100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting + oefententamens Inleiding Belastingrecht Ondernemers $8.67   Add to cart

Summary

Samenvatting + oefententamens Inleiding Belastingrecht Ondernemers

 23 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Complete samenvatting van de gehele stof, inclusief alle belangrijke artikelen en arresten, ingedeeld per week. Daarnaast 5 oefententamens inclusief antwoorden! Zie voor alle aantekeningen van de hoorcolleges en werkgroepen mij andere document voor dit vak, of voor andere vakken van de studie Fis...

[Show more]

Preview 4 out of 40  pages

  • October 31, 2023
  • 40
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Week 1
Boxenstelsel Wet IB:
1. Box 1 (werk en woning): progressief tarief.
2. Box 2 (aanmerkelijk belang): 26,9%.
3. Box 3 (sparen en beleggen): niet meer forfaitair want in strijd met art. 1 EVRM, nu vast tarief
van 32%.

Bronvereisten voor belastingheffing/bron van inkomen (art. 3.2 jo 3.8 Wet IB):
1. Deelname aan economisch verkeer —> gezinssfeer/privésfeer wordt afgebakend (moet
daarbuiten liggen). Gaat iets de gebruikelijke hulp en bijstand te buiten?
2. Subjectief winstoogmerk —> voordeel moet te beogen zijn.
3. Objectief winstoogmerk —> voordeel moet redelijkerwijs te verwachten zijn. Beleggen en
verhuren van panden valt onder passief vermogensbeheer, daarbij valt geen winst te
verwachten, is louter speculatief. Als de werkzaamheden gericht zijn op het behalen van een
meer dan normaal rendement is er sprake van actief vermogensbeheer (zoals verbouwen,
grootschalig onderhoud, etc) en kan dat een onderneming gaan vormen.
Indien er geen sprake is van een bron van inkomen, kun je ook geen kosten in aftrek brengen.

Onderneming:
- Duurzame (stelselmatig, niet incidenteel) organisatie van kapitaal en arbeid
- Deelname aan economisch verkeer
- Winst wordt beoogd (subjectief winstoogmerk) en is redelijkerwijs te verwachten (objectief
winstoogmerk)

Winst uit onderneming:
- Duurzame organisatie van kapitaal en arbeid
- Deelname aan economisch verkeer
- Winststreven
Hierbij worden ondernemersfaciliteiten en aftrekposten genoten.

Dienstbetrekking:
- Verplichting persoonlijk arbeid verrichten
- Loon (art. 3.81 Wet IB)
- Gezagsverhouding

Ondernemer (art. 3.4 Wet IB):
- Voor rekening van-vereiste: voor jouw rekening moet de onderneming worden gedreven.
BNB 1990/236: gerechtigheid tot stille reserves = voor rekening van jou drijven van de
onderneming.
- Verbondenheidsvereiste: verbondenheid aan de onderneming. BNB 2006/321: toetsen naar
burgerlijk recht; ben je civielrechtelijk verbonden aan/aansprakelijk voor je verbintenissen?
Van een ondernemer is sprake indien sprake is van een onderneming, daarvoor is een bron van
inkomen nodig.

Eenmanszaak: als ondernemer ben je zelf hoofdelijk aansprakelijk aangezien er geen sprake is van
een rechtspersoon.

VOF: onderneming gedreven door een samenwerkingsverband van twee of meer personen.
Beherende vennoot: elk vennoot die behoort tot een VOF. Het zijn ondernemers belast met hetgeen
wat door het samenwerkingsverband wordt gedreven, en allemaal gerechtigd tot een (evenredig of

,anders afgesproken) deel van de winst. Het voor rekening van-criterium is van toepassing, en ook het
verbintenissencriterium, omdat vennoten allen hoofdelijk aansprakelijk zijn voor verbintenissen.
Commanditaire vennootschap (CV): stille vennoten: commandiet; brengen alleen het geld in, zijn
niet hoofdelijk aansprakelijk en dus geen ondernemer. Beherende vennoten: genieten de winst en
zijn dus gerechtigd tot de stille reserves, zijn daarnaast hoofdelijk aansprakelijk en dus civielrechtelijk
verbonden aan verbintenissen (voldaan aan beide criteria). Indien een commandiet toch
beheersraden gaat verrichten wordt hij gezien als hoofdelijk aansprakelijk voor de aangegane
verbintenissen van de onderneming, door het overtreden van het beheersvergoeding (art. 20 lid 2
Wetboek van Koophandel). Hij wordt niet beherend vennoot omdat het gaat om een CV en niet om
een VOF.
- Open CV (art. 2 lid 3 sub c AWR): de commandiet heeft GEEN toestemming nodig van alle
vennoten om toe treden tot de CV. Er geldt; vrijelijk toetreden, zonder toestemming. Hierbij
is de commandiet aandeelhouder (sub f), en kan hierdoor NIET als medegerechtigde worden
aangemerkt (art. 3.3 lid 1 Wet IB). Medegerechtigde heeft GEEN recht op
ondernemersfaciliteiten.
- Besloten CV: de commandiet heeft toestemming nodig van alle vennoten om toe te treden
tot de CV. Hierbij is de commandiet een medegerechtigde.

