Samenvatting ‘Personal Connections in the Digital Age’
Hoofdstuk 1
Introductie
Er zijn nog nooit zoveel verschillende communicatiemiddelen geweest als nu. Er zijn twee verschillende reacties
van mensen op deze ontwikkelende communicatiemiddelen.
1. Mensen zijn bezorgd dat onze persoonlijke relaties en communicatie oppervlakkig worden.
2. De nieuwe media stellen het beschikbaar om met meer mensen contact te hebben wat tot sterkere en
meer diverse bindingen leidt.
Beide perspectieven duiden erop dat nieuwe media de natuur van onze sociale connectie veranderd.
New media, new boundaries
Digitale media leiden tot sociale en culturele reorganisatie (verandering) en reflectie. Verder wekt digitale
media veel vragen op zoals hoe kan je op dezelfde tijd aanwezig maar toch afwezig zijn? Dit zorgt voor een
problematisch beeld van de aard van het ‘zelf’. Als iemand zorgzaam is face-to-face, agressief op een online-
forum en behoeftig in een ander forum, wat is dan zijn ware aard?
Met behulp van media kunnen we onze interacties manipuleren; we kunnen ervoor kiezen geen confrontaties
aan te gaan door de telefoon niet op te nemen, door berichtjes te sturen i.p.v. face-to-face, flirten en relaties
eindigen zonder fysieke aanwezigheid. Daarnaast kunnen we zien waar onze contacten hebben ingecheckt,
maar dat zien ze ook van onszelf. Maar dit wordt allemaal op een enorm grote schaal getrackt door derden
voor toezicht.
Nieuwe media vervagen de ‘boundaries’ (grenzen) tussen de massa en interpersoonlijke communicatie
(communicatie tussen twee of meer personen waarbij een directe wisselwerking plaatsvindt) op manieren die
beide verstoren. De grenzen tussen openbaar en privé raken betrokken in en veranderen door nieuwe media.
Wat persoonlijk is kan massa worden.
Het gebruik van ‘IRL’ in nieuwe media gebruik (In Real Life) schetst het contrast dat wat er op de media gebeurt
niet echt is. Digitale media stellen dus de authenticiteit (de mate waarin iemand trouw is aan zijn eigen
persoonlijkheid) van onze identiteiten, relaties en praktijken in vraag.
Seven key concepts
De zeven concepten die gebruikt kunnen worden om verschillende media en face-to-face communicatie te
vergelijken of herkennen zijn:
- Interactiviteit
- Temporele structuur
- Sociale signalen
- Opslag
- Repliceerbaarheid
- Bereik
- Mobiliteit
1. Interactiviteit
Er wordt onderscheidt gemaakt tussen verschillende soorten van interactiviteit. Sociale interactiviteit (het
vermogen van een medium om sociale interactie tussen groepen of individuen mogelijk te maken) is de
interactiviteit in waar we het meest geïnteresseerd zijn. Verder zijn er technische (het vermogen van een
medium om menselijke gebruikers de machine te laten manipuleren via de interface) en tekstuele (de creatieve
en interpretatieve technologieën tussen gebruikers en teksten) interactiviteit.
Medium enkelvoudsvorm van media, communicatiekanalen
Interface raakvlak of koppeling tussen twee verschillende systemen, bijvoorbeeld mens en computer of
tussen twee computersystemen.
, 2. Temporale structuur
Synchrone communicatie vindt plaats in echte tijd, het vindt instant plaats. Asynchrone communicatie heeft
tijdsvertragingen tussen de berichten of communicatie. Slechte connectie kan ervoor zorgen dat platforms met
normaal synchrone communicatie, nu asynchrone communicatie worden. Synchrone communicatie zorgt voor
snelle communicatie en kan mensen op afstand dichterbij elkaar laten voelen. Een nadeel van synchrone
communicatie is dat de interactie moet uitlijnen met de agenda’s van de personen. Asynchrone communicatie
geeft iemand de kans om zelf te bepalen wanneer iemand reageert, maar dit kan ervoor zorgen dat je een hele
late reactie of zelfs helemaal geen reactie krijgt.
3. Sociale signalen
Wanneer we body-to-body contact hebben met anderen, delen we een gedeelde context en kan je de fysieke
context van elkaar aflezen. Dit helpt bij de communicatie en wanneer we via digitale media communiceren,
ontbreken deze contexten. Digitale media biedt dus minder sociale signalen dan body-to-body of face-to-face
contact. Echter kan het gebrek aan deze signalen er ook voor zorgen dat mensen zich veiliger voelen en dat kan
een omgeving creëren waarin ze eerlijker zijn.
4. Opslag en 5. Repliceerbaarheid
Het onderhoud van berichten op servers of harde schijven in de loop van de tijd en de mogelijkheid om kopieën
te maken. Asynchrone platforms maken het makkelijk om dingen op te slaan en te repliceren.
6. Bereik
Face-to-face heb je een veel kleiner bereik, omdat er maar een beperkt aantal mensen in een ruimte passen.
Het bereik op digitale media kan enorm groot zijn, of toch worden kleingehouden door maximale aantallen in
bijvoorbeeld telefoongesprekken. Het bereik van digitale media is een machtige tool in de massa media.
7. Mobiliteit
Je hoeft niet op een bepaalde plek te zijn om bereikbaar te zijn en dit maakt digitale media mobiel.
Digital media
Het internet was origineel uitgevonden om militaire kennis veilig te houden. Hobbyisten hebben andere dingen
in het netwerk gebouwd zoals interactie platformen en games.
The textual internet
In het boek leggen ze hier de ontwikkeling van tekstuele internet uit (paginanummers 15-16).
The World Wide Web
In de 1990s werd het World Wide Web uitgevonden en dit leidde tot een verschuiving van communicatie en gaf
aanleiding tot meer nieuwe vormen van multimediacommunicatie. Verder moeten we vermijden om naar de
media te kijken als een geheel, want elk medium biedt unieke voorschotten (affordances) en beperkingen.
Who uses new digital media?
In het begin waren eigenlijk de enige gebruikers van digitale media de ontwikkelaars (in de VS en UK) zelf.
Daarna begonnen wetenschappers aan universiteiten het te gebruiken. En aan het einde van de 1980s waren
studenten het ook aan het gebruiken. Ook rond die tijd begonnen thuis-gebruikende hobbyisten op het
internet te gaan. Het internet werd gefundeerd door de NSF, maar toen die in 1994/1995 hun financiering eruit
trokken werd commerciële activiteit mogelijk.
Digital divide scheiding tussen degenen die toegang hebben tot het internet en degenen die dat niet
hebben. Leeftijd, etniciteit, inkomen, handicaps, educatie, woonplaats, hebben allemaal invloed op wie er
internet gebruiken en wie niet.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller julialunaharmsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.80. You're not tied to anything after your purchase.