KTG toets Hoofdfase
Sociale ecologie
Ecologisch model van Bronfenbrenner
De meeste nabije en invloedrijke omgeving is de omgeving waarin het kind de
meeste tijd doorbrengt. Deze invloed wordt geïllustreerd met een eerste cirkel
om het kind, die het ‘microsysteem’ wordt genoemd. Dat is in de eerste plaats
het gezin, naast andere invloedrijke settings zoals school of de buurt.
De volgende cirkel die van invloed is op de ontwikkeling van het kind wordt het
‘mesosysteem’ genoemd. Hiermee wordt de invloed bedoeld op het kind, die
voortkomt uit de wisselwerking tussen verschillende settings in het micro
systeem, zoals tussen gezin en school, tussen ouders en buren.
De derde cirkel wordt het ‘exosysteem’ genoemd, waarmee verwezen wordt
naar invloed die minder direct is, zoals onderwijsbeleid of het school
curriculum. Maar denk ook aan interacties met media. Vrienden, buren en
werk.
De vierde cirkel is het ‘macrosysteem’ dat op afstand de ontwikkeling van het
kind indirect beïnvloedt. Voorbeelden zijn sociale normen en waarden die een
rol kunnen spelen in een samenleving en culturele overtuigingen over
ontwikkelingsstimulering bij kinderen.
Balansmodel (Bakker)
Het balansmodel geeft een overzicht van het samenspel van beschermende en
risicofactoren voor de ontwikkeling van een kind op 3 niveaus. Met dit model kan de
gezinssituatie en de eventueel benodigde opvoedsteun of -hulp nauwgezet worden
bepaald.
,Groepsprocessen
Tuckman: stelt dat groepen zich in elke fase met specifieke vraagstukken
bezighouden en dat dit het gedrag van de groep beïnvloedt.
Volgens het model van Tuckman gaat een groep verschillende stadia door, die elk
zijn eigen kenmerken heeft. Echter, niet elke groep doorloopt alle stadia, en kan
blijven hangen of zelfs terug vallen in een vorig stadium. Hieronder worden elk van
de stadia beschreven.
Fasen van groepsvorming – forming, storming, norming, performing
Forming periode van oriëntatie en testen van elkaar, van onzekerheid waarin
de groepsleden hun plaats in de groep en de procedures en regels van de groep
proberen te bepalen.
Storming ontstaan er problemen: groepsleden gaan zich verzetten tegen de
invloed van de groep en het uitvoeren van taken. De leden confronteren elkaar met
hun verschillen en het oplossen van conflicten vraagt veel aandacht.
, Norming groepscohesie en de betrokkenheid bij de groep nemen toe.
Performing Kunst van het samenwerken. De groepsleden ontwikkelen meer
flexibele vormen van samenwerking om de groepsdoelen te bereiken.
Tuckman heeft samen met Jensen een 5e fase toegevoegd: Adjourning als de
taak is volbracht, vermindert het contact, evenals de emotionele afhankelijkheid en
valt de groep uit elkaar.
Sociale ontwikkeling
Bij het oplossen van ontwikkelingstaken (onbekende of moeilijke situaties) heeft
het kind behoefte aan steun. Als er sprake is van goede ondersteuning door
ouders en de leerkracht, zal het vertrouwen van het kind in zichzelf en de ander
toenemen. Een kind met vertrouwen in zichzelf en de ander heeft veerkracht
kan tegen een stootje en heeft zichzelf in de hand. Het zal ook vaker vanuit de
omgeving sociale ondersteuning vinden. Het blijft gedurende het hele leven
doorgaan.
het cyclisch model van
vertrouwen Vertrouwen en
zelfvertrouwen
Sociale Veerkracht en
ondersteuning controle
Fasen in de sociale ontwikkeling
De sociale ontwikkeling heeft in belangrijke mate te maken met rolneming.
Rolneming is een cognitief en sociaal proces dat erop wijst dat het kind in staat is
zich in de gedachten, gevoelens en het gedrag van anderen te verplaatsen. Dit
betekent dat het zich los kan maken van zijn eigen wereldbeeld en de wereld kan
bezien vanuit het perspectief van de ander.
Niveau Leeftijd Typering Omschrijving
0 4-6 Egocentrische Het kind onderscheidt het Zelf en de
jaar rolneming Ander. Ook onderscheidt het emoties
bij anderen, maar het maakt nog geen
duidelijk onderscheid in perspectieven
van zichzelf of de ander. Bv: het kind
ziet een ander kind huilen. ‘Die heeft
verdriet, ik denk dat zijn poes net dood
is’. (zijn poes is dood) niet dat van een
ander kind.
1 6-8 Subjectieve rolneming Er is een bewustzijn van verschillende
jaar perspectieven bij zichzelf en de ander,
, omdat ze in verschillende situaties
verkeren of verschillende informatie of
waarden hebben. Bv: Een kind zit stil
voor zich uit te kijken en de ander zegt:
‘Dat komt omdat ik weet dat z’n poes
dood is.’
2 8-10 Zelf reflexieve Het kind is zich bewust van
jaar rolneming perspectieven van anderen op grond
van verschillende waardepatronen. Het
relateert perspectieven, ziet in dat de
ander ook het perspectief van zichzelf
kan innemen. Bv: ‘Ik denk dat hij denkt
dat ik denk, dat…’
3 10-12 Wederzijdse rolneming Het kind kan vanuit het standpunt van
jaar de ‘neutrale’ derde een
interactiesituatie overzien. Bv: Oké, ik
weet dat hij zo denkt.
4 12-15 Sociale en De perspectieven van groepen in
jaar conventionele plaats van individuen worden in de
rolneming beschouwing betrokken. Bv: ‘Ik vind dit
niet zo belangrijk, maar de anderen
wel, dus ik doe mee.’
5 Vanaf Rolneming vanuit De persoon komt tot het inzicht dat alle
15 jaar diepgaand perspectief cognitieve perspectieven in essentie
relatief zijn. Dat wil zeggen dat ze
onder meer afhankelijk zijn van sociale
en culturele conventies. Bv: ‘Ik kan dat
wel vinden, maar een andere cultuur
vindt iets anders’.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
John Bowlby ontwikkelde de gehechtheidstheorie. Onder een
gehechtheidsrelatie verstaat Bowlby een duurzame affectieve relatie die het
kind in het eerste levensjaar met zijn opvoeders opbouwt. Wanneer deze
wordt verbroken is het schadelijk voor het kind. De ontwikkeling kan in de
eerste drie levensjaren (gevoelige periode) zelfs verstoord worden als er een
scheiding plaatsvindt. Rond het 3e jaar is de basis voor hechting gelegd. Het
kind kan zijn eigen wereld opbouwen zonder dat het de permanente
aanwezigheid van de veilige opvoeder nodig heeft. Veiligheid is de basis voor
de verdere ontwikkeling van het kind (Bowlby) Veilig gehechte kinderen
nemen initiatief tot exploratie en spel en het zelfstandig oplossen van taken.
Bovendien is de basis gelegd voor een positief zelfbeeld. Het kind heeft
vertrouwen in zichzelf en anderen.
Spelontwikkeling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ilse14. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.58. You're not tied to anything after your purchase.