Volledige samenvatting Bank en Verzekeringen '23-'24 (boek + slides + lesnotities)
256 views 23 purchases
Course
Bank En Verzekeringen
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Book
Van aandeel tot zichtrekening
Samenvatting Bank en verzekeringen 1BEM (volledige boek + slides + lesnotities) , Arteveldehogeschool AJ '23-'24.
Ik haalde een 17/20 door enkel deze samenvatting te leren.
Bevat achteraan ook een getallenlijst.
Lesgever: Leen Carrijn.
Boek: van Aandeel tot Zichtrekening (Leen Carrijn, ed...
, 5. rendement ..................................................................................................................................... 57
6. pro en contra ................................................................................................................................. 58
7. beleggersprofiel............................................................................................................................. 58
8. obligaties versus aandelen ............................................................................................................ 58
9. soorten .......................................................................................................................................... 59
10. staatsobligaties ............................................................................................................................ 59
H9 beleggingsfondsen & co ................................................................................................................... 62
1. omschrijving .................................................................................................................................. 62
2. schematische voorstelling ............................................................................................................. 62
3. indeling op basis van juridische structuur ..................................................................................... 63
4. indeling op basis van beleggingsstrategie ..................................................................................... 63
5. kenmerken..................................................................................................................................... 64
6. fiscale behandeling ........................................................................................................................ 65
7. voordelen ...................................................................................................................................... 66
8. nadelen .......................................................................................................................................... 66
9. Belgische fondsenmarkt ................................................................................................................ 66
10. speciale vormen van collectieve beleggingen ............................................................................. 67
H10 consumentenkrediet ...................................................................................................................... 70
1. omschrijving .................................................................................................................................. 70
2. WER (boek VII) ............................................................................................................................... 70
3. soorten .......................................................................................................................................... 71
H11 woonkrediet ................................................................................................................................... 73
1. omschrijving .................................................................................................................................. 73
2. hypotheek als waarborg ................................................................................................................ 73
3. contractueel verplichte verzekeringen.......................................................................................... 73
4. leningbedrag .................................................................................................................................. 74
5. WER boek VII betalings- en kredietdiensten ................................................................................. 74
6. rentevoetbepalende factoren ....................................................................................................... 75
7. diverse woonkredietformules ....................................................................................................... 76
8. aflossingsmethoden ...................................................................................................................... 76
9. vervroegde terugbetaling en herfinanciering ............................................................................... 77
10. woonbonus .................................................................................................................................. 77
H12: verzekeren: algemeen .................................................................................................................. 78
1. indeling van het verzekeringsbedrijf ............................................................................................. 78
, 2. wet verzekeringen van 4 april 2014 (BS 30/04/2014) ................................................................... 78
4. enkele interessante organisaties ................................................................................................... 80
H13 overzicht verzekeringsproducten .................................................................................................. 82
1. indeling van de verzekeringen....................................................................................................... 82
2. schadeverzekeringen: aansprakelijkheidsverzekeringen .............................................................. 83
3. schadeverzekeringen: zaakverzekeringsovereenkomsten ............................................................ 85
4. schadeverzekeringen: rechtsbijstandsverzekeringen ................................................................... 87
5. persoonsverzekeringen: levensverzekeringen .............................................................................. 87
6. persoonsverzekeringen: andere dan levensverzekeringen ........................................................... 89
GETALLEN- EN FORMULELIJST ........................................................................................................ 91
,H1 HET BELGISCH FINANCIEWEZEN
1. FINANCIËLE SECTOR IN BREDE ZIN
3 kenmerken van de financiële sector (in brede zin):
• Iedere instelling die een beroep doet op het spaarwezen
en/of
• Zorgt voor de financiering van de ondernemingen
en/of
• Fungeert als tussenpersoon tussen het spaarwezen en de kredietnemers
Zeer veel instellingen, daarom verdelen in categorieën:
o Kredietinstellingen (wij moeten enkel deze kennen)
o Participatiemaatschappijen
o Beleggingsondernemingen
o Institutionele beleggers
1.1.1 OMSCHRIJVING
Bankwet van 25 april 2014 omschrijft een kredietinstelling als een onderneming waarvan de
werkzaamheden bestaan uit:
• Het in ontvangst nemen van gelddeposito’s en andere terugbetaalbare gelden
• Het verstrekken van leningen/kredieten (incl. consumentenkrediet, hypothecair krediet en
financiering van handelstransacties)
= financiële intermediatie, basisactiviteiten van KI
• Andere: leasing, betalingsverrichtingen, uitgifte en beheer van betaalmiddelen, verlenen van
garanties en stellen van borgtochten, vermogensbeheer en beleggingsadvies,
effectenbeheer,…
• Banken hebben niet veel inkomen aan kredieten, daarom andere activiteiten (commissie-
inkomsten)
1.1.2 FUNCTIES
3 belangrijke functies van kredietinstellingen:
,1.1.3 REGISTER VAN DE NATIONALE BANK VAN BELGIË
KI moeten beschikken over een vergunning en geregistreerd zijn op de lijst/register van
kredietinstellingen bij de NBB.
