Hoorcollege 1
Media moet goed leesbaar zijn en je kunnen bereiken.
Doorloop van de cursus
Media Literacy (geletterdheid)
- Het medialandschap
- Het publiek
o Wie kijkt het journaal?
- De inhoud
Effecten van media:
- Individueel perspectief (hoe werkt de mediaboodschap in op het individu)
- Maatschappelijk perspectief (wat is de invloed van media op de maatschappij en andersom)
- Cultureel en kritisch perspectief (inwerken op normen en waarden in de samenleving)
Wat is communicatiewetenschap?
Communicatiewetenschap= bestudeert de productie, distributie, inhoud en receptie van
communicatieboodschappen.
Theorie over en onderzoek naar: communicatieboodschappen
Theorie over, en onderzoek naar:
o Zender (productie)
o Boodschap (inhoud)
o Ontvanger: wat doen ze met de boodschap?
Massacommunicatie (Rosenberry, p.22):
- We houden ons niet bezig met 1 op 1 gesprekken
- We kijken niet naar de prive conversaties van mensen
- We hebben het niet over interne communicatie binnen bedrijven
Dus: massacommunicatie: we hebben het over het verspreiden van informatie naar een groter
publiek
Op grote schaal
Eenrichtingsverkeer
Onbekende ontvanger
Voor iedereen gelijk en tegelijk
Tijdelijk
Gericht op een publiek
deze assumpties gaan echter niet alleen meer op! (rosenberry = beetje gedateerd)
Media= meervoud (de media hebben effect)
- Gemedieerde communicatie= communicatie tussen mensen gaat via de media
1
,We kijken niet alleen maar naar massamedia, en ook niet alleen naar interpersoonlijke communicatie.
o We zitten hiertussen in: Continuüm.
Sinds 2000: “Revolutie” in gemedieerde communicatie:
- Web 1.0= de opslag van documenten
- Web 2.0= interacteren met elkaar
- Web 3.0= alle zaken worden gekoppeld
Tegenwoordig:
Meer informatieverspreiding en -vergaring
Meer macht bij gebruiker: over productie en selectie
o Jij kan je eigen bronnen aanspreken
Minder kosten voor gebruiker
o Makkelijker geworden informatie te vergaren
Meer verantwoordelijkheid van de gebruiker
o Je kan ergens op reageren of niet (twitter)!
Media is meervoud!!! = communicatiewetenschap
De media zijn, doen, willen.
Ontwikkelingen in het medialandschap:
o Gebruik media = volgen van trends
o Volgen = berichtgeving over media
De vloek van de communicatiewetenschap
- Maatschappelijk relevante, vaak prikkelende onderwerpen
- Iedereen weet er wat van, heeft er een mening over
De taak van de communicatiewetenschapper: breng de onderbouwing een nuance in het debat
- Je moet een weerlegging hebben op kritiek:
o bijvoorbeeld ja die algoritmes van google hebben ook een voordeel, namelijk dat de media
die je wilt zien je in de schoot geworpen wordt.
o Nadeel: jou hele zoekgeschiedenis is wel bekend bij google
Hoe werkt de wetenschapper:
2
,- Er is een maatschappelijk fenomeen, naar dat maatschappelijke fenomeen ga je onderzoek doen
en gebasseerd op dat onderzoek maak je een theorie
o Theorie: in het algemeen zou het er zo uit kunnen zien
o Het zou kunnen: dus verder onderzoek nodig, en dat vormt weer een theorie etc.
Afwisseling van onderzoek doen en nieuwe uitspraken doen op basis van deze onderzoeken.
Theorie: kan je categoriseren
Voorbeeld:
Paradigma= een set van gelijkwaardige theorieën.
Onderzoek: typologie van mediagebruikers
- Hoe doe je dit
- Wat komt eruit en wat heb je eraan?
Week 2
Kennisclip #2.1
Media Literacy (= mediawijsheid)
Wat is het belang van media literacy?
- Hoe wij als mensen in elkaar zitten
- Als individu/ en groep willen we “in control” zijn (beheersing hebben)
o Qua veiligheid (niet zomaar in elkaar geslagen worden)
o Qua waarheid (niet voorgelogen worden)
o Qua financiën (niet te veel betalen)
o Qua tijd (geen tijd verspillen)
Media literacy:
- Je leert wat jij kunt doen met de media, en wat de media met jou kunnen doen
- Je krijgt een beter begrip van wat je ziet en hoort, en een grotere waardering.
- Je overstijgt de letterlijke boodschap (je kunt de media van een afstand bekijken).
- Je krijgt een bredere smaak, en een slechtere boodschap (fake news bijvoorbeeld).
3
, Kennisclip #2.2
Media literacy en het brein
Information overload= te veel informatie en prikkels, de media zijn daarvoor verantwoordelijk. Je
hersenen gaan kijken wat wel en niet relevant is.
Onze hersenen willen selecteren.
Onze hersenen selecteren in:
Blootstelling: waar kijken we naar?
Waarneming: wat zien we dan?
Verwerking: wat doen we daarmee?
Sensatie of sensation= een passief proces dat informatie van de buitenwereld in het lichaam en in
de hersenen brengt
Perceptie of perception= een actief proces waarbij de hersenen selecteren, organiseren en
interpreteren.
Top down processing= gedrag wordt beïnvloed door conceptuele gegevens. Perceptie wordt
geconstrueerd door cognitie. Automatisch.
Bottom-up processing= perceptie stuurt cognitie. Bewuste(re) keuze. Verstand= de
software van ons brein
Automatismen: ademen, hartslag, maar ook andere automatismen die vanzelf gaan
o Fight or flight:
Fight: eetbare dieren bijvoorbeeld
Flight: vluchten voor niet eetbare dingen
o Stereotypering
Eerste blik, bepaald wat wij van iets vinden (grote man= eng= flight))
Selectie: We kiezen wat al bekend is (NOS, NU.nl)
o Nadeel: je weet niet wat je gemist hebt
Lukt het de media om ons te conditioneren?
Voordeel: als je altijd nieuws kijkt, weet je wat er in de wereld speelt, netflix kijken is leuke
tijdbesteding, whatsapp is niks missen
Nadelen: Je hoofd wordt volgestouwd met niet nuttige informatie (reclame), je koopt dingen
die je niet nodig hebt, je hebt veel gemist maar niet wat
FOMO= fear of missing out
We willen ons bewust worden van de invloed dat media op ons heeft: waarom is iets zo, denk na waar
kijk ik naar= medialiteracy
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FleurrrRUNijmegen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.87. You're not tied to anything after your purchase.