Aardrijkskunde samenvatting de Geo VWO1 Hoofdstuk 3
2 views 0 purchase
Course
Level
VWO / Gymnasium
Een uitgebreide samenvatting van het derde hoofdstuk van de methode de Geo. Hier zitten ook de basisboek nummers en de begrippen bij. Dit komt uit het boek VWO 1
Answer: Een tropisch klimaat is een warm klimaat waarbij er in regentijd erg veel regen valt
2.
Wat is het verschil tussen een savannenklimaat en een moessonklimaat?
Answer: Een savannenklimaat heeft een lange droge tijd en een moessonklimaat
heeft een korte droge tijd.
3.
Wat is cultuur?
Answer: Cultuur is alles wat je hebt aangeleerd.
4.
Wat is Chinatown?
Answer: Een Chinatown is een wijk in een stad buiten China waar veel Chinezen bij
elkaar wonen.
5.
Wat zijn koloniën?
Answer: Koloniën zijn gebieden in een ander werelddeel in het bezit van Europese
landen.
6.
Wat was een bekende Nederlandse kolonie?
Answer: Nederlands-Indië
7.
Wat is een plantage?
Answer: Een plantage is een landbouwonderneming waar op grote schaal een
bepaald gewas wordt verbouwd thee, rubber, tabak, bananen.
8.
Hoe komt het dat in Aziatische landen honderden culturen zijn
samengebracht?
Answer: In de loop van de twintigste eeuw werden de koloniën zelfstandige staten. De
grenzen die de koloniale machthebbers hadden getrokken, bleven bestaan.
Daardoor zijn honderden volken en culturen samengebracht.
9.
Noem een aantal indicatoren waaraan je armoeden kan zien?
Answer: Kleren, huizen, winkels wegen en vervoersmiddelen.
10.
Waarom zegt het inkomen van mensen niet alles?
Answer: Koopkracht is ook van invloed om armoede te meten. Als de koopkracht
hoog is en het inkomen laag is kan je alsnog veel kopen.
Content preview
Ak hoofdstuk 3
Paragraaf 1
In Thailand is er een tropisch klimaat. Het is er altijd warm en in de regentijd valt er veel
neerslag. Het tropisch klimaat heeft in Thailand twee vormen. Het verschil is de lengte van
de droge tijd. Met een lange droge tijd noem je het een savanneklimaat met een korte droge
tijd is het een moessonklimaat. Door het tropisch klimaat heeft Thailand tropische
regenwouden. In Thailand wordt er veel rijst verbouwd.
Cultuur is alles wat je hebt aangeleerd. In Thailand zijn bijna alle inwoners boeddhist.
Boeddhisten geloven in reïncarnatie: dat je opnieuw wordt geboren. Voor een beter bestaan
in je volgend leven moet je goede dingen doen in je huidige leven. In Thailand is het op
bijvoorbeeld een markt erg druk. Ook worden er producten verkocht die in Nederland niet
zo snel verkocht zouden worden. Overeenkomsten tussen Thailand en Nederland zijn
bijvoorbeeld winkelcentra je kan daar vrijwel dezelfde hippe kleding als in Nederland kopen.
In Thailand behoort het grootste deel van de bevolking tot het volk van de Thai. Een volk is
een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft. In Thailand
wonen ook mensen van andere volken. In Bangkok en andere steden in het zuiden van
Thailand wonen veel Chinezen.
Paragraaf 2
Zuidoost-Azië bestaat uit twee delen. Het vasteland is een schiereiland een gebied dat aan
drie kanten is omringd door de zee. Dit schiereiland wordt begrensd door grote landen India
en China daar woont ongeveer de helft. Zuidoost-Azië bestaat niet uit één cultuur het gebied
is multicultureel.
Een belangrijke oorzaak van de cultuurverschillen is de gemakkelijke bereikbaarheid. Al
tweeduizend jaar komen er invloeden uit China Grote aantallen Chinezen kwamen naar
Zuidoost-Azië om zich daar te vestigen. Chinezen wonen meestal bij elkaar elke grote stad
heeft wel een Chinatown. In aantal zijn Chinese migranten in de minderheid, maar in de
economie spelen ze vaak een hoofdrol. Overal vanaf de wereld namen reizigers cultuur mee
zoals geloven. Er komen nog steeds ook veel mensen naar Singapore Thailand en Maleisië
om daar te werken.
