TOETS GEHAALD MET 8.9 met deze samenvatting.
Dit is een volledige samenvatting van het boek 'Sociaal werk in Nederland' H1 t/m 8 en:
- Samenvatting van alle PowerPoints van het vak Beroep Sociaal Werk.
- Samenvatting van alle kennisclips van het vak Beroep Sociaal Werk.
- Samenvatting van all...
Hey hey! Thanks for your positive review <3 Glad to hear that the summary helped you:)
By: rosa58 • 5 months ago
By: xoNoaa • 5 months ago
Translated by Google
Hey hey! Thanks for your positive review <3 Glad to hear that the summary helped you:)
By: lotte43 • 5 months ago
By: xoNoaa • 5 months ago
Translated by Google
Hey hey! Thanks for your positive review <3 Glad to hear that the summary helped you:)
By: s1180781 • 9 months ago
By: xoNoaa • 9 months ago
Translated by Google
Hey hey! Thanks for your positive review <3 Glad to hear that the summary helped you:)
By: lucamnnn • 1 year ago
By: xoNoaa • 1 year ago
Translated by Google
Heeehi! Thanks for your positive review <3 Glad to hear the summary helped you:)
By: semwanders • 1 year ago
Translated by Google
good summary! nice to learn

By: xoNoaa • 1 year ago
Translated by Google
How nice to hear, Sem! Thank you:)
By: janniekzondag • 1 year ago
By: xoNoaa • 1 year ago
Translated by Google
Heeehi! Thanks for your positive review <3 Glad to hear the summary helped you:)
Show more reviews
Seller
Follow
xoNoaa
Reviews received
Content preview
Beroep Sociaal Werk.
Jan Bijlsma & Hay Janssen.
De samenvatting is opgebouwd in volgorde waarin de hoorcolleges
zijn besproken. De samenvatting is als volgt opgemaakt:
Leerdoelen + hoorcollege 1.
Leerdoelen + hoorcollege 2.
Leerdoelen + hoorcollege 3.
Hoofdstuk 1: De Nederlandse verzorgingsstaat (+ leerdoelen) >
hoorcollege 4.
Hoofdstuk 8: De toekomst van de verzorgingsstaat (+
leerdoelen) > hoorcollege 5.
Hoofdstuk 2: Van barmhartigheid tot empowerment (+
leerdoelen) > hoorcollege 6.
Hoofdstuk 3: Van volkshuis tot buurtregie (+ leerdoelen) >
hoorcollege 7.
Artikel 'reclassering' (+ leerdoelen) > hoorcollege 8.
Artikel 'verslavingszorg' (+ leerdoelen) > hoorcollege 9.
Hoofdstuk 5: Van dolhuis tot beschermd wonen (+ leerdoelen) > hoorcollege 10.
Hoofdstuk 6: Van onnozele tot mens met mogelijkheden (+ leerdoelen) > hoorcollege 11.
Hoofdstuk 7: Van gasthuis tot woonzorgzone (+ leerdoelen) > hoorcollege 12.
Hoofdstuk 4: Van weeshuis tot Eigen Kracht-conferentie (+ leerdoelen) > hoorcollege 13.
De samenvatting is op deze volgorde geschreven, dus de hoofdstukken lopen door elkaar; de
hoofdstukken staan op de volgorde waarin de colleges zijn gegeven.
Deze samenvatting is compleet en bevat de volgende onderdelen:
- De aangegeven hoofdstukken uit het boek: Sociaal werk in Nederland van Jan Bijlsma & Hay Jassen.
- Een complete samenvatting van alle Powerpoints van Beroep sociaal werk.
- Een complete uitwerking van de leerdoelen per hoorcollege.
Daarnaast is de volgende informatie van belang over de opmaak van deze samenvatting:
- De informatie van alle hoorcolleges, boeken en Powerpoints.
- Elke subparagraaf is dikgedrukt met een onderlijning weergegeven.
- Elk hoofdstuk is dikgedrukt met een rode onderlijning weergegeven.
- Elk (sub)hoofdstuk bevat een begrippenlijst.
- Elk hoofdstuk en paragraaf bevat een uitgebreide samenvatting die de stof verduidelijkt.
1
,Samenvatting van belangrijke tijdvakken die aan bod komen:
In deze samenvatting komen een aantal tijdvakken steeds terug. Het is handig om te weten wat er
centraal staat, zodat je de rest van de stof makkelijker kunt begrijpen. Hieronder zet ik de
uitgangspunten per tijdvak, zodat je een beeld kan schetsen over de gedachtegang in die tijd.
