100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting FOR -3.1 $7.82   Add to cart

Summary

Samenvatting FOR -3.1

 81 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een handige samenvatting voor het tentamen FOR -3.1 omtrent consolideren. Het volgende zit in de samenvatting: - H16, H17, H18.4 Jaarverslaggeving - H7, H21, H22 Boekhouden geboekstaafd 3 - Socrative vragen - Eliminatieposten upstream-sales volgens de verkrijgingsprijs- en de vermogensmutatieme...

[Show more]

Preview 4 out of 63  pages

  • No
  • H16, h17, h18.4
  • October 12, 2022
  • 63
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
FOR Accountancy jaar 3 S3

Week 1
Hoofdstuk 16 kapitaalbelangen (16.1, 16.3 en 16.4)

Mogelijke waarderingsgrondslagen

Als een onderneming participeert in het eigen vermogen (en dus meestal aandeelhouder is)
van een andere onderneming, heeft zij daarin een kapitaalbelang.
 NV/BV: de belanghouder bezit aandelen in desbetreffende nv of bv.

1. Rechtstreekse waardering kapitaalbelang:
A. Aanschafprijs; het kapitaalbelang wordt ter boek gesteld voor het betaalde
bedrag. Waardering verandert later niet meer, tenzij zich een duurzame
waardedaling voordoet; in dat geval dient afboeking naar lagere werkelijke
waarde plaats te vinden.

Voorbeeld:

Van de aankoop per 1 januari 2016
0 Kapitaalbelang €4.000.000
Aan 1 Liquide middelen €4.000.000

Van de mutaties over 2016
1 Liquide middelen (40% v €500.000) €200.000
Aan 9 Resultaat uit kapitaalbelang €200.000

 Voordeel: Bij een waardering tegen aanschafprijs wordt er een objectieve
waardemaatstaf gebruikt.
 Nadelen:
o Een stijging van de werkelijke waarde van het kapitaalbelang komt in de
boekwaarde niet tot uiting, waardoor er na verloop van tijd een grote stille
reserve in de post Kapitaalbelang kan schuilen.
o De op moment van overname betaalde goodwill blijft in principe permanent
geactiveerd in de balanspost Kapitaalbelang. Goodwill is het verschil tussen de
aanschafprijs en de nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang. Alleen als
de onderneming waaraan kapitaal wordt verschaft niet alle winsten uitkeert,
zal de nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang de aanschafprijs
benaderen en uiteindelijk mogelijk overschrijden; in dat geval wordt de
goodwill dus van de balans ‘verdreven’.
o Als de houder een zodanig groot aandelenpakket in zijn bezit heeft dat hij
invloed op het dividendbeleid kan uitoefenen, bestaat het gevaar dat er door
de houder van het pakket een winststuring gedaan wordt; in jaren dat de
winst uit eigen bedrijfsactiviteiten van de houder tegenvalt, kan deze zich een
extra groot dividend laten uitkeren, terwijl in goede jaren wordt afgezien van
dividenduitkering. Schommelingen in het totale resultaat van de houder
worden dan kunstmatig afgezwakt.

, B. Actuele waarde; er wordt een waardeverandering van het kapitaalbelang aan
passiefzijde van de balans verwerkt in de post Herwaarderingsreserve. Het
gedeclareerde dividend wordt als resultaat uit het kapitaalbelang verantwoord.

Voorbeeld:

Van de aankoop per 1 januari 2016
0 Kapitaalbelang €4.000.000
Aan 1 Liquide middelen €4.000.000

Van mutaties over 2016
1 Liquide middelen € 200.000
0 Kapitaalbelang €1.000.000
Aan 9 Resultaat uit kapitaalbelang € 200.000
Aan 0 Herwaarderingsreserve €1.000.000

 Voordeel: actuele waarde zorgt ervoor dat er zich geen stille reserves in de post
Kapitaalbelang bevinden.
 Nadeel:
o Het is niet eenvoudig; bij beursgenoteerde ondernemingen de beursprijs en in
andere gevallen zal er sprake zijn van een schatting die gebaseerd is op een
veelheid van (arbitraire) veronderstellingen.
o Waardestijging wordt niet in de herwaarderingsreserve verwerkt, waardoor
de winst niet wordt beïnvloed door deze subjectiviteit.
o Beurswaarde is in feite geen relevante waarderingsgrondslag.


C. Reële waarde: bij aandelen zullen de reële waarde (verkoopwaarde) en de
actuele waarde (actuele inkoopprijs) in principe samenvallen. Bij toepassing van
de reële waarde wordt de waardevermindering van het kapitaalbelang echter als
winst beschouwd en niet verwerkt in een herwaarderingsreserve.
 Het resultaat uit het kapitaalbelang bestaat daarmee uit de som van het
gedeclareerde dividend en de waardemutatie van het kapitaalbelang.