Bij de KI naar Belgisch recht maakt de NBB een onderscheid tussen:
(Deposito)banken zijn heel heterogeen. We onderscheiden…
… op basis van actieradius (hoe ver rijkt activiteitenstraal?):
• Grote banken
o Sterke concentratie, uitgebreid filialennet
o ‘The Belgian Big 4’
▪ KBC, ING, BNP en Fortis
o Actief op ondernemingsvlak en particulierenvlak
o ‘Financiële supermarkt’
o Goed bereikbaar voor publiek
• Regionale en/of gespecialiseerde banken
o Nichemarkten
o Lokaal grote invloed
o Door specialisatie grote bekendheid
o Vb. Europabank
• Kleine banken
o Gering aantal vestigingen
o Beperk gespecialiseerd cliënteel
o Minder omzet
o Vb. BeObank
… op basis van distributiekanalen:
• Traditionele banken
o Traditionele business model
o Omnichannelstrategie (bankkantoren + website + app + bankieren van op afstand)
o Eigen kantorennet
o Meerdere distributiekanalen (kostelijk maar aanwezig)
o Vb. KBC, ING,…
• Onlinebanken
o Geen kantorennet
o Internet en/of bankapp als exclusief distributiekanaal (minder kosten)
o Focus op verkoop standaardproducten en plaatsen van beursorders
o Vb. NIBC, Hello Bank, …
2
,Spaarbanken/spaarkassen
• 5 spaarbanken in België
o Bescheiden in omvang (uitgezonderd Argenta)
o Enige 5 die reclame mogen maken als ‘spaarbank’
• Hoofdactiviteit: verstrekken van hypothecaire leningen
• Meer cliëntendeposito’s dan gewone banken + geven meer kredieten aan particulieren
o In het segment retail zijn spaarbanken dus belangrijker dan gewone banken
▪ Retailbanken: voor particulieren
▪ Wholesalebanking: voor ondernemingen en vermogende particulieren
• Werken vaak met agenten in plaats van kantoren
o Gevolmachtigde agent: mag logo gebruiken en kantoor openen maar is wel
zelfstandig. Gebonden aan de bank: mag alleen producten van die bank verkopen.
o Voordeel voor bank: kost geen geld, krijgt wel commissie/percentage
o Agenten zijn veel flexibeler dan bankkantoren
Effectenbanken (EKI)
• Tussen een KI en een beursvennootschap (2-tal in België)
• Mag (met uitzondering van kredietverstrekking) alle bankactiviteiten uitvoeren
• Hoofdzakelijk toelegging op effectenverrichtingen (aandelen en obligaties) en
vermogensbeheer (rijke Belgen)
• Mogen posities innemen met middelen van hun cliënten
• Depositorekeningen
2. BETALINGSINSTELLINGEN EN INSTELLINGEN VOOR ELEKTRONISCH GELD (EGI)
Betalingsinstellingen/Payment Services Directive I (met vergunning) bieden enkel betalingsdiensten
aan, en als ze toestemming krijgen mogen ze ook volgende activiteiten uitoefenen (niet-banken):
• Het verrichten van nevendiensten van betalingsdiensten (vb. overschrijving)
• Het exploiteren van betalingssystemen
Ze mogen geen gelddeposito’s en kredieten of andere terugbetaalbare gelden ontvangen of
elektronisch geld uitgeven. Ze mogen enkel betaalrekeningen aanhouden die uitsluitend voor
betalingstransacties gebruikt worden.
