100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Summary of Lifespan Psychology $3.38   Add to cart

Summary

Summary of Lifespan Psychology

 567 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

Chapter 1 t / m 10. A full description of the development of man in all areas from birth to death. A clear summary of all development areas for each life.

Last document update: 9 year ago

Preview 3 out of 27  pages

  • May 18, 2013
  • October 7, 2014
  • 27
  • 2012/2013
  • Summary
avatar-seller
1. Tereinverkenning

Nativisten: mens wordt uiteindelijk wat de natuur ons gegeven heeft.
Empiristen: een mens wordt gevormd naar ervaring en opvoeding.

Ontwikkeling is een proces van groei en verandering dat wordt aangezwengeld door de interactie
tussen erfelijkheid en omgeving.

1.2 Indeling in fasen

 Babyfase 0-1
 Peuterfase 1-3
 Kleuterfase 3-6
 Schoolkind 6-12
 Adolescentie 12-25
 Volwassenheid 25-65
 Ouderdom 65 +



Levensfasen = Perioden in het leven waarvan het begin wordt gemarkeerd door een belangrijke overgang
of verandering in het lichaam of mentaal functioneren


Hoe volgen de levensfasen elkaar op?
Continuiteitstheorie versus discontinuiteitstheorie:
Geleidelijke ontwikkeling versus abrupte verandering




1.3 Ontwikkelingsfactoren
Nature – nurture debat: heeft erfelijkheid of omgeving de meeste invloed op ons gedrag en
psychische processen? Aangeboren of aangeleerd?

Biologisch-georienteerde theorie
De erfelijkheid overheerst tegen over de omgeving bij de ontwikkeling. De omgeving bepaalt niet wat
er ontwikkelt, maar enkel dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden. De omgeving is nodig om te
ontwikkelen maar deze bepaald niet wat en wanneer dingen zich ontwikkelen.
Het ontwikkelingsproces wordt gezien als een endogeen (dat is een van binnenuit gestuurd
rijpingsproces)

Het verschijnen van bepaalde gedragsschema’s lopen parallel aan de fysiologische ontwikkeling van
de hersencentra en de zenuwbanen, milieu omstandigheden hebben daar weinig vat op.

,Milieutheorie (opvatting dat de mens zoals hij is, het product is van zijn omgeving) exogeen dat de
ontwikkeling van buitenaf word gestuurd.

De erfelijkheid bepaalt niet wat er ontwikkelt, maar enkel dat er een ontwikkeling kan plaatsvinden.

Interactietheorie
Tegenwoordig nemen de psychologen een positie in die ergens in het middel ligt van de 2 boven
genoemde. Zij menen dat de ontwikkeling niet eenzijdig vasthangt aan rijpings- of leerprocessen,
maar dat beide in een vaak moeilijk te ontwarren verstrengeling van de ontwikkeling sturen.

Zelfbepaling
Anderen gaan nog een stap verder zij vinden dat de mens meer is dan een eenvoudig snijpunt van
biologische en sociale determinanten (determinanten = factoren die een ontwikkeling of een
toestand (mede) bepalen) niemand zegt dat de mens geen zekere vrijheid bij zichzelf ervaart.
Iedereen kan voor zichzelf beslissen om nu te stoppen met werken en tv te gaan kijken of nog even
door te werken.


2. Enkele ontwikkelingstheorieën
Ontwikkelingstheorieën = visies op de ontwikkeling van de mens.

- Fysiek (biologisch) perspectief

- Cognitief perspectief (Piaget)
- Psychoanalytisch/dynamisch perspectief (Freud)
- Psychosociaal perspectief (Erikson)
- Morele ontwikkeling (kohlberg)
- Hechtingstheorie (Bowbly/Mahler)

Sigmund Freud: Psychoseksuele ontwikkeling
Id, Ego, Superego
Primitieve driften (gedrag is gemotiveerd door het verlangen om deze basisdriften te
bevredigen)

Superego; bepaald de balans tussen heet id en het ego

Freud heeft een sombere kijk op de mens. Hij zegt dat de ontwikkeling ophoud na de kinderjaren hij
onderscheid slechts 5 fasen, waarvan vooral de eerste 3 ( tot het einde van de kleutertijd) beslissend
geacht worden voor het verdere leven.

Fases:
- Orale fase
- Anale fase
- Fallische fase
- Latentie fase
- Genitale fase

, Jean Piaget: Cognitieve structuren schema’s
Schema = gestructureerd , veranderend functioneringspatroon.

 Adaptatie = schema aanmaken. Manier waarop kinderen/hersenen/kennis reageren op
en zich aanpassen aan nieuwe informatie
 Assimilatie = informatie aan schema toevoegen. Het proces waarbij mensen een
ervaring interpreteren binnen hun huidige denkwijze (‘inpassen’)
 Accommodatie = nieuw schema aanmaken/aanpassen. Veranderingen in onze
bestaande manieren van denken in reactie op nieuwe stimuli (aanpassen) om zo
nieuwe informatie beter te kunnen opnemen.

(Cognitieve ontwikkeling= manier van denken en doen, proces waardoor de manier van denken in de
loop van de tijd veranderd)

Piaget maakt onderscheid tussen de inhoud, de functie en de structuur van intelligentie.
Inhoud: concrete inzichten en vaardigheden die iemand op een bepaald moment bezit  niet
universeel
Functie: het bewerken van een betere aanpassing of adaptatie tussen het individu en zijn omgeving
 wel universeel
Piaget legt de nadruk op de cognitieve structuren!


Indeling in fases:
- Sensomotorisch (0 - 2 jaar) Hierin word het kind steeds vaardiger motorisch weer om te gaan
met een steeds nauwkeuriger waargenomen zintuiglijk omgeving.
- Pre-operationeel (2 - 6/7 jaar) Hier zijn er wel al voorstellingen (denkinhouden) aanwezig,
maar het kind kan er nog geen echte operaties (logische bewerking) op doorvoeren
 Preconceptuele denken (2-4 jaar)
 Intuïtieve denken (4-6/7 jaar)
- Concreet-operationeel (6/7 - 11/12 jaar) Geleidelijk worden er aangepaste schema’s
verworven, waardoor het kind logisch leert omgaan met allerlei gedachte-inhouden,
tenminste wanneer het zich die concreet of aanschouwelijk kan voorstellen.
- Formeel-operationeel (11/12 - 15/16 jaar) De adolescent krijgt geleidelijk de beschikking over
abstracte denkschema’s, waardoor hij nu ook problemen op een hoger denkniveau kan
oplossen.

De volgorde waarin deze fase elkaar opvolgen is volgens Piaget universeel (een vast gegeven). Het
tempo waarin dit verloopt kan wel verschillen.


Erik Erikson: Psychosociale ontwikkeling
De basis van de theorie Erikson is voortgekomen uit de Theorie van Freud.
Erikson heeft een algemene indeling (de rol van het ego):
- Id (freudiaanse Es) bevrediging van driften
- Ego (het ich) Rede, gezond verstand

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sam2811. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77333 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.38  6x  sold
  • (0)
  Add to cart