De opbouw van de samenvatting begint elk hoofdstuk bij de Middeleeuwen en eindigt bij nu:
1. De middeleeuwen (500-1500)
2. De verlichting (1700- de 18e eeuw)
3. De 19e eeuw (industrialisatie, urbanisatie)
4. Hier-en nu (tegenwoordig).
De middeleeuwen (500-1500): In de middeleeuwen was in Europa vrijwel iedereen christelijk. De
christelijke Kerk was in tweën gesplitst: de Rooms-Katholieke Kerk en in de Oosters-orthodoxe
Kerk werden de meeste mensen in West-Europa katholiek en in Oost-Europa orthodox. Daarnaast was
er nog een andere grote godsdienst, de islam.
In het middeleeuwse Europa stonden honderden abdijen en kloosters.. Daar werkten monniken aan
boeken, bewerkten het land en baden tot God. Aan het einde van de middeleeuwen gingen de
monniken zich steeds verwaander gedragen en geld over de balk smijten. Wie hen geen geld gaf, ging
naar de hel zo beweerden ze.
Bijna iedereen geloofde in een leven na de dood. In het leven na de dood (het hiernamaals) was er
de hemel en de hel. Nu kon een mens het dan slecht hebben (arm, ziek, honger), maar straks in de
hemel zou alles beter zijn dan op aarde. In de hel kwamen alleen mensen die slecht waren of die niet
naar de kerk wilden luisteren. De meeste mensen waren dan ook erg bang om naar de hel te gaan. Door
goed te leven kwam je in de hemel, en door slecht te leven in de hel. De Kerk gaf uitleg over wat er goed
en slecht in het leven was, daarom hadden de mensen veel respect voor de Kerk!
Verlichting (1700-1800; 18e eeuw): een intellectuele beweging uit de achttiende eeuw, waarbij
wetenschappelijk denken vanuit rationalisme en empirisme centraal stond. Hierdoor ontstond een
nieuw wereldbeeld, dat gebaseerd was op een sterk vertrouwen op de rede en een algehele
vooruitgang op het gebied van wetenschap, onderwijs, sociale hervorming en politiek.
19e eeuw: explosieve bevolkingsgroei door toegenomen hygiëne, gezondere voeding, betere vaccins
voor ziektebestrijding en minder misoogsten. Dit liep samen met de industriële revolutie de overgang
van handwerk naar het industriële productieproces met machines, in Engeland ontstaan vanaf 1760.
Door de toenemende mechanisatie verdween de werkgelegenheid op het platteland. Aangelokt door de
industrialisering trokken vele loonarbeiders naar de steden waar ze gehuisvest waren in kleine
woningen. Ze moesten in stinkende fabrieken hard en lang werken voor een laag loon. Werkdagen van
veertien uur of meer waren heel gewoon. Heel anders was het gesteld met de bourgeoisie (de rijke
middenklasse: handelaars en ondernemers). De industriële revolutie bracht gouden tijden voor
fabrikanten en kooplieden.
2
,Hoorcollege 1 + leerdoelen:
De student kent, kan benoemen en heeft inzicht in:
- Intergenerationele processen en hun effect op factoren als gezondheid, cultuur, mobiliteit,
schaamte.
- De vorming van identiteit in relatie tot het verleden.
- De tegengestelde begrippen determinisme en vrije wil.
- De contextuele therapie van Nagy.
- kan verschillende sociaal-economische perspectieven op het thema erven en kan hier voorbeelden
van noemen.
De mens als historisch wezen:
- De mens heeft een geheugen en kan aan de hand van eerdere ervaringen 'leren'.
- Mens vormt een zelfbeeld aan de hand van eigen herinneringen en overgedragen herinneringen.
- Geheugen selecteert en manipuleert; sommige herinneringen worden bewaard, verkleurd,
verdrongen, vergeten, vaak in relatie met sociale verwachtingen (bijv. Taboes) of fysieke
beperkingen (dementie).
- Sociale groepen kunnen ook gezamenlijke interpretaties onderhouden over herinneringen.
Zelfbeeld/identiteit kan informatie bevatten over:
- Rol en opvatting over hiërarchie in groep.
- Reden en oorzaak van bestaan (ontstaansgeschiedenis); zingeving.
- Opvattingen over loyaliteit (aan wie en hoe).
- Opvattingen over goed en kwaad.
- Omgangsvormen.
- Historische rechtvaardiging van recht en onrecht.
De som van deze factoren noemt men 'identiteit'.
Veel historische verhalen worden overgedragen van generatie op generatie. Ook al hebben we het zelf
niet meegemaakt (zoals slavernij en Tweede Wereldoorlog), we geloven massaal dat deze
gebeurtenissen hebben plaatsgevonden en deze gebeurtenissen oefenen nog steeds invloed uit.
