100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Biologie thema 7 ecologie en milieu $5.20   Add to cart

Summary

Samenvatting Biologie thema 7 ecologie en milieu

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Level

Biologie thema 7 ecologie en milieu

Preview 2 out of 7  pages

  • November 1, 2022
  • 7
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 5
avatar-seller
Biologie thema 7 ecologie en milieu

Paragraaf 1 organismen

Ecologie is de wetenschap waarbij de wisselwerking tussen organismen en hun omgeving wordt
bestudeerd. Ecologisch onderzoek vindt plaats op verschillende organisatieniveaus: van molecuul, cel
en organisme tot populatie, ecosysteem en uiteindelijk de gehele biosfeer

Een groep organismen van dezelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voorplanten, heet
een populatie. Alle populaties in een bepaald gebied samen noem je een levensgemeenschap

Biotische factoren zijn invloeden afkomstig van de levende natuur
Abiotische factoren zijn invloeden van de levenloze natuur. De
abiotische factoren in een ecosysteem vormen samen de biotoop

Een ecosysteem is een min of meer begrensd gebied waarin een
wisselwerking plaatsvindt tussen verschillende biotische en abiotische
factoren (bv. duingebied, heideveld, aquarium)

Binnen een ecosysteem heeft elke soort zijn eigen habitat (het leefgebied van een organisme)

Abiotische factoren zijn van invloed op de soortensamenstelling : de verschillende soorten binnen
een gebied.
- Bodemgesteldheid
 Zand: grote bodemdeeltjes, veel lucht en weinig water. Kan water niet goed
vasthouden
 Klei: kleine bodemdeeltjes, weinig lucht en veel water. Kan water goed vasthouden
 Humus: mengsel van organische en anorganische stoffen en micro-organismen
(reducenten). Humus verbetert de structuur van de bodem en gaat uitspoeling van
mineralen tegen
 Andere factoren: o.a. pH (zuurgraad), grondwaterstand, gehalte aan mineralen
- Licht
 Zonplanten groeien het best bij een hoge lichtintensiteit (bijv. in het open veld),
schaduwplanten bij een lage lichtintensiteit (bijv. op de bodem van een loofbos)
 De daglengte heeft bij veel organismen invloed op het tijdstip van voortplanting (bijv.
bloemvorming bij planten, paring bij dieren)
 In zeeën en oceanen dringt allen licht door in de bovenste lagen
- Water
 Landplanten in een vochtig milieu hebben zwak ontwikkelde wortelstelsels, bladeren
met een dunne cuticula (waslaagje) en veel huidmondjes
 Landplanten in een droog milieu hebben goed ontwikkelde wortelstelsel, balderen
met een dikke cuticula en weinig huidmondjes (speciaal aan de onderkant van de
bladeren)
- Temperatuur
 De enzymactiviteit is afhankelijk van de temperatuur. Bij lage temperaturen is het
klein, bij hoge groot.

Elke soort heeft een eigen verspreidingsgebied (of areaal). Dat is het gebied waar een soort op aarde
voorkomt. Soorten met een grote tolerantie hebben een groot verspreidingsgebied

Tolerantie is het vermogen van organismen om schommelingen in een abiotische factor te verdragen
- Optimum  de waarde van een abiotische factor die het gunstigst is voor het organisme

, - Beperkende factor  abiotische factor die bepaalt hoeveel organismen van een soort in een
gebied kunnen overleven

Paragraaf 2 populaties

De relaties tussen organismen kunnen gericht zijn op concurrentie (competitie, strijd) of op
coöperatie (samenwerking). Bij concurrentie gaat het bijv. om voedsel, ruimte, een partner of licht.
De concurrentie tussen populaties is vaak minder sterk dan de concurrentie binnen populaties

Natuurlijke selectie: de organismen die het best zijn aangepast aan het milieu, hebben de grootste
overlevingskans. Bij sterke concurrentie is de selectiedruk hoog.

Door hoge selectiedruk kan de genetische variatie binnen een populatie dus kleiner worden. Als de
abiotische omstandigheden nu veranderen, is juist een grote genetische diversiteit gunstig voor een
populatie.

Symbiose is het langdurig samenleven van organismen van verschillende soorten
- Mutualisme  beide organismen hebben voordeel
- Commensalisme  het ene organisme heeft voordeel en het andere
geen voordeel en geen nadeel
- Parasitisme  een organisme (parasiet) leeft op of in een organisme
van een andere soort (gastheer) en onttrekt er voedsel aan

De grootte van een populatie wordt weergegeven als het gemiddelde
aantal individuen per oppervlakte-eenheid (op het land) of per volume-
eenheid (in het water)

Factoren die van invloed zijn op de populatiegrootte:
- Predatie, parasitisme, ziekte, concurrentie
- Geboorte, sterfte en migratie (verplaatsing, verhuizing). Organisme kunnen van elders een
populatie binnentrekken (immigratie) of uit een populatie wegtrekken (emigratie)
- Factoren veroorzaakt door het klimaat of door de mens

Biologisch evenwicht is de situatie waarbij de populatiegrootte schommelt rond een bepaalde
waarde.

Een biologisch evenwicht wordt gehandhaafd door negatieve terugkoppeling. Als de populatie groter
wordt, nemen predatie, parasitisme en ziekten toe en neemt de hoeveelheid voedsel af. Hierdoor
krimpt de populatie weer.
Als de populatie kleiner wordt, nemen predatie, parasitisme en ziekten af en neemt de hoeveelheid
voedsel toe. Hierdoor groeit de populatie weer.

Inheems soorten die van nature in een gebied voorkomen
Uitheems soorten die van nature niet in een gebied voorkomt

Organisme dat als gevolg van menselijk handelen terechtkomen in een leefgebied waarin ze van
oorsprong niet thuishoren, worden exoten genoemd.

De draagkracht van een ecosysteem is de maximale populatiegrootte die over langere tijd in dat
ecosysteem kan worden gehandhaafd. Nat het instorten van een populatie kan zich een nieuw
biologisch evenwicht instellen, meestal met een lagere draagkracht
Paragraaf 3 ecosystemen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisvanslooten1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80796 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.20
  • (0)
  Add to cart