Elektronisch geld = een monetaire waarde vertegenwoordigd door een vordering op de uitgevende
instelling, die is opgeslagen op een elektronische drager, is uitgegeven in ruil voor ontvangen geld en
wordt als betaalinstrument aanvaard door andere ondernemingen dan de uitgever.
Instellingen voor elektronisch geld (EGI) (soort van betalingsinstelling+) (met vergunning) zijn, naast
aanbieding van betalingsdiensten, ook toegelaten om:
• Uitgifte van elektronisch geld (vb. betaalkaarten met geld op vb. maaltijdcheques)
• Distributie/terugbetaling van elektronisch geld
Geen kredietverleningen of deposito’s
3
,3. MONETAIRE OVERHEID
Monetaire overheid omvat de instanties die het monetair beleid bepalen en uitvoeren
• Monetair beleid = beslissingen van centrale banken om een invloed uit te oefenen op de
prijs van geld, de kosten om te lenen en de opbrengst van het spaargeld.
3.1 ECB, ESCB EN HET EUROSYSTEEM
1998: Europese centrale bank (ECB) en Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB, = ECB + NCB’s)
opgericht met hoofdzetel in Frankfurt. Christine Lagarde is de voorzitter nu.
1999: eurogebied en eurosysteem (ECB + NCB’s) ontstaan
De ECB staat volledig onafhankelijk in voor het monetaire beleid van de eurolanden en het ESCB.
Andere taken (naast monetair beleid) van de ECB: bankbiljetten in omloop brengen,
valutamarktoperaties, toezicht banken eurozone,…
3.2 NATIONALE BANK VAN BELGIË (NBB)
• Centrale Bank van België
• Hoofdzetel in Brussel
• Huidige gouverneur: Pierre Wunsch
3.2.2 TAKEN NBB
• Handhaven van de monetaire stabiliteit en het financieel toezicht (samen met ECB)
• Bepaling en uitvoering monetair beleid
• Uitgifte bankbiljetten en munten (elke CB krijgt een quotum)
o Controle van de geldomloop
• Beheer goud- en deviezenreserves
• Studies en statistieken
• Internationale opdrachten
• Kassier van de staat, dienstverlening voor de staat
• Diensten voor hele financiële sector (o.a. UCV)
4
, 4. CONTROLERENDE INSTELLINGEN (8)
→ houden oog in het zeil in de financiële wereld
Belangrijk voor examen!!!
GTM/SSM, NBB, FSMA, FOD FINANCIËN, HRF, FOD ECONOMIE, CFI, GBA/privacycommissie
4.1 GEMEENSCHAPPELIJK TOEZICHTSMECHANISME (GTM) /SINGLE SUPERVISORY
MECHANISM (SSM)
Het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (GTM) of Single Supervisory Mechanism (SSM) is het
stelsel voor bankentoezicht in Europa. Het bestaat uit de ECB + nationale toezichtsautoriteiten. Het is
onderdeel van de Bankenunie. Eigenlijk is dit de ECB.
• Theorie:
o ECB: toezicht op alle banken eurozone → onmogelijk
• Praktijk:
o ECB werkt samen met andere banken en legt focus op banken onder direct toezicht
(significante grote banken en probleembanken)
o De NBB controleert banken onder indirect toezicht (andere, kleine, minder
significante banken)
o De EBA (Europese bankenautoriteit) overkoepelt nationale toezichthouders
4.2 NATIONALE BANK VAN BELGIË (NBB)
Nationale bank van België (NBB): Micro- (banken individueel) en macro- (financiële sector:
stabiliteit) prudentieel toezicht op de financiële sector.
Compliance officer: moet in de gaten houden dat bank zich houdt aan de wetgever
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SilkeDL. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.76. You're not tied to anything after your purchase.