Ons 'erfgoed'
Onder erfgoed verstaan we letterlijk alle materiële en niet-materiële 'goederen' die we gewild of
ongewild van onze voorouders erven en die we wel of niet kunnen of willen ontvangen. De volgende
zaken zouden we kunnen erven:
- Gedrag, normen, verwachtingen, religie, cultuur.
- Genen/erfelijkheidsleer; we erven genen. Onze genen bevatten DNA waarin onze erfelijke
eigenschappen opgeslagen zijn.Bij voortplanting erven we de helft van de genen van onze ene ouder
en de helft van de andere. Sommige genetisch erfgoed vinden we positief, ander erfgoed zien we
niet zitten en willen we ‘kwijt’. Vroeger was ons genetische erfgoed onontkoombaar, nu niet meer.
- Gezondheid.
- Kapitaal of schuld.
In gesprekken met cliënten kwam Nagy begrippen als onrechtvaardigheid, rechtvaardigheid,
betrouwbaarheid en loyaliteit tegen. Hij ontdekte dat mensen een rechtvaardige balans willen hebben
tussen geven en nemen: als mensen geven, ontstaat er een soort recht op ontvangen en als mensen iets
niet goed gedaan deden,hadden zij vanuit een besef van "schuldig zijn" iets wilden doen om het goed te
maken. Bovenstaande begrippen en dit taalgebruik kregen in de psychologie nauwelijks of geen
aandacht; ze behoorden tot het taalgebied van de relationele ethiek. Het begrip relationele ethiek kreeg
bij Nagy een bepaalde betekenis. Hij bedoelde daarmee een universeel gegeven; een eerlijke verdeling
tussen geven en nemen in menselijke verhoudingen en de rechtvaardige balans tussen verdiensten en
verplichtingen. Dit werkte Nagy in de loop der jaren verder uit.
Belangrijke begrippen van Nagy:
- Biologische, erfelijke verwantschap; alleen al door de geboorte komt een mens terecht in een niet
te ontkennen, onomkeerbare verhouding met zijn ouders.
- Zolang de mens leeft, blijft hij verbonden met zijn oorsprong. Of wel: de relatie van het kind tot zijn
ouders blijft altijd bestaan; de primaire loyaliteit kan nooit helemaal verbroken worden. Ook bij
adoptie willen de kinderen alsnog meer te weten over de oorsprong; wie zijn hun echte ouders?
- Balans van geven en nemen; je staat in het krijgt bij je ouders omdat zij jou het leven hebben
geschonken. Jij uit je dankbaarheid voor dat geschenk in de vorm van liefde die je naar je ouders
toe. Dit kan door goed presteren op school of sport of mooie tekeningen maken. Jouw ouders
moeten dat erkennen (zien en waarderen). Als dat niet gebeurt, raakt de relatie uit balans.
- Roulerende rekening / inter-generationeel proces; elke generatie geeft datgene door aan de
volgende generatie wat van de vorige generatie werd ontvangen. Dit proces bestaat uit altijd uit 3
generaties. Als er iets in één relatie verstoord is, zal deze verstoring doorgaan op de volgende
generatie. Disbalansen gaan van generatie op generatie door (intergenerationeel).
Er zijn verschillende zaken dat we kunnen erven, zoals: namen, sociaaleconomisch- en cultureel erfgoed,
slechte gewoonten, religieuze en politieke cultuur, vrije tijdsbestedingen geld en spullen.
1) Erven: cultuur: namen geven.
Vroeger dacht men dat met namen ook de eigenschappen van overledenen doorgegeven konden
worden.
Vanaf 1970 mag elke voornaam in Nederland, zolang geen vulgaire naam (ongepast) of bestaande
achternaam.
Vanaf de middeleeuwen tot 1960 vernoemden de meeste mensen hun kinderen naar hun ouders.
In jaren 60-70 grote breuk met veel erfgoed: religieus, cultureel en dus ook namen.
Achternamen liggen min of meer vast, men mag nu wel kiezen welke achternaam men doorgeeft;
die van de vader of moeder.
2) Erven: 'slechte gewoonten'. Wat jouw ouders doen, is de kans groot dat jij dat ook gaat doen, zoals
roken / drinken.
3) Erven: religieuze en politieke cultuur.
- Ontkerkelijking; steeds minder kinderen zijn gelovig. De Nederlands hervormde en Katholieke
ouders slagen er niet goed in/doen de minste moeite om de religieuze traditie over te brengen op
hun kinderen. De orthodoxe gereformeerden doen het meest hun best.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xoNoaa. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.23. You're not tied to anything after your purchase.