Zintuigen, hersenen en beweging II (GNBA200106)
All documents for this subject (25)
1
review
By: demikant1 • 1 month ago
Seller
Follow
deemrlng
Reviews received
Content preview
Samenvatting ZHB2
Dorsale spieren zorgen voor extensie, supinatie en abductie.
Ventrale spieren zorgen voor flexie, pronatie (proosten moet je elkaar aankijken en kijken doe je met
de voorkant, dus ventraal) en adductie.
In de benen heb je een endorotatie waardoor de grote tenen naast elkaar komen te staan. Door deze
endorotatie heb je dat de ventrale en dorsale spiergroepen zijn omgedraaid, en ligt ventraal dus
achter (hamstrings) en de dorsale spieren ad voorkant (quadriceps). In de armen een exorotatie.
Aponeurose is een platte pees.
In een spier heb je verschillende bindweefselmembranen zitten. Endomysium is membraan om één
spiervezel heen, zit wel nog boven het sarcolemma. Er zitten heel veel capillairen en zenuwen in het
endomysium. Perimysium is membraan om 1 spierbundel/fasciculus, zenuwen, bloevaten en
lymfevaten doorboren het perimysium om elke spierbundel te bereiken. Epimysium is membraan om
hele spier heen.
Het endomysium, perimysium en epimysium zijn continu met elkaar verbonden en de
contractiekracht wordt via deze onderlinge verbindingen doorgegeven aan het bot.
Bij concentrische beweging wordt de spier actief verkort. Bij isometrische
beweging wordt de spier aangespannen, maar is er geen sprake van
lengteverandering. Bij excentrische beweging wordt spier actief verlengd. Spier
hoeft dus niet alleen maar actief te zijn wanneer deze verkort wordt, kan ook
actief zijn bij een verlenging of zelfde lengte. Concentrisch aanspannen kost meer
energie dan excentrisch aanspannen.
Bij actieve insufficiëntie is maximale verkorting bereikt: actine en myosine
filamenten kunnen niet nog verder in elkaar schuiven.
Bij passieve insufficiëntie is maximale verlenging bereikt: actine en myosine filamenten kunnen niet
nog verder uit elkaar worden getrokken.
De werklijn (d) van een spier is richting waarin hij trekt. Is te ontbinden in stabiliserende (s) en
bewegende (b) component. Moment van een spier (M) is kracht vd contractie (F) x arm van de
beweging/werklijn (d). Dus M= F x d.
Synergisten= spieren die dezelfde beweging veroorzaken
Het remmen van spieren is ook een belangrijke functie van de spieren. Je hebt namelijk agonisten en
antagonisten nodig voor een goede beweging.
De m. triceps surae is de kuitspier en bestaat uit 3 delen: de 2 koppen van de m. gastrocnemius en
de m. soleus.
Top 3 aangedane spieren bij een acuut spierletsel zijn (herstel 2 wk-3 maanden:
1. M. tricpes surae meestal de mediale kop van de m. gastrocnemius aangedaan
2. M. quadriceps meestal m. rectus femoris aangedaan
3. Hamstrings bestaat uit 3 delen en meestal scheurt m. biceps femoris
Excentrische belasting geeft een hogere kans op een spieroverrekking.
Contusion injury is een spierscheuring met een exogene oorzaak knietje. Distention injury is
spierscheuring met endogene oorzaak vaak zo bij explosieve sporten.
,ICE-regel= Immobilisatie, Compressie en Elevatie, maar kan ook staan voor het ijs bij cryotherapie
(dus gewoon ijzen). Je gebruikt dit als eerste behandeling bij een spier- of peesruptuur/verrekking
maar ook bij een tendinopathie en een chronische peesblessure.
Tendinopathie wordt vaak peesontsteking genoemd, maar er zijn GÉÉN ontstekingscellen aanwezig
dus eigenlijk is benaming “ontstoken pees” onjuist. Pijn wordt veroorzaakt door microscheurtjes in
de pees.
Hogere leeftijd verhoogt kans op chronische peesblessures. Komt door: afgenomen trekkracht,
afgenomen lokale doorbloeding en kwalitatief minder goed peesweefsel. Herstel duurt 3-12 maanden
en wordt vaak onderschat dus hoge recidief kans.
Symptomen chronische peesblessure:
Pijn
o Stadium 1 pijn na activiteit
o Stadium 2 pijn tijdens de activiteit, geen prestatieverlies
o Stadium 3 pijn tijdens activiteit, met prestatieverlies
o Stadium 4 pijn in rust
Crepitaties (hoeft niet altijd)
Stijfheid (m.n. in ochtend)
Zwelling of verdikking
Prestatievermindering
Soorten experimentele behandelingen bij chronische peesblessures:
Shockwave therapie = weefsel wordt kapot gemaakt om bloeding te creëren, waardoor
weefsel hierna weer beter herstelt.
