4 Kind in zijn wereld
4.1 Inleiding
Het kind staat centraal!
Binnen ZILL:
De harmonische ontwikkeling staat centraal
Holistisch mensbeeld: de mens in zijn geheel
De 3 H’s:
Hoofd
Hart
Handen
Afstemmen op het niveau, de beginsituatie van het kind
Wat is een beginsituatie van een kind?
Het geheel van persoonlijke, sociale, situationele en schoolse gegevens
die in verband met de te realiseren onderwijsdoelstellingen van invloed
kunnen zijn op het verloop en de resultaten van de onderwijsprocessen
Waarom is het bepalen van een beginsituatie belangrijk in het
onderwijs?
Door de actuele beginsituatie te bepalen, kan je ook een verwachte
beginsituatie gaan bepalen, waardoor je een aanbod gaat creëren
binnen de zone van naaste ontwikkeling van het kind (= uitdaging
creëren). Je zorgt voor een aanbod dat telkens een trapje hoger ligt dan
de actuele beginsituatie, waardoor het kind kan gaan groeien
(Vygotsky).
4.2 Het kind in zijn wereld: een visie
Welke elementen maken deel uit van de beginsituatie voor het vak
godsdienst?
In hoeverre kennen de kleuters reeds enkele figuren?
Wat is de geloofsovertuiging van de kleuters?
Zijn er bepaalde klasgewoontes rond het gebed?
Welke handleiding wordt gebruikt in de klas?
4.3 Kinderen en levensbeschouwing in de wereld van vandaag
4.3.1 Beleving van levensbeschouwing in een veranderende wereld
Geef de kenmerken van onze maatschappij die een invloed hebben
op het zingevingsproces:
Industrialisering: Alles gaat steeds automatischer, via de industrie
Technologisering
Globalisering: dankzij technologie en communicatie is de wereld een
‘dorp’ geworden, heel veel zaken zijn over heel de wereld verspreid.
1
, Levensbeschouwelijk pluralisme: veel verschillende
levensbeschouwingen (hoe bekijk ik het leven)
Superdiversiteit: de samenleving evolueert in de richting van het
multiculturele
Secularisatie: Ontkerkelijking, de kerk heeft steeds minder invloed
Individualisering en privatisering: mensen bepalen meer en meer
zelf wat goed voor hen is
Katholicisme/religie à la carte: elk kiest voor zich wat hij in zijn
leven integreert que religieuze rituelen/feesten
4.3.2 Contactplaatsen voor religieuze opvoeding
Welke contactplaatsen hebben kinderen met het
levensbeschouwelijke?
Het gezin:
> Vooral grote levensmomenten: doopsel, communie…
> Grootouders nemen de kinderen soms mee naar de kerk
Het onderwijs:
> Katholiek onderwijs: godsdienstactiviteiten
> Gemeenschapsonderwijs: waardemomenten, geen godsdienst
> Vaak op school eerste kennismaking met Christelijke figuren
De samenleving:
> Grote perioden in het jaar, waar soms de link niet gelegd wordt
door de kinderen (Pasen, kerstmis…)
> Gebouwen die soms bezocht worden op reis (kerken, tempels…)
4.3.3 Een nieuwe beginsituatie voor het godsdienstonderwijs
Tegenwoordig krijgt de school heel vaak de eerste verantwoordelijkheid voor
het religieuze opvoedingsproces
Vroeger: CATECHESE = ging ervan uit dat het kind reeds gelovig was, ging
uit van een homogeen publiek, en wou het geloof die er reeds was, uitdiepen.
Nu: GODSDIENST = gaat uit van een heterogeen, divers publiek, waar men
de kinderen vooral wil laten kennismaken met godsdienst.
4.4 Kleuters ontwikkelen
4.4.1 Groeien in vertrouwen
Vertrouwen is één van de basisgegevens van het christelijk geloven:
Vertrouwen in zichzelf - Vertrouwen in de anderen - Vertrouwen in de
Ander
Op welke manier ontwikkelt (basis)vertrouwen zich bij kinderen?
Vertrouwensvol omgaan met de werkelijkheid, start al van bij de
geboorte
Wanneer een kind het zich gewenst voelt, ontstaat er een
fundamenteel geloof in het leven en in de zinvolheid ervan
2
, > Dit basisvertrouwen is het fundament voor zelfvertrouwen en
zelfaanvaarding
> Vanuit dat zelfvertrouwen kan het kind de stap zetten naar
vertrouwen in anderen
> Vertrouwen in anderen is nodig om te kunnen geloven,
vertrouwen in ‘de Ander’
4.4.2 Groeien in geloven
4.4.2.1 De cognitieve ontwikkeling
Sensori-motorische fase (zuigelingen):
Met de zintuigen en door te bewegen exploreren
De reflexen gaan over in beheersbare handelingen
Pre-operationele fase (peuters en kleuters):
Hier ontwikkelt de ‘symboolformatie’
Voorstellen via prenten of woorden
Realiteit en fantasie: dingen die ze niet weten vullen ze aan met
fantasie
Kinderlijk realisme
Concreet operationele fase (vanaf 6-7 jaar):
Onderscheid leren maken tussen realiteit en fantasie
Zal meer en meer de ervaringen die het opdoet met die realiteit leren
ordenen
Verlaat stilaan het egocentrisme
Abstract operationele fase (vanaf 10 jaar):
Vermogen om abstract na te denken
Symbolisch denken
4.4.2.2 De morele ontwikkeling
Premoreel niveau: Fase 0:
Kind reageert niet bewust en maakt geen bewuste keuze
Goed = plezier
Slecht = pijn
Preconventioneel niveau (peuter, kleuter):
Reageren uit de gevolgen van het handelen
Goed = beloning/goedkeuring
Slecht = straf/afkeuring
FASE 1: strikte gehoorzaamheid en straf
> Straffen volgens ernst van de daad
FASE 2: voordeel en berekening/eigenbelang
> Eigenbelang gaat altijd voor in deze fase
Conventioneel niveau (8 – 25 jaar):
Handelen afhankelijk van de groep
Goed = algemene goedkeuring
Slecht = afkeuring door de groep
FASE 3: fase van de goede jongen/het lieve meisje
> Wat goed is wordt beloond, wat slecht is wordt afgekeurd
FASE 4: fase van wet en orde
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bomortier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.