Dit is een samenvatting van de aantekeningen van de les die gemaakt zijn en de powerpoints die gegeven zijn. De samenvatting is ook aangevuld met video's van youtube en opgenomen colleges van voorgaande jaren
System Engineering
Week 1:
Een computer werkt met nullen en eentjes.
Layers:
- 5: Problem oriented language level: meeste programma’s en talen die we dagelijks
gebruiken bestaan op dit niveau. Programma’s zoals browsers, tekstverwerkers, etc.
en talen zoals HTML, SQL, Java.
- 4: Assembly language level: talen zoals jave script worden hoog genoemd omdat ze
te maken hebben met abstracte concepten voor mensen om mee te werken. Andere
talen op het assembly niveau gaan om met een eenvoudigere concepten zoals
nummers, meer geschikt om door hardware verwerkt te worden. taal die vraagt
meer met registers en computer zelf, tussenlaag. Appendix C, 691
- 3: Operating system machine level: manages computers memory. De primaire rol
van een besturingssysteem is het beheren van alle middelen. Het heeft
stuurprogramma’s, om software te beheren en specifieke hardware, het heeft ook
veel algoritmes om processen toe te staan.
- 2: Instruction set architecture level: dezelfde software kan op verschillende
hardware draaien, i5,AMD, dit komt door de processor ook wel een instructie set
- 1: Microarhitecture level: hier vind je registers die informatie opslaan, lokaal
geheugen, en rekenkundige logische eenheden (ALU) die eenvoudige berekeningen
kunnen uitvoeren.
- 0: Digital logic level: hier bevinden zich transistoren en andere elektronische
onderdelen. Transistoren worden gebruikt om grotere componenten te bouwen.
Bijvoorbeeld twee transistoren worden gebruikt om één AND-poort te creëren.
Digital electronics and information processing: digitale elektronica gebruikt fysieke
eigenschappen van materialen en elektriciteit om informatie te verkrijgen, op te slaan, te
verwerken en weer te geven. Het is een lange weg van een minieme nederige transitor naar
8 miljoen pixels die schakelen op 60 frames per seconden.
De reden dat er met 0 en 1 wordt gewerkt is dat er beperkingen zijn in de techniek die
gebruikt wordt in computers. Er staat wel of geen spanning ergens op. 1 wel spanning 0
geen spanning
Transistor: invloedrijke uitvinding van afgelopen 200 jaar. Is niet essentieel voor
een computer. s komt spanning binnen. Spanning wordt alleen doorgelaten als er
bij de g spanning staat/g aanstaat, dan krijgt d spanning. Als een computer snel kan
rekenen heeft hij heel veel transistoren nodig. Als s = 1 en g = 1 dan d = 1. Als s = 0
en g = 1 dan d = 0. Als s = 1 en g = 0 dan d = 0.
Booleans logic: Als a = 0 en b = 0 dan d = 0. Als a = 1 en b = 0
dan d = 0. Als a = 0 en b = 1 dan d = 0. Als a = 1 en b = 1 dan d
= 1.
Twee variabele moeten allebei waar zijn en pas dan is het
resultaat waar. Met transistoren kun je testen of twee
waardes allebei 1 zijn, allebei True zijn. True and True = True. True
and False = False. False and True = False. False and False = False.
AND: als er een False in zit dan is het antwoord False.
, OR = |. Een van de waarde moet True zijn om als uitkomst True te
hebben. Transistoren in parallel kun je kijken of een van de waarden
True zijn. True or False = True. False or False = False. True or True =
True. False or True = True OR: als er een True in zit dan is het
antwoord True.
NOT: Een 0 wordt in een 1 veranderd of een 1 in een 0
veranderen. Aan het bolletje achter de gate kun je zien of het
een NOT is. Bij een exlusif or mag maar 1 van de beweringen
waar zijn. Dus:
AND
OR
XOR
NOT
Van AND, NAND en OR kan een XOR van gemaakt worden. Met een juiste constructie van
NAND-gates kun je alle gates maken.
Truth tables: Waarheidstabellen, hetzelfde als bij wiskunde
Week 2:
Getalsystemen: manieren om waardes weer te geven dus om waarde te noteren. De manier
waarop het noteert maakt niet uit voor de waarde ervan. Bijv binair, decimaal,
hexadecimaal, sexagesimaal.
Octaal:
Octaal Binair
000 0
001 1
010 2
011 3
100 4
101 5
110 6
111 7
Hexadecimaal ----->
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hebekamer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.