Plaatjesrijk plasma = PT krijgt plasmatransfusie
Subcutis zorgt voor verbinding tussen huid en diepe fascie dmv bindweefselstrengen. Kan een losse
verbinding zijn zoals op handrug veel bewegingsvrijheid. Op handpalm is het niet handig om losse
huid te hebben dus huid zit daar stevig vast aan de ondergrond. Subcutis is bij vrouwen doorgaans
dikker dan bij mannen.
In de subcutis heb je huidzenuwen en huidvenen. De
oppervlakkige venen draineren op diep veneuze systeem
via perforerende venen. vena cephalica
V. cephalica loopt lateraal in de biceps en soms
ventrolateraal. Loopt tussen m. deltoideus en m.
pectoralis major in. Mondt uit in v. subclavia.
V. basilica loopt in distale deel sulcus bicipitalis medialis
en ligt mediaal van biceps. Mondt uit in v. brachialis.
V. mediana cubiti is verbinding/anastomose tussen v.
cephalica en v. basilica in elleboogplooi. Is de vene die
wordt aangeprikt bij bloedprikken!
De n. cutaneus antebrachii lateralis loopt lateraal mee in
onderarm met v. cephalica. De n. antebrachii medialis loopt mediaal in de onderarm mee met de v.
basilica. De n. cutaneus antebrachii posterior is sensorische tak van n. radialis en loopt over het
dorsale deel van de onderarm.
, V. saphena magna (VSM) loopt aan ventromediale zijde
bovenbeen en komt vanaf mediale voetrug. Loopt door hiatus
saphena (opening in fascie) en draineert in vena femoralis. N.
saphenus breekt in knie door fascie heen en loopt dan met v.
saphena magna mee. De vena saphena Magna loopt dus
Mediaal en draineert in de v. feMoralis.
Ventraal loopt n. cutaneus femoralis lateralis en is betrokken
bij meralgia paresthetica (= uitval of pijn aan zijkant dijbeen
zonder letsel). Dorsaal loopt de m. cutaneus femoralis
posterior.
V. saphena Parva komt in knieholte door fascie heen en loopt
dan ih midden ad dorsale kant vh onderbeen. Snoert lateraal af
van v. femoralis. Komt vanaf laterale kant van de voet en
mondt uit in de v. Poplitea. vsP Poplitea.
Het oppervlakkige veneuze systeem staat via de vv. perforantes in verbinding met het diepe
systeem. De vv. perforantes hebben kleppen die zorgen dat het bloed alleen van oppervlakkig naar
diep kan stromen. Als die vv. perforantes het niet meer doen (en de kleppen kapot zijn) kan je
spataderen/varices krijgen. Varices komen het meest voor in de VSM en VSP.
Huidzenuwen zijn enkel sensibel, ze hebben de compartimenten met de spieren namelijk al verlaten
en kunnen deze dus niet meer motorisch innerveren.
(Je hebt een n. cutaneus surae lateralis en een n. cutaneus surae medialis. Lopen bij de m.
gastrocnemius en komen samen in de n. suralis vlak boven de laterale malleolus, welke op voet
verder loopt als de n. cutaneus dorsalis lateralis. De n. fibularis superficialis gaat ook over voetrug
lopen.)
Sarcomeren zijn functionele delen vd spiervezel.
Bestaat uit overlappende actine en myosine
filamenten.
Dystrofine is een brugmolecuul dat contracties van
de myofibrillen doorgeeft aan het endomysium,
vervolgens aan het perimysium en dan aan het
epimysium en de pees.
Als aan het myosinekopje ADP en P zijn gebonden
kan actine binden. Als P wordt gekikt krijg je dat
roeieffect en als ADP wordt gekikt kan ATP weer
binden en dan laat actine weer los. Als ATP dan wordt
gehydrolyseerd naar ADP en P komt het myosine
filament weer in zijn originele staat.
Hypertonie is een verhoogde spierspanning. Dit kan
je behandelen door een goede warming up spier
wordt daardoor warm en beter doorbloed. Enzymen werken optimaal en kunnen beter afvalstoffen
afbreken. Dus meer toevoer van glucose en betere afvoer van afvalstoffen.
Door excentrische oefeningen te doen na een ruptuur van de hamstrings voorkom je spierverkorting,
hypertonie en functiebeperking.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller deemrlng. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.20. You're not tied to anything after your purchase.