 GW, scheiding kerk en
staat Art. 21 GW, taalvrijheid Art. 30 GW

 Art. 195 GW
Regelt de herzieningsprocedure voor de grondwet, 3 fases
Deelgebieden onrechtstreekse deelname door omvorming senaat tot een volwaardige
deelstatenkamer

Omzeiling procedure via:
1) bijzondere meerderheidswetten: makkelijker omdat er geen ontbinding plaatsvindt, maar
er moet nu wel een 2/3 meerderheid zijn in elke taalgroep.
2) impliciete wijziging: draagwijdte van een artikel wordt onrechtstreeks gewijzigd door een
ander artikel die wel werd herzien of ingevoegd.
3) eenmalige overgangsbepaling i.v.m. met het vlinderakkoord in 2012

 België hanteert geen inhoudelijke grenzen zoals de ewigkeitsclausel in Duitsland. Ze bevat
geen onwijzigbare clausules.
Interpretatiemethodes: tekstuele/ historische interpretatie of teleologische/ evolutieve
interpretatie.
In België treden beide methodes op


2.2.2 andere bronnen

Wet in formele of materiële zin belang van onderscheid voor adviesverplichting Raad van State,
bevoegdheid Hof van Cassatie…
Gewone wet v. bijzonder meerderheidswet waarbij er een meerderheid van aanwezigheden en
stemmen moet zijn in elke taalgroep en een totaal aantal stemmen van 2/3.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller innesparmentier. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78998 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.17
  • (0)
  Add to cart