ROW (resultaat uit overige werkzaamheden) is een restcategorie, alleen sprake van als er geen sprake
is van winst uit onderneming of belastbaar loon uit dienstbetrekking.

Voorwaarden meewerkaftrek (art. 3.78 Wet IB):
- Ondernemer zijn
- Voldoen aan urencriterium (art. 3.6 Wet IB —> relevant voor ondernemersfaciliteiten).
- Echtgenoot is partner voor de Wet IB (art. 5a lid 1 AWR jo art. 1.2 Wet IB).
- Arbeid verricht zonder vergoeding

HR Consul-generaal arrest: als de kosten de baten blijven overstijgen is er geen sprake van een bron
van inkomen, want je hebt dan geen objectieve voordeelsverwachting.

BNB 1993/203: wanneer zijn voordelen te beogen of redelijkerwijs te verwachten? —> afbakening
inkomensverwerving vs inkomensbesteding, afbakening belaste transacties vermogenssfeer vs louter
speculatieve transacties en afbakening van de privésfeer.

BNB 2002/127: als het puur speculatief is of er sprake zal zijn van een gunstig resultaat, is er geen
sprake van een objectief winstoogmerk.

BNB 2001/34: werkzaamheden zijn slechts in het economische verkeer verricht indien zij de
gebruikelijke hulp en bijstand te buiten gaat.

BNB 2007/246: deelname aan economisch verkeer wordt aangenomen, ongeacht het familieverband.
‘Voor het hof … uit overige werkzaamheden’. ‘Uit deze bepalingen … het economische verkeer’. R.o.
3.4.

Belangrijke artikelen:
- Art. 2.14 —> rangorderegel.
- Art. 3.74 —> ondernemersaftrek.
- Art. 3.79a —> MKB-winstvrijstelling.
- Art. 3. 90 —> ROW.
- Art. 3.91 en 3.92 —> TBS aan IB-onderneming en aan Vpb-plichtig lichaam.

,Week 2
Wijze van winstberekening:
1. Omzet – kosten = puur zakelijk.
2. Vermogensvergelijking:
- Eindvermogen – beginvermogen = verschil. + onttrekkingen – stortingen = winst.
Alle winsten die voortkomen uit ondernemingsactiviteiten zijn belastbaar, ongeacht of dat voortkomt
uit prijsstijgingen of andere oorzaken (art. 3.8 Wet IB). Iets valt bv binnen de normale bedrijfs- en
beroepsuitoefening als het geldt als kosten voor de voorraad (inkoop) waarmee wordt geprobeerd
winst te behalen door het door te verkopen. Activiteiten binnen de privésfeer vallen niet binnen de
normale bedrijfs- en beroepsuitoefening. Geldboetes verkregen binnen de zakelijke sfeer vallen
binnen de normale bedrijfs- en beroepsuitoefening maar zijn niet aftrekbaar (art. 3.14 lid 1 sub c Wet
IB).

Totaalwinst-causaliteit (BNB 1955/338):
1. Normale bedrijfs- of beroepsuitoefening: baten behoren tot de winst uit onderneming
wanneer deze zijn behaald binnen de normale uitoefening van het bedrijf of beroep.
Of
2. Het valt niet binnen de normale bedrijfs- of beroepsuitoefening, maar de bedrijfs- of
beroepsuitoefening heeft het behalen van het desbetreffende voordeel in staat gesteld:
- Gunstige afloop voorzienbaar
- Gunstige afloop beïnvloedbaar
Bij de bepaling van het totaalwinstbegrip dienen alle voorwaarden aangegaan in de privésfeer
gecorrigeerd te worden naar zakelijke voorwaarden om op een zakelijke winst uit te komen. Een lager
in de privésfeer afgesproken huurprijs dan de zakelijke huurprijs betekent dat het verschil op jaarbasis
als een onttrekking wordt gezien, indien de huurprijs hoger is dan de zakelijke huurprijs wordt het
verschil als storting gezien.