Zuidoost-Azië bestond uit veel koninkrijkjes en andere machthebbers. Dat verandereden
vanaf de zestiende eeuw toen de Europeanen er koloniën vormden. Dat zijn gebieden in een
ander werelddeel in het bezit van Europese landen. De Europeanen voegden
vorstendommen stammengebieden en koninkrijken samen. ZO maakte Nederland van meer
dan 17.000 eilanden een kolonie: Nederlands-Indië. De kolonie stonden in dienst van
Europese machthebbers en leverde grondstoffen. Zoals tabak, koffie, thee en delfstoffen
(goud, zilver, bauziet en aardolie). De Europeanen drukten een belangrijk stempel op de
inrichten. Grote stukken grond werden plantages. Een plantage is een
landbouwonderneming waar op grote schaal een bepaald gewas wordt verbouwd thee,
rubber, tabak, bananen. Ook zorgde ze voor woonwijken.
In de loop van de twintigste eeuw werden de koloniën zelfstandige staten. De grenzen die de
koloniale machthebbers hadden getrokken, bleven bestaan. Daardoor zijn honderden volken
en culturen samengebracht. Het samenleven van al die verschillende bevolkingsgroepen
, veroorzaakt in een aantal staten problemen. Maar de landen werken wel samen. In 1967
richten vier staten de Association of Southeas Asion Nations (ASEAN) op. In middel zijn tien
van de elf landen lid. Het gaat vooral om economische samenwerking en ontwikkeling.
Paragraaf 3
Een manier om armoede te ontdekken is door goed om je heen te kijken. Door te kijken naar
kleren, huizen, de winkels en de wegen. Ook kun je kijken naar vervoersmiddelen en of er
veel afval was. Je kunt rijkdom en armoede ook meten met getallen. Je onderzoekt
bijvoorbeeld of er honger is in een land. OF je kijkt of er genoeg onderwijzers zijn.
Een belangrijk ontwikkelingskenmerk is het inkomen van mensen. In het rijke Singapore
verdienen mensen ongeveer 40.000 per jaar. Dat is veel meer dan in Laos of Cambodja waar
een inwoner gemiddeld 1.700 per jaar verdient. De hoogte van het inkomen zegt iets over
de ontwikkeling van het land. Vooral als je kijkt naar wat je met je geld kunt kopen (de
koopkracht). Het inkomen van mensen zegt niet alles. Het gaat ook om hoe mensen leven.
Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te leven, noem je basisbehoefte. Het inkomen
per inwoner en de basisbehoeften zeggen iets over het ontwikkelingspeil van een gebied.
Een gebied is ontwikkeld als de meeste mensen een goed inkomen hebben en goed kunnen
voerzien in hun basisbehoefte.
Zuidoost-Azië heeft drie gezichten:
Rijke landen. Twee landen springen er met kop en schouders bovenuit Singapore en Brunei.
Beide landen zijn klein. In Brunei wonen 415.000 mensen. Het is rijk door olie. Singapore is
niets meer dan een grote stad met bijna 5 miljoen inwoners. De stad heeft een hoog
ontwikkelingspeil. Dat zie je aan modernen gebouwen, goede wegen en luxe winkelcentra.
Singapore heeft een wereldhaven. Hier worden goederen uit Azië verzamelt.
Groeilanden. Ander landen bleven lange tijd achter bij Singapore en Brunei. Maar de
afgelopen jaren is de welvaart in verschillende landen flink toegenomen. De snelle groei is te
danken aan de komst van internationale bedrijven die profiteren van lage lonen. Die groei
wordt versterkt doordat de snelgroeiende landen veel doen aan verbetering van de
infrastructuur. In Thailand zie je die snelle groei in de inrichting in en rondom Bangkok.
Nieuwere wegen meer fabrieken en daardoor steeds meer export. Ook is er veel aandacht
voor het onderwijs.
Achterblijvers. Er zijn ook achterblijvers. Het armste land van Zuidoost-Azië is Myanmar. Veel
inwoners krijgen niet genoeg voedsel, wonen in een krot en gaan niet naar school. Zij
kunnen dus niet aan de basisbehoeftes voorzien.
Paragraaf 4
De Mekong wordt de moeder van de wateren genoemd. Hij heeft een lengte van bijna 4.200
km. De Mekong ontspringt in de Tibet en stroomt langs vijf landen in Zuidoost-Azië. Er
komen ook veel zijrivieren in uit. De Mekong heeft een groot stroomgebied. De Mekong
ontspringt in de bergen van Tibet op grote hoogte, zo’n 5.000 m boven zeeniveau. Daar
krijgt de rivier zijn water van gesmolten ijs en sneeuw. Dan is het een gletsjerrivier. Verderop
gaat regen een grotere rol spelen dan is het een gemengde rivier.
De waterafvoer van de Mekong verschilt door het jaar heen sterk. Die verschillen in het
regiem worden veroorzaakt door de hoeveelheid smeltwater die in de lente groter is dan in
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Laurens354. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.30. You're not tied to anything after your purchase.