Visual Sing Physical Geography Second Edition Summary of Hs 8, 9, 10, 11, 12, 13, 14. (Hs 8 only on the structure of the earth) there are some links to movies to make it clearer.
Visualizing Physical Geography
Second Edition
Timothy Foresman, Alan H. Strahler
Hoofdstuk 8
NB. Dit deel gaat alleen over de structuur van de aarde. Het stenen gedeelte zit er niet bij.
Uniformitarianism = alles wat wij kunnen waarnemen vandaag wat ooit is ontstaan
aan het begin van de aarde.
Geologic timescale = verdeling van de geschiedenis van de aarde in verschillende
tijdperken.
Radiometric dating = het nauwkeurig bepalen van de leeftijd van de stenen.
Endogene processen = interne processen van de aarde die tektoniek en vulkanen
maakt. Krachten die van binnenuit op de aarde inwerken.
Exogene processen = betrekking heeft op natuurkrachten die de aardkorst van
buitenaf veranderen door middel van drie processen: verwering, erosie en
sedimentatie.
Landsforms = de natuurlijke vorm van de aarde, met betrekking tot bergen, valleien.
Deze zijn gemaakt door erosie en het weer.
Initial landforms/ eerste landvormen = landvormen die rechtstreeks zijn gemaakt door
vulkanisme of tektoniek.
Seqential landforms/erop volgende landvormen = deze landvormen zijn gemaakt door
erosie, verwering en sedimentatie.
Structuur van de aarde;
Core (kern) = Deze kern bestaat vooral uit ijzer, nikkel en nog wat andere elementen en
heeft ook weer een binnen- en buitenkern.
De buitenkern is vloeibaar en de binnenkern is vast en bestaat uit ijzer en nikkel. De
binnenkern is heter dan de buitenkern, maar toch is de binnenkern vast, doordat er met hoge
druk door de omliggende materialen op wordt gedrukt.
Doordat de Aarde draait, spint de buitenkern om de binnenkern en dat heeft dan weer het
magnetisme van de Aarde tot gevolg.
Mantle (mantel) = de harde laag tussen de kern en de korst. Het bestaat uit 2 delen;de
buitenmantel en de binnenmantel.
De lower mantle is heter dan de upper mantle, maar deze is harder, omdat het altijd te
maken heeft met intense druk op deze diepte.
In the upper mantle is de temperatuur/druk lager dus ook de rotsen zijn minder hard. Deze
zachte, plastic laag heet de asthenosfeer.
Crust (korst) = de buitenste, vaste laag van de aarde.
Oceanische korst = Het type korst dat zich onder de oceanen bevindt wordt oceanische korst
genoemd. Het bestaat voornamelijk uit mafische stollingsgesteenten, aan het oppervlak
basalt, dieper in de korst dioriet en uiteindelijk gabbro. Meestal ligt er over deze
stollingsgesteenten een laag diep marien sediment.
Continentale kortst = Onder de continenten en continentale platforms ligt continentale korst.
Dit type korst bestaat uit felsische en intermediaire stollingsgesteenten en metamorfe en
sedimentaire gesteenten.
, Lithosfeer = bestaat uit de aardkorst en het bovenste gedeelte van de aardmantel. De
lithosfeer verschilt van de onderliggende asthenosfeer doordat het gesteente kouder, sterker
en rigider is.
Hoofdstuk 9
Platen tektoniek = de theorie van tektonische activiteiten die zich bezighouden met
lithosferische platen en hun bewegingen.
Divergentie = 2 lithosferische platen die uit elkaar gaan. Als platen bewegen komt er een
scheur en die wordt gevuld met magma van de asthenosfeer. De magma stolt en wordt lava
en van dit wordt nieuwe oceanische korst gemaakt. De ophoping van lava creëren een mid-
oceanische rug = is een langgerekte, hoger gelegen structuur op de bodem van een oceaan.
Convergentie = als er twee platen naar elkaar worden geduwd. Een plaat glijdt onder de
andere = subductie. Of als de twee platen botsen ontstaan er nieuwe bergen = orogeny.
Transvergerende platen = platen gaan zonder botsen langs elkaar. De platen gaan verder en
gaan via verticale breuken door de hele lithosfeer heen naar beneden.
Deze vormen bestaan allemaal uit een van de twee vormen van tektonische activiteiten,
namelijk;
1. Samendrukken = als 2 platen tegen elkaar aan worden geduwd
2. Verlengen = 2 platen worden uit elkaar geduwd
Subductie = is het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of
continentale plaat schuift.
Als twee platen botsen ligt het aan hun dikte en dichtheid welke gedwongen is om onder de
andere te schuiven.(= subductie).
Botsing zones;
Als twee continentale platen botsen zijn de platen allebei te dik en te drijvend om onder de
andere te schuiven. Ze botsen dus tegen elkaar en dan worden de verschillende stukken
aardkorst verfrommeld in stevig samengeperste wave-like structuren = folds/ plooi.
Deze twee continentale platen worden met enorme kracht tegen elkaar aangeduwd. Maar
door de opwaartse druk kan er geen subductie plaatsvinden. Deze platen worden dus tegen
elkaar aangedrukt, maar de platen moeten toch ergens heen; hierdoor ontstaat een
plooiingsgebergte. Door de botsing van twee platen kunnen enorme hooggebergtes ontstaan
zoals op het eiland Kreta. Er is daar duidelijk te zien dat de verschillende lagen gesteentes
langzaam geplooid zijn.
Orogeny/ gebergte door druk = het vormen van bergen door botsingen van platen. (plooien
vorming)
Anticline/plooirug = het materiaal naar binnen is ouder
Synclines/plooidal = het materiaal naar buiten is ouder
De oceanische korst die inmiddels gesubduceerd is (de zogenaamde "slab") zit nog wel vast
aan het continent en trekt het mee (zogenaamde "slab pull") de subductiezone in.
Afbeelding 9.10;
Wanneer continentale platen botsen kunnen de rotsen op de grenzen door extreme druk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mondragone. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.