Vermogensetikettering (art. 3.8 Wet IB): het toerekenen van vermogensbestanddelen aan privé- of
ondernemingsvermogen. Hoofdregel: of een vermogensbestanddeel tot het bedrijfs- of
beroepsvermogen hoort is afhankelijk van de wil van de belastingplichtige, zoals deze in zijn
boekhouding of anderszins tot uitdrukking komt, waarbij belastingplichtige binnen de grenzen der
redelijkheid vrij is.
1. Verplicht privévermogen —> vermogensbestanddeel wordt voor 90% of meer gebruikt voor
privédoeleinden.
2. Verplicht ondernemingsvermogen —> vermogensbestanddeel wordt voor 90% of meer in het
kader van bedrijfsvoering gebruikt.
3. Keuzevermogen —> 11%-89%. Indien bv met een auto 500 of meer kilometers wordt
gereden, en daarbij meer zakelijke dan privé kilometers zijn gereden. Als dan gekozen wordt
voor ondernemingsvermogen is sprake van een bijtelling (art. 3.22 Wet IB). Is een pand
bouwkundig splitsbaar? Zijn delen van het pand afzonderlijk rendabel te maken? Zie eigen
ingang, eigen sanitaire voorzieningen, etc.
Je kunt niet meer op je keuze terugkomen, tenzij de bestemming van sfeer verandert of er bv sprake
is van een wetswijziging.

Rol van de inspecteur:
- Zit niet op de stoel van de ondernemer, die laatste heeft ondernemersvrijheid.
- Heeft wel een marginaal toetsingsrecht.

Staking: geheel of gedeeltelijk ophouden winst uit onderneming te genieten, al dan niet bij wege van
fictie. Bij:
- Einde onderneming

, - Einde band tussen ondernemer en onderneming
- Einde winstgenieter (ondernemer)
Afrekening over:
- Stille reserves: het verschil tussen de waarde op de balans en in het economische verkeer.
- Fiscale reserves:
1. Herinvesteringsreserve.
2. Kostenegalisatiereserve/voorziening: kosten ter zake van onderhoud eerder jaarlijks
opnemen.
- Goodwill: goede naam, klantenkring, etc waardoor je meer winst zou kunnen maken.
Stakingsaftrek (art. 3.79 Wet IB): ondernemersfaciliteit die alleen geldt bij staking van de GEHELE
onderneming (liquidatie). Gedeeltelijke staking (aparte onderdelen met een zekere zelfstandigheid) is
ook mogelijk, maar dan geldt de faciliteit niet. Deze aftrek kan maar 1 keer volledig worden geclaimd.
De zelfstandigenaftrek of startersaftrek geldt niet, MKB-winstvrijstelling wel.

Aanloopverlies (art. 3.10 Wet IB): indien je een onderneming bent gestart maar tot 5 jaar daarvoor
kosten hebt gemaakt hiervoor kunnen deze kosten ten laste van de winst worden gebracht.

Verliesverrekening (art. 3.150 Wet IB): verliezen kun je tot 3 jaar achterruit en 9 jaar vooruit
verrekenen.

BNB 1999/20: het onrechtmatig handelen ligt zo ver buiten de normale uitoefening van zijn beroep
dat de kosten aan schadevergoeding niet van de winst mogen worden gehaald. Alleen als je schade
toebrengt in het uitoefenen van jouw bedrijf of beroep, is de schadevergoeding aftrekbaar. Als er
overwegend sprake is van privémotieven kun je niet volhouden dat sprake is van zakelijke kosten.

BNB 2001/201: ‘gelet op deze … mag worden gerekend’. Is de auto privévermogen of
ondernemingsvermogen?

HR 2023:1096: ‘de rechtbank heeft … zijn ondernemingsvermogen rekenen’. ‘Het hof heeft …
privévermogen en keuzevermogen’. ‘De HR merkt … aantal gereden kilometers’. Meer dan 500 km =
keuzevermogen.

BNB 1983/202 (Cessna-arrest): mag de Cessna tot het ondernemingsvermogen behoren? Nee, indien
het vermogensbestanddeel in een zodanige wanverhouding tot het nut staat dat geen redelijk
denkend ondernemer kan volhouden die wijze met het oog op de zakelijke belangen van de
onderneming te hebben verkozen. ‘Dat dan de … te hebben verkozen’.

BNB 2016/110: of een vermogensbestanddeel deel uitmaakt van het ondernemingsvermogen dan
wel het privévermogen van belastingplichtige, is afhankelijk van de wil van de belastingplichtige, zoals
die in zijn boekhouding of op andere wijze tot uiting is gekomen, mits dat binnen de grenzen der
redelijkheid valt. Het rendabel maken van geld kan in beginsel niet gelden als
ondernemingsvermogen.

BNB 2011/3: of een vermogensbestanddeel deel uitmaakt van het ondernemingsvermogen dan wel
het privévermogen van belastingplichtige, is afhankelijk van de wil van de belastingplichtige, zoals die
in zijn boekhouding of op andere wijze tot uiting is gekomen, mits dat binnen de grenzen der
redelijkheid valt.

Week 3
Jaarwinstbegrip (art. 3.25 Wet IB): ‘met inachtneming van een bestendige gedragslijn’ wordt de in
een kalenderjaar genoten winst bepaald volgens goedkoopmansgebruik.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller soofssamenvattingen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.67. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79373 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.67  1x  sold
  • (0)
  Add to cart