100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Examenvragen biodiversiteit en functie plant $11.49   Add to cart

Exam (elaborations)

Examenvragen biodiversiteit en functie plant

 23 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit document omvat examenvragen en antwoorden van het deel plantkunde

Preview 2 out of 15  pages

  • January 27, 2022
  • 15
  • 2021/2022
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers
avatar-seller
EXAMENVRAGEN PLANT

- Wat zijn secundaire plantmetabolieten? Geef een voorbeeld en de werking.
Secundaire zijn in tegenstelling tot primaire niet essentieel in de groei en ontwikkeling.
Secundaire metabolieten worden bij biotische stress (pathogeen/ schade) omgezet via
enzymes. Ze bevatten heel wat microbiële stoffen en zijn al of niet aanwezig in een actieve
vorm (al of niet ROS). Ze zijn opgeslaan in speciale structuren en of weefsels (zoals vacuoleà.
1) Hypersensitive respons
Respons na herkenning van een pathogeen  pathogeen kan niet meer verder
groeien. Respons binnen de 24h en is zeer lokaal, gelokaliseerde celdood
(necrotische vlekjes). Productie van ROS door de plant
2) Systematisch geïnduceerde respons
In cellen rondom infectiehaard (min) en weefsels rondom infectiehaard (uren).
o Systemisch verworden resistentie (SAR) zorgt voor de bescherming hele plant
tegen een nieuwe infectie. Salicylzuur (jasmonzuur en ethyleen idem)
Voorbeelden: nicotine, morfine, lignine, fenolen (flavonoïden)
Werking flavonoïden: Kleuren van bloemen en vruchten waardoor ze bestuivers gaan
aantrekken. Rol in symbiose en N-fixerende bacteriën. Reactie op stress (koude en straling)/
pathogeen/ schimmel zorgt ook voor vorming van een kleur (rood). Het is
ook een antioxidant (OH groepen) waardoor ze elektronendonor functies
kunnen uitvoeren.

- Leg apikale dominantie uit
De controle van de hoofdknop op de ontwikkeling van de zijknoppen. De
Apex groei sterker uit dan de zijtakken van de plant door auxine/ cytokinine
balans. Apikale dominantie wordt veroorzaakt door het auxine dat in de
stengeltop geproduceerd wordt.
Rol van auxine bij apicale dominantie (oorzaak van apikale dominantie):
- Verschil in pH tussen de celwand en cytosol = drijvende kracht van
transport (creeert een ionisatietoestand)
- In de cel: pH 7  negatief geladen ion in de cel
- Celwand: pH 5  neutraal geladen ion in de celwand
- IAA kan niet uit de cel  omvormen tot IAAH door toevoegen van
H+
- In cytosol zal auxine vorm IAA aanwezig zijn in geioniseerde vorm en
kan niet door het membraan
- Het te veel aan protonen moet weggepompt worden naar de
celwand en hiervoor is ATP nodig omdat dit tegen de
concentratiegradiënt is.
- IAA zit getrapt in cytosol, IAA zal accumuleren
- Om IAA uit de cel te halen zijn er transporteiwitten ingebouwd
(pineiwitten onderaan het membraan)
- IAA wordt in de celwand samen met waterstofion opnieuw gevormd
tot IAAH.
- Maar nu ontstaat er een teveel aan IAAH aan de onderkant van
membraan, dit wordt dan doorgegeven aan de onderliggende cel waardoor het
proces opnieuw start.

, - Het transport gebeurt via het xyleem parenchym.
- De eiwitten die zorgen voor het transport = pin eiwitten (gelokaliseerd op
plasmamembraan)

- Wat is fytochroom? Wat is de functie en werking? Geef ook een voorbeeld.
Fytochroom is een receptor die instaat voor opname van fotonen.
Fytochroom reguleert:
- De-etiolatie: tegen slap en geel worden indien te weinig zonlicht
- Zaadkieming
- Circadiaan ritme:
- Fotoperiodisme: gedrag en ontwikkeling planten wordt beïnvloed door lichtperiode
Structuur van fytochroom:
Proteïne complex met een chromofoor = lichtabsorberend deel van de molecule. Met 2
isomere vormen Pr en Pfr (cis en transisomeer). Één isomeer absorbeert rood licht en
andere donkerrood licht.
- Het Pr- isomeer (cisisomeer) zal door opname van rood licht overgaan naar Pfr-
isomeer (transisomeer), dit is de actieve vorm en zal responsen triggeren zoals bloei)
- Het Pfr- isomeer zal donkerrood licht opnemen en overgaan naar Pr-isomeer (dit
gebeurt bijvoorbeeld bij een lange nacht)
- Fotoreversibel: omzetting van Pr naar isomeer Pfr en omgekeerd
Voorbeeld zaadkieming: vingerhoedskruid  deze plant is lang dormant in bodem en kan
enkel tot kieming overgaan wanneer het fytochroom licht ontvangt dus de actieve isomeer
in werking kan stellen.
ZIE SIGNAAL TRANSDUCTIE MET DE ETIOLATIE VOOR WERKING VAN FYTOCHROOM!

- Wat is gravitropie? Wanneer treedt het op en wat is de werking?
= groei in relatie tot de zwaartekracht.
Planten zijn foto-autotrofen en groeien naar het licht toe. Wortels vertonen positieve
gravitropie (groeien naar beneden) en stengels vertonen negatieve gravitropie (groeien naar
boven).
Gravitropisme treedt op zodra een zaad ontkiemt, waardoor de wortel in de grond groeit en
de scheut naar het zonlicht toe groeit, ongeacht hoe het zaadje georiënteerd is.
Planten kunnen zwaartekracht detecteren door de bezinking van statolieten. Dit zijn
zetmeelbevattende plastiden (amyloplasten). Deze zakken onder invloed van de
zwaartekracht naar de lagere delen van de cel.
Activatie van calciumkanalen en zorgen voor herverdeling van calcium wat het lateraal
transport veroorzaakt van auxine. Calcium en auxine hopen zich op in de onderkant van de
elongatiezone van de wortel  celelongatie wordt geinhibeert. Door de snellere verlenging
van cellen aan de bovenzijde, groeit de wortel naar beneden.

- Verklaar termen: Fotomorfogenese, Thigomorfogenese, thigmotropie, fototropie:
Thigomorfogenese: veranderen van vorm als resultaat van een mechanische verstoring.
Thigmotropie: Groei op respons van aanraking.
Veel rankende soorten hebben ranken die door response van aanraking beginnen te krullen
waardoor de ranken zich kunnen vasthechten rond een drager. Dit proces wordt veroorzaakt
door differentiële groei aan de tegenoverliggende zijden van een rank.
Fotomorfogenese: Effect van licht op de morfologie van een plant

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentUA123. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.49. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.49
  • (0)
  Add to cart