Voorbeeld:

Van de aankoop per 1 januari 2016
0 Kapitaalbelang €4.000.000
1 Liquide middelen €4.000.000

Van de mutaties over 2016
1 Liquide middelen € 200.000
0 Kapitaal belang €1.000.000
Aan 9 Resultaat uit kapitaalbelang €1.200.000

Als reële waarde wordt gebruikt, heeft de schatting van de waarde van het kapitaalbelang
per einde boekjaar wel invloed op de winst.

, 2. Waardering achterliggende activa e verplichtingen:
A. Nettovermogenswaarde: er wordt ‘door de aandelen heen gekeken’ naar de
achterliggende activa en verplichtingen die verworven zijn met het
kapitaalbelang.
 Het kapitaalbelang wordt gewaardeerd op het bedrag waarvoor de activa en
verplichtingen per saldo in de balans van de deelnemer zouden zijn opgenomen, als
hij niet de aandelen had verworven, maar rechtstreeks die activa en verplichtingen.
 Als de koper van het belang een bedrag betaalt dat geen betrekking heeft op een
aanwezige post, is er sprake van goodwill. Deze goodwill wordt als aparte post in de
balans van de houder opgenomen.

 Om de nettovermogenswaarde te kunnen toepassen is het noodzakelijk te
onderzoeken hoe het overnamebedrag van €4.000.000 is bepaald.

Voorbeeld:

Activa: Pand 40% van €7.000.000 = €2.800.000
Voorraad 40% van €4.000.000 = €1.600.000 +
€4.400.000

Passiva: Schulden 40% van €4.000.000 = €1.600.000 -
Per saldo: €2.800.000

Van de aankoop per 1 januari 2016 wordt geboekt:
0 Goodwill €1.200.000
0 Kapitaalbelang €2.800.000
Aan 1 Liquide middelen €4.000.000

- Vermogensmutatiemethode: de waardering van het kapitaalbelang wordt aangepast
aan de mutaties in het eigen vermogen van de onderneming waarin wordt
deelgenomen.

Deze mutaties in het eigen vermogen van het kapitaalbelang kunnen zich voordoen:
 Resultaten van het kapitaalbelang
 Gedeclareerde dividenden
 Rechtstreekse vermogensmutaties (actuele waarde; waardering en winstbepaling)

Mutatieoverzicht
Stand per 1 januari 2016 €2.800.000
Resultaat € 640.000 +
Dividend € 200.000 –
Stand per 31 december 2016 €3.240.000

, B. Equitymethode: er wordt door de aandelen heen gekeken naar de achterliggende
activa en verplichtingen. Het verschil met nettovermogenswaarde is dat de
betaalde goodwill niet als aparte post in de balans wordt opgenomen, maar
onderdeel uitmaakt van de post Kapitaalbelang, die daarmee bestaat uit 2
componenten; de nettovermogenswaarde en de betaalde goodwill. Een
kapitaalbelang wordt allereerst tegen aanschafprijs opgenomen.
- Volgens Titel 9 BW2 niet toegestaan, volgens IFRS wel toepassen.

Voorbeeld:

Van de aankoop per 1 januari 2016 volgende boeking:
0 Kapitaalbelang €4.000.000
Aan 1 Liquide middelen €4.000.000

Afschrijving al in resultaat verwerkt.

Journaalposten van de mutaties over 2016:
0 Kapitaalbelang € 640.000
Aan 9 Resultaat uit kapitaalbelang € 640.000

1 Liquide middelen € 200.000
Aan 0 Kapitaalbelang € 200.000

9 Resultaat uit kapitaalbelang € 60.000
Aan 0 Kapitaalbelang € 60.000


Regelgeving van de IASB

3 soorten kapitaalbelangen:
1. Subsidiaries: een kapitaalbelang waarin de deelnemer de zeggenschap heeft, waarbij
de zeggenschap wordt gedefinieerd als het zijn blootgesteld aan of het hebben van
rechten op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid nij het
kapitaalbelang en het beschikken over de mogelijkheid die opbrengsten door zijn
macht over het kapitaalbelang te beïnvloeden.
o Waardering tegen aanschafprijs of reële waarde. In de geconsolideerde
jaarrekening is de waardering niet aan de orde; in die jaarrekening worden
subsidiaries geconsolideerd.

2. Associates: een kapitaalbelang waarin de deelnemer invloed van betekenis heeft,
waarbij invloed van betekenis wordt gedefinieerd als macht om deel te nemen aan
de financiële en operationele beleidsbeslissingen van het kapitaalbelang.
- Volgens IASB is invloed van betekenis aanwezig bij een bezit van minimaal 20% van
de stemrechten.

Joint arrangements: overeenkomsten waarover 2 of meer partijen gezamenlijke
zeggenschap uitoefenen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnevandelangenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.82  1x  sold
  • (0)
  Add to cart